woensdag 3 april 2024

Nu ik er nog ben (Dick Matena)


Dick Matena neemt in onze stripgeschiedenis een prominente plaats in. Sterker nog: hij schrijft die geschiedenis nog steeds, want hij heeft zijn tekenpen nog niet neergelegd. Tachtig is hij nu en als jong broekie is al begonnen aan zijn loopbaan. Al die jaren is hij heel productief geweest en in de loop der tijd ontmoette hij bijna iedereen die ertoe deed en doet in de wereld van de strips. Om maar een paar grote namen te noemen: hij maakte Marten Toonder en Hans G. Kresse van nabij mee. 

Over dat leven, rijk aan ervaringen en ontmoetingen, vertelt hij in het blad Eppo en die stukken lees ik altijd. En ook altijd met plezier. Want Matena heeft in al zijn stukken een stem. Als je ze leest, is het alsof je hem hoort, alsof hij naast je aan de bar zit en mooie verhalen vertelt over wat hij allemaal heeft meegemaakt. Een eerste bundeling is vorig jaar verschenen onder de titel Nu ik er nog ben. Hopelijk volgen er meer. 

Geen blad voor de mond

Het is een heerlijk boek geworden, waarin Matena vrijuit spreekt. Een enkele keer is hij discreet en laat hij zaken bedekt, maar meestal noemt hij man en paard, daarin heeft hij geen scrupules. Als het gebeurd is, mag het ook verteld worden. Met zoveel genoemde namen, van Martin Lodewijk tot Jan Wolkers, van Don Lawrence tot Theo van Gogh en van Peter de Smet tot Gerard Reve, was een personenregister achter in het boek eigenlijk wel passend geweest, maar dat ontbreekt. 

Gelukkig zijn er wel twee fotokaternen, met mooie foto's waarop naast Dick en zijn vrouw Nelleke zo'n beetje alle groten van de Nederlandstalige stripwereld afgebeeld staan, want Matena had met velen contact. 

Drank

Er wordt nogal gedronken in de stukken en dat heeft effect. Soms weet Matena niet meer precies wat er gebeurd is, maar veel dingen weet hij nog verrassend scherp. Er zijn geregeld scènes waarin hij opvliegerig reageert, wat mede veroorzaakt is door de drank. In ieder geval wordt de drank daarvoor als excuus aangevoerd. 

Het zijn sappige verhalen, met de aantrekkelijkheid van een roddelblad. Je wilt het graag lezen en hebt het idee dat de helden in het echt vertoond worden, zoals ze niet alleen voor maar ook achter de schermen zijn. 

Als iets gebeurd is op het gebied van de strips, dan was Matena erbij, lijkt het. We krijgen het verslag uit de eerste hand. En dan zullen we maar hopen dat het allemaal klopt wat Dick vertelt. In ieder geval vertelt hij het zoals hij zegt het zich te herinneren. 

Bovenal geef Matena een beeld van de stripwereld, die zich nog helemaal moest ontwikkelen. Matena vertelt ons nog van voor de tijd dat Donald Duck bestond. Met dat blad zou hij later nog te maken krijgen, evenals met Pep. Daarnaast verscheen zijn werk in buitenlandse media. Een deel van zijn leven woonde Matena in Spanje en in België. 

Controversieel

Soms koketteert hij met hoe controversieel zijn strips op een gegeven moment waren. Zou dat kloppen? Het zal wel. Ik heb ze nooit zo ervaren, maar ik ben dan ook vijftien jaar jonger dan Matena, dus uit een andere tijd. Maar zouden er echt leden van het Stripschap geweest zijn ('heel wat' zelfs) die hun lidmaatschap op wilden zeggen omdat Matena in 1986 de Stripschapprijs won? Het zou een sterk verhaal kunnen zijn. Maar misschien is het verhaal belangrijker dan de vraag of het waar is of niet. 

Matena kan kritisch en scherp zijn. Niet alleen op anderen, maar ook op zichzelf. Hij spaart zichzelf bepaald niet. Hij kan zijn kritiek ook relativeren en zijn eigen oordeel niet zo belangrijk vinden. Aan de andere kan hij ook heel goed bewonderen en dan is hij gul met zijn lof. 

Nu ik er nog ben is een heerlijk boek. De bijdragen zijn niet al te lang, zodat je ze gemakkelijk even tussendoor kunt lezen (als je tenminste kunt stoppen met lezen). Soms is de verteller chagrijnig, soms vilein, maar je vergeeft het hem graag. Hij geniet vooral van het vertellen en naar zo'n verteller willen we allemaal graag luisteren. Zeker omdat hij ook in elk stukje dingen weet te vertellen die nergens anders verteld zijn. Plagieerde Woody Allen Matena? Waarom gaf Anton Quintana Matena een flinke opdoffer? Waarom had Carry Brugman de Stripschapprijs moeten hebben? Lees het lekker zelf. In Nu ik er nog ben. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten