Saul Donkers, geboren in 1970, is een jurist. Hij hoeft niet meer te werken nadat hij een fortuin heeft geërfd. Hij trekt zich terug in zijn huis, drinkt veel te veel en maakt af en toe gebruik van betaalde liefde, waarbij hij altijd een masker opzet. Saul schaamt zich namelijk. Hij heeft een nietig geslacht, maar afgezien daarvan hoort de schaamte wel bij hem.
In heel zijn leven werkt zijn opvoeding door, waarbij zijn moeder hem steeds minachtend tegemoet getreden is. Ze sloeg hem ook wel. Wat niet alleen pijnlijk was, het was ook een vorm van aandacht. Nog steeds wil Saul tijdens de seks geslagen worden.
Op een dag belt een oud-collega aan, Naomi. Saul is niet aanwezig geweest bij zijn eigen afscheid en ze komt hem een waardebon brengen. Bij het bezoek komt ze ongelukkig ten val, waarna ze opgenomen moet worden in het ziekenhuis.
Saul wil een einde aan zijn leven maken, zegt hij, maar het komt er niet van. Op de boot naar Newcastle ontmoet hij nog een vrouw. Weer in Nederland komt Naomi weer in zijn leven.
Op afstand
Dat is, in heel kort bestek, het verhaal van Maskers van Schaamte van Peter van Beek. Het boek moet het niet van het verhaal hebben. Er zit weinig spanning in de gebeurtenissen en als lezer bleef ik tijdens het lezen ook nogal op afstand, zodat het me ook niet zo heel veel kon schelen wat er gebeurde. Het boeiendst is de hoofdpersoon, die behoorlijk met zichzelf in de knoop zit. Maar het is lastig om goed met hem mee te leven, omdat hij niet altijd geloofwaardig is.
Saul is jurist, maar hij weet ook het een en ander van literatuur. Zo moet hij soms denken aan dichtregels van J.C. Bloem of schiet hem een vergelijking te binnen met een passage uit Karel ende Elegast. Hij houdt van antiquarische boeken. Tenminste dat zegt hij, maar je kunt het als lezer niet merken en het speelt in de roman ook eigenlijk geen rol.
Hij houdt van archaïsmen, omdat die volgens hem de angst verdoven. Weliswaar gebruikt hij steeds het woord 'gelaat' als iemand anders 'gezicht' zou zeggen, maar verder is er niet heel veel van dat gebruik van archaïsche woorden te merken.
Stijl
De beeldspraak in de roman is wel opmerkelijk. Vaak is die gezocht: 'geen flesje bier dat sissend en als popcorn openspat' (een flesje bier dat openspat?); 'de radeloosheid sloeg als een spijker in mijn hoofd'; 'draaiende bewegingen, als ritmische cirkels'.
In een vorige roman van Peter van Beek, Sla mij met medelijden was de stijl sober en die was ook juist een van de aantrekkelijke kanten van het boek. Maskers van Schaamte is veel slechter geredigeerd: er zijn veel fouten blijven staan, er zijn ongemotiveerde wisselingen van tijd en de dialogen zijn houterig en ongeloofwaardig.
Een paar voorbeelden. Als Naomi op bezoek komt, verwijst ze naar het afscheid waar Saul niet aanwezig was. Over een collega wordt verteld: 'Ik geloof dat ze een nieuwe jurk aangeschaft had, van een bekende confectiezaak.' De zaak is bekend, maar de naam wordt niet genoemd. Ik geloof ook niet dat zo'n zin in een gesprek van collega's voorkomt.
Een andere zin uit het begin van het boek: 'Ze was doornat en haar vaalwitte gezicht leek gekrompen, haar huid spande om de jukbeenderen als een gedroogde dierenhuid.' De woorden 'doornat' en 'gedroogde' zijn moeilijk met elkaar in overeenstemming te brengen.
'Het kostte hem zichtbaar moeite zijn stem in bedwang te houden.' Hoe zie je dat? Was 'hoorbaar' of 'merkbaar' hier niet beter geweest? En: 'Er ontsnapte een korte snik aan mijn keel en glimlachte meewarig.' En: 'In de kelder lagen honderden wijnflessen' (bedoeld is: flessen wijn).
Het zijn maar foutjes, onnauwkeurigheden, maar ze leiden wel af. Ze zorgen ervoor dat je het verhaal minder serieus neemt. Naomi komt ten val, maar als je voor je probeert te zien hoe dat gebeurt, gaat het steeds mis. Ze zet een stap, glijdt uit en valt achterover, maar komt toch op haar knieën terecht. Dat kan niet kloppen.
Te veel uitleg
Ook Saul is moeilijk serieus te nemen. Hij zegt zelfmoord te willen plegen, maar nergens kun je dat navoelen. Misschien komt dat ook doordat er zoveel verteld wordt over zijn schaamte, zijn gevoel van mislukking in plaats van dat Van Beek dat laat zien. Er wordt veel te veel uitgelegd: 'Ik zei het rustig, maar inwendig kolkte het. Met een venijnige druk doofde ik de halfopgerookte sigaret.'
Iemand zegt tegen Saul: 'Jij wilt niet gekend worden'. Niet voor niets wil hij steeds een masker op. De symboliek van het masker wordt zwaar aangezet, is eigenlijk meteen al duidelijk, maar komt toch steeds weer terug.
Van Beek laat weinig aan de lezer over. Als Saul in een restaurant zit, is alles (alles!) negatief: een vaasje met nepbloemen, een sloffende gastvrouw met een bloedeloos hoofd en een onverschillige stem, plakkerige menukaarten, smakeloze en te gare vis. Enkele bladzijden lang krijgen we te lezen hoe slecht het restaurant is. Ook als je al lang een indruk hebt, blijft Van Beek herhalen hoe beroerd het allemaal is. Het is lastig om dan geboeid te blijven.
Dat was voor mij wel een probleem met de hele roman. Het lezen was vooral een opgave. Het verhaal, de stijl en de thematiek pakten me niet. Steeds weer stukken dialoog die niet zo geloofwaardig zijn, een hoofdpersoon die maar voortdurend terugkomt op zijn schaamte en zijn mislukking, een verhaal dat niet erg opschiet.
Voorafgaand aan de roman zijn er twee motto's, van J. van Oudshoorn en A. Aletrino, maar de beklemming die in het werk van die auteurs zit, bereikt Maskers van Schaamte nergens. Op Sla mij met medelijden is best wat aan te merken, maar ik heb het boek met plezier gelezen en enkele passages waren stilistisch erg goed. Voor mijn gevoel komt Maskers van Schaamte nergens ook maar in de buurt van dat niveau.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten