maandag 29 april 2024

De meisjes (Annet Schaap)


Zouden er kinderen zonder sprookjes opgroeien? Het is voor mij maar moeilijk voor te stellen, maar mijn moeder kon dan ook spannend vertellen. Over Roodkapje, Hans en Grietje en de wolf en de zeven geitjes. Griezelig en veilig tegelijk. 

Juist omdat sprookjes zo bekend zijn, kan er naar hartenlust op gevarieerd worden: door het nieuwe verhaal schemert altijd het bekende sprookje. Driek van Wissen, Jan Kal en Ivo de Wijs vertelden sprookjes na in poëzie en waarschijnlijk is er een dikke bloemlezing samen te stellen van nog meer van zulke gedichten. Zij gaven daarbij ook wel een draai aan het oorspronkelijke sprookje. 

Van Wissen laat Assepoester met de prins trouwen, maar ze schiet er niet veel mee op:
Nu is het teerbeminde bruidje
de voetveeg van haar echtgenoot:
ze doet zijn wasje, lapt zijn ruitje, 
ze boent zijn vloer, ze werkt zich dood. 

Och heden, in haar huw'lijksboot
zit zij weer in hetzelfde schuitje.
Godfried Bomans verzon nieuwe sprookjes, maar andere schrijvers varieerden op de bestaande. De eersten die me daarbij te binnen schieten zijn Louis Paul Boon met Blauwbaardje in Wonderland. En andere grimmige sprookjes voor verdorven kinderen (1962) en Rudy Kousbroek met Het rijk van Jabeer (1984). Die beide boeken zijn al behoorlijk oud, dus intussen zullen er nog wel meer van dergelijke boeken verschenen zijn. Recent verscheen En ze leefden nog (2023) van Elisabeth Lucie Baeten. 

Vlampijp

In 2021 publiceerde Annet Schaap De meisjes, dat meteen behoorlijk wat aandacht kreeg. Ik sprak de auteur kort daarna toen ik samen met mijn lief de Vlampijpateliers bezocht. We wilden in ieder geval de sieraden van een collega bekijken en we wipten op die open dag ook aan bij de andere ateliers, waaronder dat van Annet Schaap. 

Het was op dat moment rustig en we knoopten een genoeglijk praatje aan met Schaap, die niet alleen haar kunst toonde, maar ook exemplaren van De meisjes verkocht en signeerde. Maar ik vergat zo'n boek te kopen. Waarschijnlijk had ik nog veel boeken liggen en misschien wist ik niet zeker of ik het boek wilde lezen en zo zijn er nog wel meer slechte redenen te bedenken. In ieder geval ging ik zonder boek naar huis. 

Twee jaar later zouden de Vlampijpateliers om veiligheidsredenen ontruimd moeten worden. 

Maar de verhalen van Schaap kwam ik steeds weer tegen. Collega's verwezen ernaar en werkten ermee in de klas. Ik snapte dat ik een gat in mijn kennis zou houden als ik ze niet ging lezen. Ik nam De meisjes mee uit de bibliotheek. 

Zeven sprookjes

De meisjes bevat zeven sprookjes, volgens de ondertitel. In de openingszin van elk sprookje komt 'het meisje' of 'de meisjes' voor. Het draait, zoals de titel al zegt, om de meisjes. We kruipen in hun hoofd. De sprookjes waarnaar verwezen wordt, zijn gemakkelijk te herkennen. 

Een enkele keer dacht ik nog een andere verwijzing te zien. In het openingsverhaal, 'Meneer Pelsteel' lees ik:
Er komt een prins, denkt ze, zoals ze dat heel vaak denkt. Een prins van ver, die me komt halen. Zijn paard zo wit als zijn gebit. En ik mag achterop. Zo rijden we dan in galop, zijn armen warm, zijn haren lang, als stro zo geel zo goud, en dan laat hij me nooit meer los, de man van wie ik houd. 

Het slot van die alinea doet me denken aan de standard The man I love

Someday he'll come along
The man I love
And he'll be big and strong
The man I love
And when he comes my way
I'll do my best to make him stay

Dat lied is al vaak uitgevoerd. Ik hoorde het ooit bij Cultureel café Dante, waar het gezongen werd door Jessica Koomen, die het met heel veel ironie deed. Dat lijkt me een gepaste interpretatie. 

In het lied wordt al duidelijk dat die droomprins misschien niet zal komen:

Maybe I shall meet him Sunday
Maybe Monday, maybe not
Still I'm sure to meet him one day
Maybe Tuesday will be my good news day

In 'Meneer Pelsteel' blijft het meisje niet langer op haar geluk wachten. Ze wikkelt haar kind in een dekentje en verlaat het paleis. 

Buiten het hek beginnen de bossen al. Er zijn korenvelden, er drijven schapenwolkjes in de lucht. De zon verwarmt haar gezicht, de middag is zacht. 
Zo zacht dat het lijkt of hij haar omhelst.
Zo zacht dat je je handen er gemakkelijk doorheen zou kunnen steken en aanraken wat erachter ligt. 
Dat is een prachtig slot. Dat de middag zo zacht is dat je je handen er eenvoudig doorheen kunt steken naar wat erachter ligt, kwam al eerder voor in het verhaal. Toen lukte het het meisje om van haar gedachten een gouden draad te spinnen. Met het weglopen pakt ze die draad weer op. 

Verlangen en gedroom

Er is veel verlangen en gedroom in de verhalen. In 'Wolf' wil het meisje een wolf ontmoeten; in 'Kikker' wil het meisje een prins als partner; in 'Koekjes' wachten Griet en Haasje lang op hun vader, maar dan gaan ze zelf op zoek; in 'Monstermeisje' moet een prinsesje klaargemaakt worden om haar prins onder ogen te komen. 

Maar de meisjes leggen zich niet bij voorbaat neer bij hun lot. Ze komen erachter wat ze echt willen en volgen een eigen pad, ook als dat niet gemakkelijk is. In sprookjes hoeven meisjes alleen maar af te wachten. Dan is er wel een prins die zich met een zwaard een weg naar hen toe kapt. 
'Je kan moeilijk verwachten dat er een prins aan komt zeilen op een dag, die alles weer goed kust, nietwaar?'
De koning zuchtte weer.
'Je zus kan er moeilijk aan wennen...'
'Ach, die zus van mij. Die denkt nog dat het leven een sprookje is. Wij weten wel beter, toch?'
Dat is een passage uit 'Monstermeisje', een variant op Belle en het beest. En in 'Kikker' zegt iemand al: 'Het leven is nu eenmaal geen sprookje.' Het zijn maar sprookjes dat je rustig moet afwachten. Ga aan de slag en maak wat van je leven. 

Hedendaags

Aan de ene kant zijn de verhalen in De meisjes sprookjes gebleven, met prinsen en prinsessen, monsters en paleizen, aan de andere kant zijn het hedendaagse verhalen. De wolf bevindt zich in een soort reservaat, in de buurt van een woonwijk en Griet en Haasje moeten mager blijven, want dat komt beter uit op de foto. 

Ik snap dus ook wel dat collega's deze verhalen in hun lessen gebruiken. Je kunt iets uitleggen over sprookjes en tegelijkertijd kun je leerlingen na laten denken over de tijd waarin ze leven. Maar bovenal zijn het gewoon goede verhalen, geschreven in een fijne stijl en mooi geïllustreerd. 

Lezen dus en tijdgebrek is geen goed excuus om het na te laten. Je kunt altijd wel tijd vinden om een enkel verhaal te lezen en later in de week nog een verhaal en dan nog eentje en dan ben je al bijna halverwege. 

2 opmerkingen: