zaterdag 8 april 2023

Wie is die vrouw? (Elke Geurts)


In 2008 debuteerde Elke Geurts met de verhalenbundel Het besluit van Dola Korstjens. Als mijn geheugen me niet bedriegt, heb ik dat toen gerecenseerd in het Nederlands Dagblad en was ik er positief over, net als over haar tweede boek, de bundel Lastmens (2010). Daarna volgde er een roman, De weg naar zee, die ik hier besprak. Weer een interessant boek, met mooie passages, maar de roman is misschien net iets minder beklemmend dan de verhalen. 

Het zal rond die tijd geweest zijn dat ik van tijd tot tijd de weblog van Elke Geurts las, waarin ze vaak dicht bij huis bleef, in haar gezin, met de kinderen Ceetje en Deetje. Erg trouw ben ik daar niet in geweest. Soms waaide ik aan en las ik een stel stukjes. Maar, om met Mariken van Nieumeghen te spreken, 'die devocie es oec al vervloghen.'

Ik kreeg nog wel mee dat Elke Geurts een roman over haar echtscheiding schreef, Ik nog wel van jou (2017) en ik noemde het boek nog wel in een opmerking bij het lijstje met de beste boeken van 2017 die ik niet gelezen had. Maar ik kocht het niet, las het niet. 

Echtscheidingen in de literatuur

Misschien vertrouwde ik het gewoon niet. Over echtscheidingen zijn echt wel goede boeken geschreven, zoals Niets te verliezen en toch bang (1978) van Renate Rubinstein, maar ook heel slechte, zoals Finale kwijting (2000) van Hans Dorrestijn. Over De dag dat ik mijn naam veranderde (2020) van Bibi Dumont Tak overtuigde me ook niet helemaal (2020). Nu zegt dat niets, want je kunt over elk onderwerp goede en slechte boeken schrijven, maar ik denk dat er bij het boek van Dorrestijn vooral te weinig afstand was, waardoor het boek oninteressant was. Dat had ik trouwens ook bij De speeltuin (1992) van Ward Ruyslinck en ook bij Mijn beter ik (1991) van Renate Rubinstein. Te weinig afstand bij het schrijven over liefde is net zo funest als bij het schrijven over het einde ervan. 

Kortom, ik las Ik nog wel van jou niet. Maar toen ik Wie is die vrouw? in de winkel zag liggen, stond ik er al mee bij de kassa voor ik nagedacht had. Het is immers wel een werk van Elke Geurts, van wier boeken ik wel een positief beeld heb. 

Wie is die vrouw? is een soort vervolg op Ik nog wel van jou, al is het ook een op zichzelf staand boek. De ik-figuur is gescheiden en gaat in een eigen huis wonen. De twee dochters zijn soms bij haar, soms bij haar ex. De ouders doen vriendelijk tegen elkaar, maar er steekt nog wel van alles. Ook op een vriendelijke toon kun je verschrikkelijke dingen zeggen. 

Onbewust allemaal, hè?

Er is een scène waarin de ex-partners samen in een auto zitten, op weg naar een gesprek met de mentor van een van hun kinderen. De vrouw zegt dan:

'Zeg, jouw opa zat vroeger toch bij de NSB?' vroeg ze toen. 'Dan heb jij misschien onbewust zijn rol op je genomen. Dat gebeurt soms echt, hè? Als er binnen een familie helemaal niet gepraat wordt over opa's foute verleden, als dat uit schaamte verzwegen wordt, kan het zomaar gebeuren dat een kleinzoon hem per ongeluk gaat spiegelen. Onbewust allemaal, hè?'

Dat laatste zinnetje maakt het nog erger: jij kunt er ook niets aan doen. De ander wil dat liever niet ontkennen, maar als hij het bevestigt, geeft hij eigenlijk ook toe. Ik moest daar erg om lachen. Hoe je iemand heel beleefd en vriendelijk kan jennen. 

Zo kan de 'ik' ook heel vriendelijk praten over de nieuwe vriendin van haar ex. Maar daar prikken de kinderen feilloos doorheen. 

Geheime geliefde

Die vriendin, dat is een verhaal apart. De vertelster komt erachter dat haar toenmalige man niet pas een geliefde had vlak voor de scheiding, maar dat Joke, zo heet ze, al acht jaar in zijn leven is. En als klap op de vuurpijl zat ze ook nog in het klasje dat les kreeg van ik-figuur op de schrijversschool. Dat is niet best voor de vergevingsgezindheid. 

