Het zou me verbazen als ik iemand nog moet uitleggen wie Annet Schaap is. Haar boek Lampje (2017) heeft zijn tienduizenden verslagen en veel mensen zullen De meisjes (2021) hebben gelezen. In beide boeken wordt verwezen naar sprookjes. Dat gebeurt ook in haar nieuwe boek, Krekel, waar op de achtergrond 'De wilde zwanen' van Andersen en 'De zes zwanen' van Grimm meespelen. Die sprookjes kende ik niet en je hoeft ze ook niet te kennen om van Krekel te kunnen genieten.
De setting van deze nieuwe jeugdroman is dezelfde als die van Lampje. Het begint in het dorpje waarin Lampje ook start: een havenplaatsje, een vuurtoren, een winkeltje. En daar lopen twee kinderen rond: Eliza, die al in het eerste hoofdstuk de namen van haar vijf broers op haar bovenbeen laat tatoeëren en haar broertje Krekel, die stottert en maar de beschikking heeft over één arm.
Tijdloos
Je zou kunnen zeggen dat het verhaal tijdloos is, maar het speelt zich in ieder geval niet af in de huidige tijd: geen mobiele telefoons, geen computers, zelfs geen radio of tv. De sfeer van vroeger wordt goed opgeroepen en ik vond maar een enkel element dat de illusie van vroeger verstoorde: er wordt op een gegeven moment thee gezet met een theezakje. Het is maar een detail, maar het stoorde mij toch.
Verder wil ik helemaal niets vervelends over Krekel zeggen, want ik heb zeer van het boek genoten.
Eliza en Krekel proberen op een schip te komen dat vaart naar de Witte Kliffen, maar er is geen schipper die ze daarheen wil brengen. Ze komen ook nog in conflict met een winkeliersechtpaar als ze proberen wat eetbaars te stelen. Daarbij raken Eliza en Krekel elkaar kwijt.
Krekel wordt in huis genomen door een schooljuffrouw. Dat woord klinkt mij passender dan 'onderwijzeres' of 'docente op een basisschool'. Het is juffrouw Amalia, die nogal eens in gesprek is met het Jezusbeeld, dat toekijkt op haar handelen. Als ze de vervuilde Krekel in huis haalt knikt hij instemmend:
Goed zo, knikt de Heer. Laat de kinderen tot mij komen. Maar leg er wel even een krant onder.
Met die Heer heeft juffrouw Amalia het niet altijd even makkelijk en het zal haar nog wel wat inspanning kosten om zich van zijn bemoeienissen te bevrijden.
Heks
Hoe komen Eliza en Krekel in de haven terecht? Ze zijn twee kinderen van de zakenman James Tacker en groeien op in weelde. De vrouw van Tacker is overleden bij de geboorte van Krekel, wat hij zijn zoontje kwalijk neemt, maar Eliza zorgt goed voor haar broertje. Eigenlijk gaat alles goed, totdat Tacker een nieuwe vrouw opdoet, Duifje, die helemaal niet zo vredelievend is als haar naam doet vermoeden.
De broers van Eliza en Krekel bestempelen haar tot heks en er is ook duidelijk iets onaangenaams in haar blik. Waartoe ze in staat is, wordt pas na een tijdje duidelijk.
Dat Duifje door de broers een heks genoemd wordt, past wel in de sprookjessfeer. Heksen komen in sprookjes voor, net als boze stiefmoeders en dat lijkt Duifje wel te zijn, al kan ze zich mooi voordoen. Hoe het komt dat ze zo is, wordt wel aannemelijk gemaakt:
Het meisje staat te bibberen in haar natte jas. Een klein meisje in een grote boze wereld, denkt Duifje. Je zou er bijna medelijden mee krijgen.Heel even ziet ze zichzelf staan, net zo bibberend, net zo bang. Maar dat was vroeger, lang geleden, ver weg. En had er toen ooit iemand medelijden met haar gehad? Welnee.
Duifje is een beschadigd mens. Dat maakt haar overigens niet minder kwaadaardig.
