vrijdag 26 april 2024

Afgestoft: Hamerstukken (Jeroen Brouwers)

Het is bijna Koningsdag en dat roept Koninginnedag in herinnering. Op die dag verjaarde niet alleen mijn collega Duits, maar ook de schrijver Jeroen Brouwers. Ik begon Brouwers in 1980 te lezen. Zijn Kladboek trof me midscheeps. Zo geestig, zo goed geschreven, zo persoonlijk ook. Ik moest daarna alles van Brouwers lezen dat ik maar te pakken kon krijgen. 

Toen Brouwers overleed in 2022 had ik eigenlijk over hem moeten schrijven, maar het kwam me niet uit. Precies herinner ik het me niet meer, maar ik zal het druk gehad hebben en ik wilde niet een kort flodderstukje over hem schrijven. Daarom stelde ik het even uit en van dat uitstel kwam afstel. Misschien moet ik alsnog een keer mijn leesgeschiedenis van het werk van Brouwers schrijven. 

Op Literom vond ik verschillende recensies die nog niet op Bunt Blogt staan. Onderaan plaats ik de links naar de bijdragen die er wel staan. Recensies van bijvoorbeeld Datumloze dagen (2007) en Het leven, de dood (2003) hou je nog tegoed. 

Hieronder een recensie van Hamerstukken - alle polemieken en korzeligheden (2010), het verzamelde polemische werk van Brouwers, een heerlijk boek, van meer dan 750 bladzijden. In mijn recensie noem ik ook nog het nummer van De Parelduiker over Brouwers. Het stuk verscheen op 25 juni 2010 in het Nederlands Dagblad.


Confettiregens van hoon

Op Koninginnedag dit jaar werd Jeroen Brouwers zeventig jaar. Of het journaal daar die dag aandacht aan besteedde, weet ik niet. Als het niet zo is, had het gemoeten. Brouwers behoort immers tot onze grote schrijvers. 

In de ruim van vijfenvijftig jaar dat hij publiceert, heeft hij een oeuvre bij elkaar geschreven dat omvangrijk is (de bibliografie beslaat enkele pagina's), coherent en van hoog niveau. Als zo iemand een mooie ronde leeftijd bereikt, dient er gezorgd te worden voor saluutschoten, vuurwerk en champagne. 

De redactie van De Parelduiker begreep dat en wijdde een themanummer aan Brouwers. Brouwerskenner Johan Vandenbroucke interviewde de schrijver, Stefan Brijs en Benno Barnard schreven fraai over hun contact met Brouwers en -om niet meer te noemen- er is een prachtig artikel van Arjen Fortuin over Brouwers en Geert van Oorschot. 

Ook de uitgever van Brouwers zag in dat er wel weer eens op de trommel geslagen mocht worden: er is een herdruk van de roman Bezonken rood, de drie Indiëromans werden uitgegeven in één band en Brouwers' polemieken werden gebundeld in Hamerstukken

Na de dood van Willem Frederik Hermans zijn er eigenlijk maar twee auteurs die een pennenstrijd kunnen voeren op het niveau van Mandarijnen op zwavelzuur: Gerrit Komrij en vooral Jeroen Brouwers. Diens stukken waren verspreid over meer dan vijftien bundels en het is mooi dat ze nu bij elkaar in één boek staan. 

Brouwers' polemieken behoren tot de kern van zijn werk. Hij is daarin stilistisch minstens even virtuoos als in zijn fictionele werk, hij maakt erin duidelijk waarvoor hij staat en wat hij afwijst en hij weet daarin ook nog eens aansluiting te vinden bij de rest van zijn oeuvre. Wie werk van Brouwers leest, van welk genre dan ook, leest niet alleen dat werk, maar leest een auteur wiens handschrift altijd herkenbaar is. 

Sommige van Brouwers' strijdschriften zijn bij zo'n beetje elke literatuurliefhebber bekend: de polemiek met Rudy Kousbroek over Japanse oorlogsmisdaden; zijn stukken over Vlaanderen, het Vlaamse Nederlands en de Vlaamse literatuur; De nieuwe Revisor, over de 'jongetjesliteratuur' aan het eind van de jaren zeventig; zijn 'feuilletons' over redacteur Ronald Dietz en nog niet zo lang geleden over Ronald H. Plasterk. 

Waarheidsgetrouw

Dat die polemieken zo bekend geworden zijn, heeft niet alleen te maken met de hoeveelheid stof die de publicatie ervan deed opwaaien. Dat stof is intussen wel gaan liggen, maar nog steeds blijken de stukken bij herlezing te fonkelen en ze staan nog als een huis. Brouwers is een uitmuntend polemist. 

In 'Plasterk in plakjes', een vervolg op 'Sysiphus' bakens', legt hij nog maar eens uit aan welke eisen een goede polemiek moet voldoen. 

Zij moet geestig zijn: polemiek moet spetteren van vrolijkheid, de per polemiek aangevallen persoon, instantie, toestand (het onderwerp als het ware) dient te worden bedolven onder confettiregens van hoon, dient taarten in het gezicht te krijgen, dient te sidderen van het gesis, geknal, geknetter van vuurwerk dat alle misstanden en stommiteiten in het sproeilicht zet en met lawaai extra accentueert. Net als bij cabaret. 

Verder moet polemiek waarheidsgetrouw zijn. Brouwers is (in tegenstelling tot bijvoorbeeld de door hem op dit punt aangevallen Karel van het Reve) altijd precies in het geven van citaten, vindplaatsen, data. Alles moet te controleren zijn. 

Daarom ook is Brouwers altijd overtuigend. Zelfs een onwillige lezer kan niet onder de argumenten uit die Brouwers staaft met exacte gegevens. Brouwers is niet alleen overtuigd van zijn eigen gelijk, ook wie zijn dwingend geschreven stukken leest, kan niet anders zeggen dan: Brouwers heeft gelijk. 

Uitslaande vlammen

Natuurlijk is Brouwers soms kwaadwillend of kwaadaardig. Maar dat neem je voor lief, aangezien hij daarnaast altijd voldoende degelijke argumenten aanvoert. Bij het voetbal zou men in zo'n geval spreken van 'noodzakelijke overtredingen'. 

Brouwers polemiseert buitengewoon geestig, maar hij doet het niet voor de lol. Je merkt dat hij zijn onderwerpen serieus neemt. Als bijvoorbeeld Vlaanderen, het Vlaamse Nederlands en de Vlaamse literatuur hem niet zoveel hadden kunnen schelen, had hij toch niet de moeite genomen er zo uitputtend over te schrijven? Je krijgt er immers alleen maar gedoe van. Maar de zaak is het gedoe blijkbaar waard. Het is heerlijk om een schrijver te lezen waarin het vuur met uitslaande vlammen brandt. Geen lezer zal er koud onder kunnen blijven. 

Eerder schreef ik over:

Restletsels (2012)
Het hout (2014)

2 opmerkingen:

  1. Hoi Teunis, ik ben erg benieuwd naar de nog door jou te schrijven leesgeschiedenis van het werk van Jeroen Brouwers. Zoals je weet ben ik niet erg onder de indruk van wat ik van Brouwers heb gelezen. Toegegeven, dat is niet heel veel: "Bezonken rood", "Geheime kamers" en delen van "De laatste deur" en "Client E. Busken". Maar zijn vertaling van "Baron von Münchhausen" vind ik geweldig. Groetjes, Erik

    BeantwoordenVerwijderen
  2. De vertalingen door Brouwers heb ik dan weer niet gelezen, Erik. Dank voor je reactie.

    BeantwoordenVerwijderen