Sinds ik weer lid ben van een bibliotheek heb ik ook toegang tot Literom. Ik zoek daarin mijn oude recensies op. Intussen heb ik er een stuk of zestig gevonden. Niet alles staat erin. Stukken voor bladen als 't Kofschip of Kreatief zullen wel onder het stof verdwenen zijn.
Intussen heb ik er zo'n zestig opgeslagen en ik ben van plan om wekelijks een oude recensie over te tikken (simpel knippen en plakken werkt blijkbaar niet bij Blogspot) en hier te plaatsen. Ik verander er zo weinig mogelijk aan, ook als ik het niet meer met mezelf eens ben. Het zijn de voetstappen die ik ooit gezet heb, ook al heb ik nu misschien een andere maat of een ander model schoenen.
Voor deze week een recensie van een boek van Fleur Bourgonje, een van de interessantste schrijfsters in onze literatuur, wat mij betreft. Volgende week recenseer ik haar nieuwe roman Archipel, die ik bijna uit heb. Deze keer een stukje over Aurora Australis. Het stond op 15 september 2006 in het Nederlands Dagblad.
De titel van de recensie zal wel niet van mijzelf zijn. Dat 'even' zou ik niet geschreven hebben, gok ik. Meestal is er een redacteur die zich met koppen bemoeit. Zo gaat het bijvoorbeeld ook met mijn recensies op 9ekunst.nl. Die dragen ook nogal omslachtige en vaak lelijke koppen. Dat gaat buiten mij om en ik laat het zo.
Veel plezier met Bourgonje. En als je nooit wat van haar gelezen hebt, wordt het wel tijd.
Onrustig is ons hart, en verzoen je daar even mee
'Het huivert op alle heuvels en in alle steden van de wereld de eerste nachten na aankomst. Alsof ze koorts begint te krijgen. Alsof ze opgewonden is geraakt. Of bang. Bang omdat ze zich belaagd voelt door iets wat ze keer op keer in de nieuwe buitenwereld meent te zien terwijl ze weet dat het oud is en in haarzelf zit.'
Fleur Bourgonje. Natuurlijk, je herkent het citaat aan de stijl. Maar ook aan wat ze schrijft. Dit staat toevallig in haar nieuwste boek, Aurora Australis, maar het had ook kunnen staan in bijvoorbeeld Oostenwind, koningskind, waarin een vrouw naar het andere eind van de wereld vertrekt om de dromen te onderzoeken van de mensen die daar leven, maar vooral geconfronteerd wordt met wat er leeft in haar eigen hoofd. Ze wordt weer het meisje van vier dat in de donkere nacht door haar moeder met haar roze nachtponnetje in een koffer buitengesloten werd. Die gebeurtenis was ook al te lezen in Bourgonjes debuut Spoorloos (1985).
In dat boek, en in zo'n beetje al Bourgonjes boeken daarna, komen er vrouwen voor die wegtrekken, die verre landen opzoeken, om iets te ontvluchten of om iets te vinden. Ook in Aurora Australis komen we zo'n vrouw tegen. In de proloog en de epiloog is er een 'ik' die vertelt over deze vrouw. Het is de vrouw die duidelijk herkenbaar rondloopt in sommige verhalen in dit boek, maar eigenlijk is ze in alle verhalen. Of ze nu een wereldreiziger is of een brandwacht, een vrouw die roze buffels fokt of iemand die op expeditie gaat naar de zuidpool.
Weggaan
In zo ongeveer alle personages zit de drang om weg te gaan uit het bekende. Soms geven ze aan die drang gehoor en pakken werkelijk de koffer, soms maken ze de reis alleen in hun hoofd. In het bijzonder geslaagde titelverhaal loopt een vrouw die maandenlang van haar man gescheiden zal zijn op die tijd vooruit door nu alvast een dagboek over die periode bij te houden. Hoewel ze naast hem in bed ligt, is ze eigenlijk al mijlenver bij haar partner vandaan. Er zijn gebieden in haar hoofd die hij niet zal betreden, waar geen expeditie hem heen zal voeren.
En sommige personages willen best weg, maar het komt er niet van:
(...) moeders die een week lang de hele dag doen alsof ze nog steeds de onschuld in persoon zijn, met ijle stemmen kinderliedjes meezingen en in een kring dansen terwijl ze in een fase van hun leven zijn gekomen waarin ze, zo in het hart van hun afgelegen eiland, wel eens zouden willen schreeuwen en stampvoeten en uit de zichtbare en onzichtbare kringen breken om in hun eentje, zonder de eeuwige anderen, een donker bos of een stekelig heiveld in te gaan of naakt in een meer te duiken en in een verwoede crawl naar de overkant te zwemmen om vandaaruit het leven gade te slaan.
Verstikkend
Maar wie vertrekt, komt vaak ook weer terug. Soms zelfs eerder dan gepland:
Het zou niet de eerste keer zijn dat een vrouw haar vleugels wijd uitslaat kort nadat ze huilend afscheid heeft genomen van haar man en het zou ook niet de eerste keer zijn dat een vrouw die begerig is naar vrijheid en avontuur op een trein of boot stapt om nog vóór het bereiken van haar doel om te keren omdat ze voorvoelt dat ze de bijna verstikkende veiligheid van een huis, een straat, een landschap en de nabijheid van een al te vertrouwd lichaam zal verkiezen boven de uitdaging van het nieuwe, het opwindende, het uitheemse.
De vrouw in de proloog en de epiloog komt terug uit Tasmanië en concludeert dat ze misschien wel dichter bij huis moet blijven, dat de uitersten in het landschap en in haarzelf hun aantrekkingskracht hebben verloren.
Je zou Aurora Australis een verhalenbundel kunnen noemen, maar het is meer. In het laatste verhaal, 'Voet aan wal', komen veel verhalen weer even terug, zoals Anna Enquist dat ooit deed in een verhalenbundel. Het doet wat geconstrueerd aan en eigenlijk was het ook niet nodig. Doordat de verhalen zich allemaal afspelen op dezelfde plaats en doordat ze thematisch aan elkaar verwant zijn, geven ze elkaar toch wel de hand.
Misschien is de compositie van dit boek wel te vergelijken met de opbouw van het oeuvre van Bourgonje. Het zijn losse boeken, maar ze zijn thematisch een eenheid, zodat het steeds weer hoofdstukken worden van hetzelfde boek. Het maakt niet uit of de hoofdpersoon zich in Parijs bevindt, in Bergen, Venezuela, Chili of op Tasmanië. Het hoofd en het hart van de personages blijft hetzelfde. De wildernis van Tasmanië is dan ook die van het eigen hart.
De brandwacht in het prachtige verhaal 'Wildernis' heeft de zaakjes om haar heen onder controle. Bij het eerste spoortje van rook zal ze in actie komen. Maar niemand voorkomt dat er in haar hart een verterend vuur brandt, waardoor ze in de as wordt gelegd.
In de jaren tachtig bracht de groep U2 het album Rattle and hum uit, met daarin een nummer over Tasmanië, 'Van Diemen's Land'. Op hetzelfde album staat het nummer 'I still haven't found what I'm looking for.' Degene die naar U2 luistert, zal het moeten erkennen, samen met degene die Fleur Bourgonje: onrustig is ons hart. Keer op keer raakt Fleur Bourgonje het met haar pen aan, met zoveel empathie, dat je je voor even verzoent met die onrust.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten