dinsdag 3 juni 2025

Afgestoft: Waar was je nou (K. Schippers)

Na de afgestofte recensies uit de jaren tachtig en negentig is het wel weer eens tijd voor een recensie uit deze eeuw. Het is die van Waar was je nou van K. Schippers. Wat ik daarover schreef, verscheen op 6 augustus 2005 in het Nederlands Dagblad

Schippers is een van mijn lievelingsauteurs. In zijn boeken gebeuren dingen die in de werkelijkheid niet kunnen en die toch geloofwaardig zijn. Dat maakt het lezen van zijn boeken tot een avontuur. Tomas Lieske is een vergelijkbaar auteur. 

Vaak zijn er meer werkelijkheden in de roman en iemand kan soms van de ene werkelijkheid overstappen naar de andere, gewild of ongewild. Bij Lieske vind je dat bijvoorbeeld in romans als Door de waterspiegel en De vrolijke verrijzenis van Arago. Links naar wat ik over andere boeken van Schippers geschreven heb, plaats ik onderaan. 

In de recensie zoals die in het Nederlands Dagbald stond kwam een enorme fout voor, die ik intussen gecorrigeerd heb. Ik noemde een film van Woody Allen. Bedoeld was The purple rose of Cairo, maar ik schreef The yellow rose of Texas. Dat is echter een lied. Daarover is een heel verhaal te vertellen, maar dat is iets voor een andere keer of een andere plaats. Ik realiseer me dat ik deze fout vaker heb gemaakt, al weet ik niet precies meer waar. 

Bij het nalezen van de recensie, herinnerde ik me weer dat de roman begint met iemand die zich buitensluit. Dat doet me nu denken aan Raam, sleutel van Robbert Welagen.

Van Waar was je nou heb ik heel erg genoten. Zo speels, maar ook zo weemoedig. En in zo'n heerlijke stijl! Nu ik mijn recensie herlezen heb, bedenk ik dat ik ook weer eens wat van Schippers zou moeten herlezen, maar meestal komt van zo'n voornemen niets terecht. Op mijn laptop heb ik nog een recensie van De hoedenwinkel (2008). Die zal ik hier een keer plaatsen. En er zijn ook nog romans van Schippers die ik niet gelezen heb, zoals Vluchtig eigendom (1993) en Poeder en wind (1996). Die moest ik ook maar eens zien op te duikelen. 

Van de recensie hieronder vind ik dat die vrij plotseling ophoudt. Mocht ik maar een beperkt aantal woorden gebruiken en zat ik aan de limiet? Ik weet het niet meer. De tussenkopjes zijn waarschijnlijk niet door mij bedacht, maar door een redacteur. Ik heb ze laten staan. 

Als je nog niets van Schippers gelezen hebt, is Waar was je nou overigens een uitstekende roman om mee te beginnen. 


Taalplezier, kijkplezier  

K. Schippers schrijft aanstekelijke roman 


Het lijkt een onbetekenend voorval: iemand zegt tegen zijn Turkse groenteman 'tien pers', waarop de man de sinaasappels pakt. De klant prijst hem, dat hij het Nederlands zo goed begrijpt. 'Alleen hier', antwoordt de groenteman, 'Buiten niet.' 

Dit is een korte scène aan het begin van de roman Waar was je nou van K. Schippers. De klant is de hoofdpersoon, Ruud, die naar buiten loopt en zich afvraagt wat de groenteman bedoeld kan hebben. Hij concludeert dat de man het Nederlands slechts beheerst voorzover het met zijn koopwaar te maken heeft. Buiten de winkel is hij onthand: hij zal het woord niet weten voor dakgoot of merel. Zijn taal is in twee stukken opgedeeld. Tijdens eerste lezing hobbel je over zo'n voorval heen: je volgt verder het verhaal en vergeet de groenteboer, maar bij het terugbladeren valt op dat het zo'n beetje de hele roman gaat over twee werelden, een wereld waar je bij hoort, waarin je participeert en een wereld waar je niet bij kunt. Niet voor niets opent Waar was je nou met Ruud die de deur van zijn huis achter zich dichttrekt, zonder dat hij zijn sleutels bij zich heeft; hij heeft zich buitengesloten, heeft geen toegang meer tot zijn dagelijkse wereld. 

Momentopname 

Ruud gaat naar het huis van zijn moeder, die een paar maanden eerder overleden is. Als eigenaar van een fotozaak heeft hij vooral aandacht voor de foto's die zijn moeder maakte. Ook een foto toont een andere wereld dan die waarin je leeft. Het is een opname van een moment. Er is tijd aan voorafgegaan, er is tijd op gevolgd, maar dat is allemaal niet te zien. Ook het tijdstip dat de foto vastgelegd heeft, is allang voorbij. 

Maar als Ruud de foto's bekijkt, kan hij zo de kleuren invullen, bedenken wat de mensen op de foto tegen elkaar zeggen, horen welke geluiden er klinken. Alsof hij niet een plaatje uit het verleden ziet, maar alsof nu gebeurt wat de foto toont. Alsof hij niet langer buiten de wereld van de foto gesloten is, maar er zo in kan stappen. 

Woody Allen deed het omgekeerde in zijn film The purple rose of Cairo: daar stapte een van de personages van het bioscoopdoek en ging zich bewegen in de wereld buiten de film. Michael Ende liet in Die unendliche Geschichte zijn hoofdpersoon deelnemen in de werkelijkheid van het boek dat hij aan het lezen was. Schippers doet iets soortgelijks als Ende: hij laat Ruud verdwijnen in de foto, de grenzen van tijd en ruimte vallen weg, Ruud is weer terug in de tijd toen hij nog een kind was. Hij kan daarin rondlopen met het bewustzijn en de kennis van de volwassene, genieten van wat voorbij hoort te zijn, maar toch nog even is. Ruud weet hoe hij terug moet komen in de werkelijkheid van buiten de foto, maar hij wil ook graag een tastbaar bewijs meenemen naar het heden: een broche van zijn moeder, die ze wel eens uitleende aan haar vriendin Chris. 

Schippers speelt een magnifiek spel met verschillende werkelijkheden, verschillende werelden. Overal zie je parallellen en spiegelingen en steeds weer moet je je afvragen hoe werkelijk deze werkelijkheid nu weer is. 

Pink 

De hechte compositie dwingt bewondering af. Maar er is meer. Door de oude foto's hangt er in het boek een milde weemoed, die niet sentimenteel wordt. Het kan bijna niet anders of bij de lezer verschijnt automatisch een glimlach op zijn gezicht. 

En dan zijn er nog de scherpe observaties, de precieze stijl. Zelfs met een pink van zijn schrijfhand schrijft Schippers korte uitweidinkjes als: 
In het café heeft Slim haar pink niet onder controle. Het is de vinger die nauwelijks iets doet en toch is hij niet te vertrouwen. Min of meer werkeloos begeleidt hij haar gebaren, als een versiering bijna, een vrije vinger die niet meedoet aan drinken, eten, een deur openmaken, vlug even over je voorhoofd wrijven. Hij is de edelman onder de vingers. Zelfs als Slim thuis in een pan roert, zweeft de pink in het niets, heeft hij de allure van de getuige die minzaam toekijkt, terwijl de andere vingers het vuile werk opknappen.
Taalplezier. Kijkplezier. Waar was je nou is een aanstekelijk boek.

Verder schreef ik over:

Geen opmerkingen:

Een reactie posten