De geciteerde passage is niet in de ik-vorm verteld. Hier gaat het over 'de vader' en 'de moeder'. Dat gebeurt nog enkele keren. Dat helpt om afstand te houden. Aan de ene kant zit het vertelde dicht op de huid van de personages, maar er is afstand genoeg voor reflectie en dat blijkt goed te werken. Je leest een persoonlijk boek, maar het wordt niet klef, niet overdreven, niet larmoyant. 

Onder ogen zien

De ik-figuur leest ook over wat te maken heeft met haar situatie, bijvoorbeeld over vergeving. Je hoeft niet altijd te kunnen vergeven. Ze wil wel alles onder ogen zien, zoals ook het motto al aangeeft: niet alles wat je onder ogen ziet kan veranderd worden, maar niets kan worden veranderd totdat je het onder ogen ziet. 

Dat betekent dat de verteller niet alleen moet zien wat er om haar en met haar gebeurt, maar ook wie zij zelf in dezen is. De titel is niet alleen en zelfs niet in de eerste plaats de vraag wie de vrouw is met wie ze bedrogen is, maar welke vrouw in zichzelf ze leert kennen door wat er gebeurt. 

Bij een passage praat ze nadrukkelijk over een vrouw van wie ze zegt 'niet ik', terwijl de lezer onmiddellijk weet dat er heel veel 'ik' in die vrouw zit. Het is een kant die de 'ik' blijkbaar niet van zichzelf gewend is. 

De ik-figuur observeert scherp en spaart zichzelf daarbij niet. De verwoording is meestal vrij luchtig en dat relativeert niet wat er gebeurt, maar benadrukt dat juist. Behalve over het gedoe met de ex, met wie ze natuurlijk nog vaak te maken krijgt, gaat het ook over de relatie met de nieuwe vriend, M, over hoe haar kinderen op de nieuwe situatie reageren, over hoe zijn kinderen reageren. 

Meer de delen dan het geheel

Het boek bestaat uit elf hoofdstukken, maar binnen die hoofdstukken zijn er scènes, vaak met kleine tijdsprongetjes ertussen. De verhaallijn houdt alles wel bij elkaar, maar toch zijn er veel passages die eigenlijk op zichzelf staan. Ze krijgen betekenis door de plaats waarop ze staan. 

Aan het eind van Wie is die vrouw? is er een zin die je als afsluiting kunt lezen, maar eigenlijk houdt het boek zomaar op, wat doet vermoeden dat vooral de onderdeeltjes het werk moeten doen. Natuurlijk vormen die samen het geheel, maar de bomen lijken belangrijker dan het bos. Misschien is het een manco dat er niet zo'n dwingende lijn door het boek loopt, maar voor mij doet dat uiteindelijk toch weinig aan de roman af.

Wie is die vrouw? staat vol leuke en pijnlijke voorvallen, vragen aan zichzelf, doordenkingen van de situatie. Het is een persoonlijk boek, maar zoals Herman de Coninck al schreef in Over Marieke van de bakker (1987) het gaat wel om de allerindividueelste expressie, maar van de alleralgemeenste emotie. De beschrijvingen in deze roman zijn zo, dat iedereen de vragen mee kan stellen en mee kan zoeken naar de antwoorden. Een goed boek gaat altijd over jezelf, ook als je maar een lezer bent.

Breder perspectief

Geurts doet verschillende keren een stap terug om het bredere perspectief te schetsen. Wat de ik-figuur overkomt is dan niet alleen iets persoonlijks, maar het laat zien hoe het nu eenmaal gaat in deze maatschappij:

Zolang wij onze mond maar hielden, zolang wij deden wat er gezegd werd, wat impliciet of expliciet van ons gevraagd werd, zolang wij maar bleven glimlachen, werd er veel van ons, de moeders, de vrouwen gehouden. 

Een beetje opstandig was leuk. Zolang we ons maar niet te onaangepast gedroegen. Maar dat was met alles waar het woordje 'te' voor stond. Dat was nooit leuk. Dat wisten we best.

Hoewel ik er een misschien toch een beetje een hard hoofd in had, vind ik Wie is die vrouw? heel goed te verteren. Wat dat betreft is het te vergelijken met Tekenen van het universum van Emy Koopman. Ook een persoonlijk boek dat gemakkelijk boven het individuele uit stijgt. 

'Heel goed te verteren' is natuurlijk veel te zuinig. Wie is die vrouw? is een mooi boek, dat ook nog eens lekker leest. Toen ik er aan een klas over vertelde, was er meteen iemand die het wilde gaan lezen. Zou ik zeker doen. 

4 opmerkingen: