Sommige boeken koop ik doelbewust, andere komen toevallig op mijn pad of worden mij aangereikt. Strijd en verzoening van George Knottnerus is zo'n boek dat ik waarschijnlijk nooit gelezen zou hebben als iemand het mij niet gegeven had.
Het is een wonderlijk boek. Het bestaat uit vier delen ('Conflict en liefde', 'Metselaar en dictator', 'Bezetting en verzet' en 'Pijn en hoop'), die weliswaar met elkaar te maken hebben, maar die maar niet een geheel willen worden. In het laatste deel doet de schrijver zijn best alle losse eindjes aan elkaar te knopen, maar dat lukt eigenlijk niet.
Conflict en liefde
Strijd en verzoening is een roman, maar wel geworteld in de historische werkelijkheid. In het eerste deel komen de personages Peter van Hout en Doris de Wit voor, die gemodelleerd zijn naar de verzetsmensen Piet Rombout en Marie de Bondt.
Aan de ene kant beschrijft Knottnerus wat ze gedaan hebben op een toon die past bij non-fictie. Sommige scènes plaatsen je volop in de fictie, waarbij de werkelijkheid beleefd wordt door een personage met wie je meeleeft. Daardoor zwabbert het wat tussen documentaire en roman.
Het is zeker niet vervelend om te lezen, al had er heel wat gekapt moeten worden om er een goede roman van te maken. Knottnerus heeft zich goed in de stof verdiept en hij wil alles vertellen. Al die elementen zijn interessant, maar ze maken niet altijd het boek beter.
De nadruk van het eerste deel ligt op de Tweede Wereldoorlog in Ede en omstreken. Maar we beginnen al in de Eerste Wereldoorlog, als er bij Ede een groot opvangkamp is voor Belgische vluchtelingen en we lezen ook nog hoe het Henry Kissinger verging toen hij nog een Duitse schooljongen was.
Over het uitbreken van de oorlog wordt verder niets verteld. Het verhaal springt van 1936 naar de herfst van 1944 en dan loopt het door tot 1946. Knottnerus is scheutig met details over de plaats waar alles zich afspeelt, wat prettig is voor een lezer die Ede kent: die weet precies waar de personages wonen en waar de acties plaatsvinden. Het bracht mij ertoe een boek te gaan lezen over De Wormshoef, een villa in Lunteren, die het hoofdkwartier van Sicherheitsdienst (SD) was. Dat boek had ik al in huis, maar van lezen was het nog niet gekomen.
Metselaar en dictator
In het tweede deel, 'Metselaar en dictator', draait het om Marinus van der Lubbe. Het wijkt behoorlijk af van het eerste deel, ook door de manier van vertellen. Hier is er namelijk een ik-verteller, die naar Berlijn reist om te reconstrueren wat daar indertijd gebeurd is bij de brand van de Rijksdag.
We krijgen een mooi beeld van Rinus van der Lubbe. Als idealist, maar ook als zwemmer. Het contact dat hij daar legde met een Hongaarse zwemster is in deze roman een belangrijke verhaallijn.
De reis van de verteller naar Berlijn speelt zich af in het begin van de eenentwintigste eeuw en het verhaal springt heen en weer tussen het heden en naar de tijd van Marinus van der Lubbe. De verteller beschouwt Van der Lubbe als zijn gedroomde vader en probeert door te dringen tot hem en tot de tijd waarin hij geleefd heeft.
Bezetting en verzet
Het derde deel speelt zich vooral af in Varsseveld en Rotterdam. Hierin is er juist veel aandacht voor het begin van de oorlog. De plaatselijke predikant gaat als geestelijke verzorger naar Veenendaal, waar hij ook is als de oorlog uitbreekt. Verschillende van zijn zonen vechten tegen de Duitsers. In Rotterdam is er al gauw het bombardement.
Veel aandacht gaat uit naar een van de zonen, Tim, die niet mee hoeft te vechten, maar die later wel bij het verzet betrokken raakt. Verder spelen er nog wat liefdesgeschiedenissen mee en een SS-officier die we in het eerste deel al een beetje hebben leren kennen.
Ook de manier waarop vlak na de oorlog mensen die als 'fout' werden gezien werden aangepakt, beschrijft Knottnerus. Dat gebeurde zonder vorm van proces op een manier die nu alleen maar onze afkeer kan oproepen.
Het deel loopt van 1937 tot 1945, met aan het eind nog een sprong naar 1990. Over het algemeen wordt de historische tijd goed opgeroepen. Je kunt merken dat de auteur zich ingelezen heeft en hij weet met sprekende details te komen. Maar een enkele keer had ik mijn twijfels, bijvoorbeeld als iemand achteloos 'drie kwartjes' achterlaat op een schoteltje in een kerk. Dat zou nu toch een bedrag van meer dan twintig euro zijn geweest.
Pijn en hoop
De personages uit het derde deel komen we ook weer tegen in het laatste deel, maar dat speelt zich af ver na de oorlog. Wat onduidelijkheden uit de oorlog worden opgehelderd en de auteur tracht ook wat zaken uit de eerste twee delen te hernemen. Dat lukt eigenlijk niet goed, omdat de verhaallijnen zo lang onderbroken zijn geweest en omdat de delen onderling zo verschillen. De verschillende delen van het boek lijken me meer gelukt dan het geheel.
Al eerder noemde ik dat het boek stilistisch ook heen en weer springt tussen non-fictie en fictie. In de fictiedelen is de stijl soms vergelijkbaar met die van oude jongensboeken. Die blijkt uit zinnen als 'Daar doet hij onder het warme genot van vers gezette thee verslag' of 'Een schot doorboort de stilte van de nacht'. Iemand kan samen zijn met zijn 'kornuiten' zijn of een ander 'meetronen' of antwoorden met 'Wis en waarachtig'. Ook de clichés worden niet vermeden: 'Ze kijkt me met grote glanzende ogen aan', 'De fijne lijnen van haar gezicht waar toch kracht uit straalde', 'Strompelend naar mijn bed dat mij lokte met haar zachte schoot'. Van de literaire kant moet het boek het niet hebben.
Toch heb ik mij daar niet zo aan gestoord. Over het algemeen leest het prettig en je merkt dat Knottnerus heel graag wil vertellen over zijn onderwerp en er veel over weet. Het heeft geresulteerd in een wat verbrokkelde roman, met interessante delen, maar om er een goed boek van te maken, was er de hand van een strenge redacteur nodig geweest.
George Knottnerus, Strijd en verzoening. Uitgeverij Gopher, 416 blz. € 25,50
Geen opmerkingen:
Een reactie posten