Op dit moment is er in Museum Meermanno een mooie tentoonstelling te zien over de geschiedenis van de Nederlandse strip. Ter gelegenheid daarvan verschenen er een mooi boek (waarover in een latere bijdrage) en een magazine, een strip, getekend en geschreven door Margreet de Heer.
Margreet de Heer heeft op het gebied van informatieve strips haar sporen al ruimschoots verdiend. Geregeld zijn haar getekende reportages in Trouw te zien en haar boeken Filosofie in beeld, Religie in beeld en Wetenschap in beeld hebben intussen hun tienduizenden verslagen. Ook in het buitenland is er belangstelling voor: Amerika en Brazilië hebben intussen kennisgemaakt met het werk van De Heer, in Zuid-Korea gaat haar werk verschijnen en er wordt gesproken over een vertaling in het Spaans.
Dat het werk van De Heer populair is, is niet zo vreemd. Ze verstaat de kunst om ingewikkelde zaken (religie, filosofie en wetenschap zijn daar goede voorbeelden van) helder weer te geven en dat ook nog op een onderhoudende manier. Bovendien zijn haar boeken persoonlijk: vaak loopt er een figuurtje in rond dat qua uiterlijk geënt is op de auteur. Het stelt kritische of wat peinzende vragen; vragen die de lezer zich wellicht ook stelt.
Doordat er zo nadrukkelijk een verteller rondloopt in de boeken, krijg je de indruk dat het verhaal speciaal voor jou als lezer verteld wordt, dat je zelf aangesproken wordt. De verteltoon is zo aansprekend, dat je graag luistert (en dus leest).
Dat is ook het geval bij deze geschiedenis van de strip. De Heer heeft voor elk tijdperk een andere verteller gekozen. Dat kan een kind zijn dat in die tijd de strips leest. Het dikke meisje Betje bijvoorbeeld, uit 1936, dat zo graag jam eet, vertelt ons over Flipje en Elsje uit 1967. Ze leeft helemaal in de wereld van Paulus de boskabouter. Maar het kan ook een opa zijn die zijn kleinkinderen vertelt over Sjors en Sjimmie of een boekhandelaar die een oude dame uitleg geeft over graphic novels.
Enkele keren kiest De Heer ervoor om de vertellers met elkaar te laten discussiëren en dat werkt erg goed. Zo kan ze een vergelijking maken tussen Eric de Noorman en Kapitein Rob en tussen Jan, Jans en de kinderen en De familie Doorzon.
Achter in het magazine wordt aan kinderen uitgelegd hoe ze zelf stripfiguren kunnen tekenen, waarna er nog drie bladzijden met noten volgen. Die zijn overigens ook goed leesbaar en ruim geïllustreerd.
Eigenlijk heeft het magazine maar één minpuntje: het flodderige kaftje. Dat had van zwaarder papier moeten zijn, liefst glanzend. Aan de andere kant kon Museum Meermanno de prijs van het magazine mede daardoor lager dan een tientje houden.
De expositie over de geschiedenis van de strip is nog te zien tot en met 12 januari 2014. Daar moest je maar eens naar toe. Dan kun je meteen dit magazine op de kop tikken. En daarna lekker strips lezen.
Strips! 200 jaar Nederlands beeldverhaal
Tekst en tekeningen: Margreet de Heer
Inkleuring Yiri T. Kohl
Uitgever: Museum Meermanno | Huis van het boek
36 blz. € 9,50
Margreet de Heer schrijft over deze uitgave op haar Engelstalig blog, waarop ze ook een leuk filmpje over haar magazine laat zien.
Hier zijn enkele foto's te zien die genomen zijn in het museum.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten