Als ik net een boek gelezen heb waarvan ik genoten heb, vraag ik mij vaak af waarom ik niet meer van de betreffende auteur gelezen heb. Dat overkwam me ook weer bij Kristien Hemmerechts. Ik las haar nieuwe boek Van ver gekomen.
Toen Hemmerechts begon met publiceren, las ik best veel van haar: Een zuil van zout (1987), Weerberichten (1988), Brede heupen (1989), 's Nachts (1989), Zonder grenzen (1991), Kerst en andere liefdesverhalen (1992), Wit zand (1993). Hemmerechts was heel productief en ik hield haar aardig bij. Natuurlijk had ik het geluk dat lezen een stuk sneller gaat dan schrijven.
Vanzelfsprekend las ik Taal zonder mij (1998) dat ze schreef over Herman de Coninck en zijn gedichten. Mooi, liefdevol, uitstekend geschreven. Ik heb het verschillende mensen cadeau gedaan.
Interview
Van al die boeken genoot ik, maar van wat daarna verscheen, las ik er maar een paar. Het is me met meer schrijvers overkomen en er is eigenlijk geen goede reden voor. Tien jaar na de dood van Herman de Coninck interviewde ik Kristien Hemmerechts in de Poëziefabriek in Steenwijk. Er waren dichters die gedichten voorlazen (van wie ik me vooral Koos Geerds herinner) en Kristien sprak over Herman.
Ze was aardig en in een goed humeur, maar het lukte me maar moeilijk om haar bij de vragen te houden. Dat was ook weer niet heel erg, want ze vertelde veel anekdoten, waar het publiek graag naar luisterde.
Vijf jaar geleden schreef ik kort over haar podcast over de Brontës (even scrollen) en eerder las ik De dood heeft mij een aanzoek gedaan (2010) en Kronkelpaden van het geheugen (2012). De links plaats ik hieronder. Ik was enthousiast, maar daarna liet ik veel boeken ongelezen. Wonderlijk.
Ik luister veel naar interviews en daar kwam onlangs Hemmerechts voorbij, naar aanleiding van Van ver gekomen, dat zojuist verschenen is. Dat heb ik toch maar gelezen. Weer heel goed. Daarna heb ik tweedehands Als een kinderhemd (2006) gekocht. Dat zal wel een tijdje blijven liggen, maar ik ben vast van plan het te gaan lezen.
Zus, moeder, Heddy
Van ver gekomen heeft (voor zover ik kon ontdekken) niet een heel strakke opbouw. Kort na elkaar stierven Hemmerechts' zus Veerle (die een deel van haar leven in psychiatrische ziekenhuizen verbleef) en hun beider moeder. Ook overleed Heddy Honigmann, filmregisseuse met een indrukwekkend oeuvre. Ze werd vooral bekend door haar documentaires.
Verder is Hemmerechts, die zich altijd tegen het geloof en vooral tegen de kerk heeft verzet, lid geworden van de katholieke lekengemeenschap Sant'Egidio. Ze noemt het in Van ver gekomen voor het eerst als ze nadenkt over mogelijke levens, parallelle levens in een andere wereld.
Ze zou in zo'n leven een Kristien kunnen zijn die niet schrijft en die vrolijk oppervlakkig kan leven of een Kristien die nooit gescheiden is geweest en leeft in een gezin waarin niemand doodgegaan of ernstig ziek geworden is.
De laatste tijd is er een derde Kristien, eentje die haar leven wijdt aan God. Ze breviert, ze zingt, ze is in gesprek met God. Woont ze in een klooster? Geen idee. Eerst dacht ik dit boek te beginnen met de zin: 'Ik wou dat ik meer tijd had voor U.' U, God.
Ze weet ook wel dat ze ergens tijd voor kan maken als ze dat wil en blijkbaar gebeurt dat niet. Maar ze gaat wel trouw ter kerke, er is sinds een jaar of drie (weer) een God in haar leven.
Het komt goed
Haar moeder zegt 'Ge komt van ver' en vraagt daarna of die mensen daar meevallen. 'Het gaat niet om de mensen, mama,' antwoordt Kristien. Ze zoekt iets wezenlijkers. Wat ze zoekt in de mis?
Daarom moet ik iedere week naar die mis. Om de Blijde Boodschap te horen. Om te denken: misschien is het allemaal waar. Misschien mag ik hopen, geloven, vertrouwen. Het komt goed. Alles komt goed. Ook al is er veel dat ik niet begrijp, ook al kan ik niet altijd volgen en ebt mijn aandacht weg, ook al slaag ik er niet altijd in te blijven luisteren, ook al zou ik soms willen dat het langzamer ging en er tijd werd genomen om op een zin, een gedachte in te gaan. 'Daar dient de liturgie niet voor,' zegt priester Rik. - Waarom niet, denk ik.
Daarbij blijft ze kritisch. Ze gelooft 'natuurlijk' niet in de transsubstantiatie of de onbevlekte ontvangenis van Maria. God is ook geen persoon voor haar met wie je een relatie zou kunnen hebben, maar ze probeert dicht te blijven bij het goddelijke in haar.
