Anne Provoost is een interessant auteur, van wie ik, ik zeg het maar meteen, te weinig gelezen heb. Zo gaat het soms. Haar vroege werk heb ik aardig bijgehouden, maar daarna kwam er de klad in en dat is zeker niet omdat ik niet benieuwd was naar haar boeken.
Van Vallen (1994) was ik behoorlijk onder de indruk. Het gaat om een jongen die langzaam in de greep komt van mensen die een extreem rechts gedachtegoed aanhangen. Het zou misschien goed zijn als het herdrukt werd. Het is, vrees ik, zeer actueel.
Na dat boek las ik Mijn tante is een grindewal (1990), De roos en het zwijn (1997) en De arkvaarders (2001). In mijn herinnering was ik wat minder positief over In de zon kijken (2007), maar uit de recensie hieronder blijkt dat niet. Het geheugen is per definitie onbetrouwbaar.
In 2008 publiceerde Anne Provoost Beminde ongelovigen, een 'atheïstisch sermoen', dat ik pas in 2011 las. Het is gratis te downloaden.
De recensie van In de zon kijken stond op 25 mei 2007 in Nederlands Dagblad. Het is een vrij beknopte bespreking. Ik neem aan dat ik een aantal woorden had waaraan ik me moest houden.
Kijken voor twee
Wanneer besluit je dat een boek een jeugdboek is? In de meeste gevallen zal de hoofdpersoon de leeftijd hebben van de beoogde lezer en het taalgebruik zal niet al te moeilijk zijn. Maar er zijn ook boeken voor volwassenen die aan die criteria voldoen. Anne Provoost schreef tot nu voor jongeren. Vermoedelijk zijn boeken als Vallen (1994) en De arkvaarders (2001) ook door veel volwassenen gelezen. Niet alleen omdat het gewoon goed geschreven boeken zijn, maar ook omdat ze niet kinderlijk, laat staan kinderachtig zijn.
Haar nieuwe roman In de zon kijken is uitdrukkelijk niet bedoeld als jeugdboek en dat is ook wel te begrijpen. Weliswaar is de hoofdpersoon een kind, maar het verteltempo is zo traag dat middelbare scholieren waarschijnlijk al snel afhaken.
Provoost heeft het tempo zo laag gehouden om uitgebreid te kunnen beschrijven wat er te zien is. De hoofdpersoon, het meisje Chloë, observeert aandachtig haar omgeving. Ook als lezer heb je voortdurend het gevoel dat je aan het kijken bent. Je ziet hoe buurman Rockie zijn overall hoog dichtgeknoopt heeft, hoe smal hij is, hoe de naden van de mouwen laag voor zijn schouders hangen. Maar ook hoe desolaat het landschap is. Provoost wijkt in haar boeken vaak af van het hier en nu. De arkvaarders en De roos en het zwijn (1997) speelden zich af in een ver verleden, Mijn tante is een grindewal (1990) heeft een baai aan de oostkust van de Verenigde Staten als decor. Chloë leeft op het platteland van Australië, met haar vader, haar moeder en haar halfzus. Even verderop wonen de buren en verder is er niets. Een leeg landschap, waarin de personages als vanzelf verlaten lijken.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten