Autobiografie van een kogel
Het ding dat zijn bestaan betreurtIs even eenzaam als de mens.Een hart te treffen was zijn wens.En dat is hem noch mij gebeurd.
Andere boeken
Het gegeven van Licht aan het eind van de loop deed mij aan twee andere werken denken, die ik geen van beide onder handbereik heb, dus wat ik erover beweer, breng ik met een zeker voorbehoud. Het eerste is een gedicht van Ivo de Wijs over een kogel die de loop verlaat en in een mensenlichaam (een hoofd?) dringt. Minutieus beschreven. Aan het eind blijkt het de verklaring van de dader voor de rechtbank te zijn.Het andere is een strip, Kaliber .38 (1989), getekend door Franz op een scenario van Jean-Luc Fromental en José-Louis Bocquet, in het Nederlands uitgegeven door Arboris in 1991. Hierin volgen we niet een kogel, maar een pistool. Ik heb het niet gelezen, maar ik las erover in het dossier over Franz, opgenomen in het eerste deel van de integrale uitgave van Lotusbloem, waarover ik volgende week ga schrijven.
Van Licht aan het eind van de loop vind ik vooral het idee leuk. Je volgt een kogel die in het begin nog rustig in de la van een nachtkastje ligt, in handen terechtkomt van misdadigers, gevonden wordt door een kind en zelfs nog gebruikt dreigt te worden bij een spelletje Russische roulette.
Driessen weet het verhaal wel de hele tijd boeiend te houden. Natuurlijk moet de kogel verplaatst worden om wat mee te maken. De manieren waarop dat gaat, volg je als lezer wel, al zou je ze ook hier en daar gezocht kunnen noemen. Maar omdat Driessen het verhaal laat spelen in Amerika wordt het al aannemelijker. Daar is wapenbezit gebruikelijker dan bij ons.
Dat je wilt weten hoe die kogel gebruikt zal worden (en of hij wel gebruikt zal worden) houdt je gaande tijdens het lezen.
Wat weet een kogel?
Je moet wel een beetje meegaan in het verhaal. Je kunt je afvragen hoe een kogel aan zijn kennis komt. Hoe weet hij dat iemand zijn gereedschap naar zijn Dodge heeft gebracht. Als je ervan uitgaat dat een kogel kan horen, ben je al een eind. Maar hoe weet de kogel dat het een Dodge was? En hoe weet een kogel of muziek van Kenny Rogers, Barry Manilow of Robert Schumann is?Maar goed dit soort dingen heb je wel nodig om een beetje verhaal te krijgen.
Mooi is dat de kogel zich af gaat vragen waarvoor hij nodig is. Hij is nieuwsgierig naar het gebruik, maar misschien is het beter als dat niet gebeurt:
Ik begin hoop te koesteren dat er een wereld bestaat die mij niet meer nodig heeft. (...) Misschien is het hoogste wat voor een kogel is weggelegd: geen noodlot te hebben. Misschien spelen we dan een soortgelijke rol in de familietraditie als sieraden die van moeder op dochter overgaan: gekoesterd en gewaardeerd maar zelden gedragen, omdat de mode nu eenmaal verandert.
De kogel overweegt verder zichzelf een naam te geven, om zijn individualiteit te benadrukken, al snapt hij dat niemand hem ooit Ishmael of Pete zal noemen.
Bijbeltaal
Henry, de colt dus, heeft ook een beeld van zichzelf en op een bepaald moment neemt hij zelfs het woord:
Jullie zijn mijn uitverkoren discipelen. Ik heb voor jullie vele dozijnen patronen uit alle windstreken in mijn trommel gedragen en hen uitgezonden, zoals ik ook met jullie zal doen als de volheid des tijds gekomen is. Sommigen van jullie zullen als zaadkorrels in vruchtbare voren vallen, sommige op stenige bodem, andere zullen verkommeren in de schuur.
Dat is religieuze taal, die verwijst naar die van de Bijbel. Maar Henry benadrukt zo ook de verhouding tussen de revolver en de kogels. Ook de kogel gebruikt bijbeltaal om de verhouding met Henry aan te geven. Hij noemt Henry 'een gestrande ark met niet meer dan zes exemplaren van één en dezelfde soort en van dezelfde kunne in zijn zware metalen romp.' De bezitter van de revolver zal de kogel uiteindelijk zijn bestemming geven. Die wordt aangeduid met 'verlosser'.
Onverwachte ontwikkelingen
Henry (met zijn kogels) komt in het bezit van Lenny, die niet gewelddadig is. Hij krijgt een Nederlandse schrijver op bezoek, die met hem en zijn gezin een boottocht maakt. Dat is het enige moment waarop er van alles verteld wordt dat de kogel absoluut niet kan weten. Dat is inconsequent, maar het is wel een passage waarin het verhaal vaart krijgt en waarin er onverwachte ontwikkelingen zijn.
De schrijver is bezig aan de roman Liefde in het Derde Rijk, de roman die Driessen een paar jaar later zelf zou schrijven.
Hoe het afloopt, ga ik hier natuurlijk niet vertellen en ook niet of de kogel wel of niet gebruikt wordt.
Het licht aan het eind van de loop is een aardig boekje. Vooral het idee is interessant en Driessen heeft het goed aangepakt, maar voor mijn gevoel blijft het wel een beetje steken in het experiment. Leuk om tussendoor te lezen, maar dat is het dan ook wel. Ik zal toch een roman als De pelikaan moeten gaan lezen om een beter oordeel te kunnen vormen. Maar eens kijken wanneer het in de bibliotheek op de plank staat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten