Dat dichters en beeldend kunstenaars samenwerken, is niet nieuw. Soms levert dat mooi werk op, waarbij gedichten en tekeningen elkaar versterken. In het bundeltje Wouter is dat wat minder het geval.
Wouter bestaat uit vijf gedichten van Tim Pardijs. De tekeningen van Annewietske Stavast zijn vooral illustraties bij de gedichten. Ze verraden een ironische kijk op de hoofdpersoon, Wouter.
Jammer genoeg mankeert er technisch wel wat aan de tekeningen. Stavast heeft Wouter vaak recht van achteren getekend, maar het lukt haar maar niet om hem op een natuurlijke manier te laten lopen. Ook klopt af en toe het perspectief niet. Wel gebruikt Stavast een lekker losse lijn om Wouter neer te zetten.
Pardol koos ervoor om Wouter te schetsen in vijf sonnetten, in proza-achtige taal. Dat lukt hem aardig, maar ik vroeg me wel af wat de vorm in dit geval toevoegde. Weinig, jammer genoeg.
Ook de taal zelf heeft weinig aandacht van de dichter. Soms schrijft hij fraaie zinnen, maar het lijkt hem meer te gaan om het portretteren van Wouter, een wat in zichzelf gekeerde man, niet onsympathiek, maar onbeduidend. Pardol krijgt het wel voor elkaar om bij de lezer sympathie voor Wouter op te roepen.
Eigenlijk is het wel mooi dat Wouter van de dichter aandacht krijgt. Andere personen zullen hem die niet geven. In het slotgedicht spreekt iemand Wouter aan: ‘Ik dacht even dat je iemand anders was.’
Voordat Wouter in de vergetelheid verdwijnt, heeft Pardol hem vastgelegd in woorden. Daardoor zal hij nog even blijven voortbestaan in onze hoofden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten