De vakantie zit er weer op en ik probeer de draad van mijn weblog weer op te pakken, maar het is deze week wel wringen: ik ben drie avonden bezet en overdag werk ik. We zullen zien. Voor vandaag heb ik een oude recensie afgestoft: Lastmens van Elke Geurts. Het oeuvre van Geurts is te overzien en als je nog niets van haar gelezen hebt, kun je dat nog goed inhalen.
De meeste van die boeken heb ik gelezen, alleen Ik nog wel van jou (2017), voor zover ik weet. De links naar besprekingen neem ik onderaan op. De bespreking van Lastmens stond in het Nederlands Dagblad van 26 maart 2010.
Er is meer, tante Pollewop
Elke Geurts kwam niet op kousenvoeten de Nederlandse literatuur binnen, toen ze in 2008 debuteerde met Het besluit van Dola Korstjens. Ze stampte op de vloer en vroeg aandacht voor haar verhalen. Die waren met flair geschreven, ze sneden interessante thema's aan, gaven veel ruimte aan de verbeelding en de personages bleven je bij, ook als je het boek uit had. Met Lastmens begeeft Geurts zich op een iets langere baan dan in haar debuut: het boek bevat drie verhalen van zo'n zestig bladzijden lang; we zouden ze ook novellen kunnen noemen. Het niveau is hetzelfde gebleven: wie aan een verhaal van Geurts begint, kan niet anders dan zich aan haar overleveren; je moet zo'n verhaal wel uitlezen.
Er is iets met het moederschap in het werk van Geurts. Al in het vorige boek kwam dat steeds naar voren en ook in Lastmens is het thema nadrukkelijk aanwezig. In het titelverhaal neemt een moeder afstand van haar kind door zich voor te stellen dat ze de au pair is. Met haar eigen moeder heeft ze nauwelijks contact. De politieman in 'Grote voorspoed' zorgt ervoor dat zijn vrouw zwanger wordt. Niet omdat hij een kind van haar wil, maar omdat hij haar wil beletten dat ze een baan aanneemt. In het slotverhaal, 'Retour Carboon', voelt de hoofdpersoon zich meer verbonden met haar grootmoeder dan met haar moeder. Ze woont ook lange tijd bij haar oma. Als oma overleden is, wil ze een kind, zodat in ieder geval de naam van haar grootmoeder verder zal leven. Op de dag dat het verhaal speelt, levert ze haar kind af bij de buitenschoolse opvang en dan lijkt het ook zo ongeveer uit haar aandacht verdwenen te zijn.
Veel ouderliefde lijken de kinderen niet te ervaren. Kinderen hinderen, vooral in het titelverhaal, waarin Wieke eigenlijk geen van haar dromen heeft kunnen verwezenlijken en haar kind vooral als een lastpak ziet. Al jaren zegt ze dat ze bezig is aan een roman, maar je weet dat het boek nooit af zal komen. Ze zal haar droom niet verwezenlijken, net als de vrouw in 'Grote voorspoed', die in een nieuwe baan een ander leven wil beginnen, maar haar man geeft haar daar de kans niet voor. 'Het hoge doel waarop je had gemikt, / het lager doel waartoe je mocht geraken', schreef Jean-Pierre Rawie. Je vindt het ook terug bij de grootmoeder, die verkommert in haar huis op het platteland. Tegen haar kleindochter zegt ze: 'Het liefst had ik in de stad gewoond. Maar je opa durfde niet. (...) Er is meer, tante Pollewop. Er moet meer zijn dan dit.' Misschien hoopt oma dat haar kleindochter wel haar dromen achterna zal jagen.
Die kleindochter is in ieder geval iemand die de tanden in de onderlip zet en ook na oma's dood het voor haar opneemt en alsnog wraak wil voor alles wat het mensje is aangedaan. Ze legt zich niet bij de omstandigheden neer. De kracht van Elke Geurts zit vooral in de personages die ze schept. Het zijn mensen die verder gaan dan wat geaccepteerd is, die een grens over durven gaan. Dat geeft hun soms ook iets kwaadaardigs, want ze kunnen met hun gedrag andere mensen wel degelijk benadelen of kwetsen. Het maakt het lezen van Geurts' verhalen tot een avontuur: je identificeert je met de hoofdpersonen, maar komt ook eigenschappen en gedragingen tegen die je liever niet bij jezelf herkent, maar die natuurlijk ook bij jou te bespeuren zijn. Je voelt je daardoor behoorlijk ongemakkelijk. Je snapt wel dat de moeder in 'Lastmens' haar dochter als een last ziet, maar tegelijkertijd vind je dat een moeder zich niet zo mag voelen. En ook als ze zich nu eenmaal wel zo voelt, gaat ze toch wel ver door de lievelingsknuffel (Lastmens) van haar dochter te verstoppen, terwijl ze weet dat die daar veel verdriet van heeft.
Het zou comfortabel zijn als je zo'n moeder als een monster kon zien, iemand met wie je eigenlijk niets te maken hebt. Maar zo makkelijk is het niet. De personages in de verhalen van Geurts blijven juist erg menselijk. Ze kunnen buren van je zijn. Of familie. Je kunt het zelf zijn. De hoofdpersoon in 'Grote voorspoed', een politieman, zit ogenschijnlijk zo vol goede bedoelingen. Als zijn vrouw 'wegvalt' en even niets meer weet, is hij degene die weet hoe hij haar op moet vangen, hoe hij met haar moet omgaan. Maar zijn zorg is verstikkend en zeker niet van eigenbelang ontbloot. Zo is de mens, blijkbaar. Zo zijn wij. Het is pijnlijk, maar het valt niet te ontkennen.
Eerder schreef ik over:

Geen opmerkingen:
Een reactie posten