Voor de liefhebbers van Lampje: er komen ook nog zeemeerminnen in voor. En veel vogels. Aan het begin van elk hoofdstuk is er een tekening van een veer, al weet je een hele tijd nog niet waarom dat is. Krekel heeft al wel een keer opgemerkt dat er zoveel nieuwe vogels in de tuin zijn. Hoe belangrijk de vogels zijn, kom je in de loop van het verhaal te weten. De veer zou ook nog kunnen verwijzen naar de vleugels van een engel. Maar in Krekel is er alleen een stenen engel, op het graf van moeder.
Niet voldoen aan het stereotype
Bij het begin van het boek heeft Eliza zich als jongen vermomd en noemt ze zich Elliot, net als een van haar broers. Je zou kunnen zeggen dat ze niet wil afwijken van haar broers en net als zij wil zijn, je zou het ook pragmatisch kunnen noemen. Als bijvoorbeeld de tatoeëerder merkt dat hij met een meisje van doen heeft, rekent hij het dubbele tarief. Misschien wil Eliza alleen maar niet voldoen aan het stereoptype beeld van het meisje.
En ook juffrouw Amalia moet zich ontworstelen aan het stereotype van de schooljuffrouw voor wie de regeltjes heilig zijn. En misschien geldt dat ook voor de sheriff die bij de zaak betrokken is.
Vertrouwen in de afloop
Makkelijk hebben Eliza en Krekel het niet, maar de hele tijd hou je hoop dat ze het wel redden. Eliza heeft ook wel vertrouwen in de afloop. Aan Krekel vertelt ze dat brandnetels weliswaar flink pijn kunnen doen, maar dat weegbree daartegen helpt en dat die juist dicht bij brandnetels groeit.
Dat er iets naars is en dat er ook meteen een oplossing vlakbij is. Mooi hè. Misschien is dat wel altijd zo, denk je niet?
Naars is er genoeg, maar dan zal er ook wel een oplossing zijn. Gelukkig is er schipper Berg, die wel naar de Witte Kliffen wil varen. En juffrouw Amalia, die een groot hart voor kinderen heeft, maar die ook haar eigen louteringstocht moet gaan. En hoe gaat het eigenlijk verder met James Tacker en zijn Duifje? Is ze voor hem ook een heks? Hij zingt welgemoed een lied van drs. P. over de liefde, maar komt hij er zonder kleerscheuren vanaf? En gaat hij zich eindelijk echt om zijn kinderen bekommeren?
Je best doen
De zakenman wordt als een soort god getekend. Eliza dacht dat hij alles kon en dat hij zelfs de verantwoordelijkheid had over het opkomen en ondergaan van de zon. Ze heeft heel erg haar best gedaan om haar vader te naderen, om te laten zien hoeveel ze om hem geeft, maar dat ziet vader niet. Daarin lijkt Eliza wel op Lampje, die ook zo erg haar best doet.
Misschien is dat wel hoe Eliza in het leven staat: je moet je best doen, je moet je verantwoordelijkheid nemen, je niet laten ontmoedigen, erop vertrouwen dat het uiteindelijk allemaal wel goedkomt, hoe ontmoedigend de omstandigheden ook zijn. Uiteindelijk blijkt ze daarin gelijk te krijgen.
Krekel is, net als Lampje, een heerlijk boek. Fantasierijk, optimistisch, spannend, sprookjesachtig, rijk van taal. En mooi geïllustreerd natuurlijk, laat dat maar aan Annet Schaap over.
Lampje werd bekroond met de Nienke van Hichtumprijs, de Woutertje Pieterseprijs en de Gouden Griffel en De meisjes met een Bronzen Griffel. Dat moest ik opzoeken en ik wist niet dat er bronzen griffels waren. Ik neem aan dat Krekel ook weer overladen zal worden met prijzen. Dat verdient het wel.
Wat een mooie bespreking van een prachtig boek!
BeantwoordenVerwijderenJa, het boek is prachtig, Lalagè. Dank voor je opmerking!
BeantwoordenVerwijderen