Toen ze de diagnose borstkanker kreeg, had ze een gevoel dat ze opgetild werd door God. Juist op een crisismoment zul je gevoeliger zijn voor het irrationele of misschien moet ik zeggen het bovenrationele. Bij alles blijft Hemmerechts scherp observeren en het is prettig om haar daarin te volgen.
Schuldgevoel
Ze vertelt over God in haar jeugd, over de angst voor de hel of het geloof dat er een engeltje en een duiveltje op je schouders zitten, maar ook hoe moeder kon dreigen met God. Schuldgevoel en schaamte zijn verbonden met het geloof.
Schuldgevoel is er ook ten opzichte van haar oudere zus, die Kristien als het prinsesje van het gezin zag, wat niet strookte met de ervaring van Hemmerechts. De zus kwam te dichtbij, fysiek en mentaal. In Van ver gekomen verkent Hemmerechts hoe dat in hun leven werkte.
Uiteindelijk kan ze tegen de zus zeggen:
Rust in vrede, zus. En vergeef me omdat ik niet de zus was die je gehoopt had dat ik zou zijn. Ik kon die niet zijn. Het was niet jouw schuld, het was niet mijn schuld, het was gewoonweg zo.
En dan de moeder, die zo tekeer kon gaan. Er zijn beelden uit het verleden die tussen Hemmerechts en haar moeder in zijn blijven staan. Ja, er zijn ook goede herinneringen, maar er is ook reserve. En later hebben haar ouders moeite met Kristiens echtscheiding.
Schaamte
Haar moeder en haar zus waren rolpatronen voor haar. Het waren voorbeelden, maar het waren ook voorbeelden die ze niet wilde navolgen. Hoe moest ze als vrouw leven?
Er leeft in mij een Kristien die zich schaamt over de boeken die ze geschreven heeft, die zich schaamt omdat ze boeken geschreven en gepubliceerd heeft - wat niet wegneemt dat ik er lustig mee doorga. De rationele K weet dat het onzin is, wat andermaal niet wegneemt etc.
Er zijn veel tegenstrijdigheden, in het leven en in ieder mens, en het is mooi dat Hemmerechts die laat bestaan. Ze peutert de knopen van het leven uit elkaar, niet om tot definitieve antwoorden te komen, maar eerder om te ontdekken hoe het allemaal in elkaar zit en dat het onvermijdelijk is om van tijd tot tijd met losse eindjes te zitten.
Scherp denkend observeren
Juist daarin, het scherp denkend observeren, zit het spannende in Van ver gekomen. De structuur is losjes, alsof Hemmerechts maar wat hardop zit na te denken en die losheid heb ik als aangenaam ervaren. Je slentert met de schrijfster door het boek, neemt hier een pad links, daar een pad rechts en uiteindelijk doorkruis je toch het hele gebied.
Ook haar vriendschap met Heddy Honigmann heeft verband met haar zus. Honigmann noemt ze een van haar vervangzussen, de vrouwen met wie ze contact had mede door het ontberen van het echte contact met haar zus.
Ook bij Honigmann was er wat te verwerken in de relatie tussen ouder en kind. Haar vader had een jaar verbleven in Mauthausen als politiek gevangene en was uiteindelijk ontsnapt. Dat jaar had hem ontmenselijkt. Wie bij zo'n vader opgroeit, heeft het niet gemakkelijk. Hemmerechts wilde een boek over haar leven maken.
Ik wilde er een boek over haar levensverhaal van maken, over de weg die ze had afgelegd, over de rol van het toeval, maar ook over haar wilskracht, haar intelligentie, haar sluwheid, haar overlevingsinstinct, waarvan ik overtuigd was dat ze die van haar vader had overgeërfd.
Humor
Van ver gekomen gaat niet over lichte onderwerpen, maar het is geen zwaar boek. De humor is nooit ver weg bij Hemmerechts. Ik heb bijvoorbeeld breed moeten grijnzen om haar controverse met het Nederlands Bijbelgenootschap dat haar gevraagd had een bijdrage te leveren op hun weblog. Dat deed Hemmerechts (over Maria en Martha), maar toen was het NBG weer bang voor de reacties die dat zou opleveren. Het is mooi dat je je als lezer daarover tegelijk vrolijk kunt maken en ergeren.
Verder is er veel warmte en vertrouwen in Van ver gekomen. Hemmerechts noemt zichzelf een vertrouwende. Maar Kristien Hemmerechts blijft ook kritisch nadenken en daarbij is wantrouwen nodig, niets als vanzelfsprekend willen ervaren, maar willen weten hoe het werkelijk zit.
In zekere zin is het boek een biecht, maar niet tegenover de kerk of tegenover God (denk ik), maar tegenover zichzelf. Hemmerechts heeft onderzocht wat bijvoorbeeld haar zus voor haar betekende en waarom het tussen hen moeilijk liep en moet dat onder ogen zien nu ze het verwoordt heeft.
Tegelijkertijd is er een gevoel van vrede.
Het vreemde gevoel dat ze nu veilig zijn, Veerle zowel als mijn moeder. Dat ik me om hen geen zorgen meer hoef te maken.
Nietsontziende warmte
De dood heeft mij een aanzoek gedaan (2010)
Kronkelpaden van het geheugen (2012)
Een mooie recensie. Nietsontziende warmte, die zal ik onthouden.
BeantwoordenVerwijderenDank, dank!
BeantwoordenVerwijderen