Intussen heeft Auke Hulst een aardig oeuvre opgebouwd, maar ik heb er nog maar weinig van gelezen: alleen Kinderen van het Ruige Land. Pas nog zei ik tegen iemand dat ik En ik herinner me Titus Broederland (2016) wel zou willen lezen. De Mitsukoshi Troostbaby Company (2023) kreeg aardig wat publiciteit, maar de recensies die ik las/hoorde liepen nogal uiteen en ik vroeg me af of het wel een boek voor mij was. Die heb ik overgeslagen.
Maar toen ik las over Tandenjager, sprak het onderwerp mij meteen aan en toen een gewaardeerde collega het boek ook nog aanbeval, ben ik het gaan kopen. Het is een historische roman over Vos Jacobsz, die zich ook wel Jacobi Fox noemt. Op het slagveld van Quattre Bras (1815) sloopt hij tanden uit de mond van dode en stervende soldaten om die te gelde te maken. Daar treft hij een puntgaaf gebit aan van ene Amadeo d'Isenbart, die een brief bij zich draagt aan een markiezin, Margaux.
Vos besluit het gebit voor zichzelf te houden. Hij laat het implanteren en door dat gave gebit dringt hij door tot een hogere klasse. Hij komt zelfs in contact met Margaux, een dame met een ooglapje. Haar vaders leven werd beëindigd onder de guillotine.
Dat Vos Margaux ontmoet, speelt zich af in het jaar zonder zomer, 1816. Dat er dat jaar in Europa geen zomer was, was het gevolg van de uitbarsting van de vulkaan Tambora, waarover Philip Dröge een fascinerend boek schreef dat ik hier besprak.
Gebit
Het nieuwe gebit van Vos heeft gevolgen. Het bepaalt niet alleen tot wie hij toegang heeft, maar gaat deel uitmaken van zijn persoonlijkheid, waarbij hij steeds meer gaat lijken op de vorige bezitter van het gebit. Soms lijkt hij samen te vallen met Amadeo d'Isenbart (of Adam Hollander). Helemaal helder was het me tijdens het lezen niet, maar dat stond eigenlijk niet in de weg. Er zijn meer spiegelingen in de roman.
Op een gegeven moment vlucht Vos naar Suriname, naar de plantage Raad en Daad, waarvan Margaux de eigenaresse is. Daar houdt hij zich een tijdje schuil, maar de dienaars van het gerecht zoeken hem ook daar en met achterlating van zo'n beetje alles moet hij zich zien te redden. Daarbij lijkt hij op Ndume, een gevluchte slaafgemaakte, die later trouwens in dienst komt bij d'Isenbart.
Vampier
Dat Vos moest vluchten had te maken met de dood van een jonge vrouw. Margaux vertoont vampierachtige trekjes. Mogelijk zorgt het nuttigen van bloed ervoor dat ze nauwelijks veroudert. Vos heeft ook wel een soortgelijke neiging. Hij heeft tijden op een kopermunt gezogen om de lust ertoe te bedwingen. Als hij met Margaux meedoet, doodt hij daarbij iemand. Margaux biedt hem een vluchtweg naar Suriname.
Tandenjager is een bedwelmende roman, waaraan ik me maar heb overgegeven. Het taalgebruik van Hulst is weelderig en op het overdadige af. Daarbij was het me ook wel eens net wat te: dan had ik het idee dat ik alleen maar zinnen aan het lezen was die om het mooie geschreven waren in plaats van dat ze het verhaal vooruithielpen. Dat waren momenten dat ik de neiging om diagonaal door passages heen te gaan. Vlak hiervoor las ik Een tijd als deze van Sarah van der Maas, ook een historische roman, die zich afspeelt in de Tweede Wereldoorlog. Ook geschreven in rijke stijl, maar het boek van Van der Maas is veel helderder. Dat heeft dan toch mijn voorkeur.
Stand
Maar Tandenjager heeft genoeg om van te genieten. Vos is heel erg bezig om zich aan zijn stand te ontworstelen. Hij gaat ervan uit dat hij eigenlijk het kind van een baron is, die zijn moeder zwanger gemaakt heeft. Hij wil zich niet neerleggen bij zijn positie, zoals zijn vader doet.
Pa schudde meewarig het hoofd, en Vos zag vernedering in zijn ogen: de vingerafdrukken van meesters die meer namen dan gaven, van zielenherders die op zijn zondigheid hadden gehamerd, van mede-verschoppelingen die hem gekleineerd hadden. Waarom verzette hij zich niet? Die koekeloeris durfde niet eens zijn eigen zoon te slaan, laat staan de baron het hoofd te klieven. Dan eindigde je maar in het gevang! Alles beter dan het onverdraaglijke omzetten in iets bodemloos achter de ogen. Alles beter dan dit levend sterven.
De ongelijkheid van de standen komt natuurlijk nog duidelijker aan de orde op de plantage, waar de slavernij nog volop bestaat.
De moeder van Vos, met wie hij een wat dubbelzinnige relatie heeft, overlijdt als ze zijn 'gebroerte' baart. Verder heeft Vos nog een broer, Godert, van wie hij zich dat die 'niet goed' is, maar Godert duikt, net als Vos op allerlei plaatsen op. Ook Godert is bijzonder. Hij heeft 'Een week gezicht met ouwelijke bakkebaarden, waardoor hij tegelijk zestien en zestig lijkt.' Sommige personages lijken zich te onttrekken aan de tijd en niet of nauwelijks ouder te worden. Het laatste deel van Tandenjager speelt zich zelfs af in 1968.
Travestie
Een andere spiegeling betreft de travestie. Vos doet zich soms voor als een jonge vrouw en Margaux geeft zich soms uit voor een jonge man, compleet met plaksnor. Dit soort interne verwijzingen zijn er de hele roman door te vinden. Het vertelplezier is op elke bladzijde duidelijk.
Het zou me niet verbazen als Tandenjager aan het eind van het jaar verschijnt in de toplijstjes. Ik zie nu al dat ik dit jaar zo veel goede boeken heb gelezen, dat het lastig kiezen zal worden als ik me tot tien boeken moet beperken. Ik las dit jaar niet alleen Oroppa van Safae El Khanoussi, maar ook Aan het einde van de oorlog van Bert Natter, Mordechai van Marcel Möring, De onzichtbaren van Frank Nellen, Krekel van Annet Schaap en de briefwisseling tussen Jeroen Brouwers en Geert van Oorschot. En het al genoemde Een tijd als deze van Sarah van der Maas. En Tandenjager dus. Keus te over.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten