vrijdag 25 april 2025

Rubber (M.H. Székely-Lulofs)


Zo nu en dan zag of hoorde ik de titel voorbijkomen: Rubber van Madelon Székely-Lulofs (1899-1958). Het zou een goed boek zijn, zich afspelend in het toenmalige Nederlands-Indië. Ik kocht het toen ik het tegenkwam, maar het duurde toch nog een tijdje voor ik het ook daadwerkelijk ging lezen. 

Ik zal het maar alvast verklappen: Rubber is een geweldig boek. Het is een succes geweest. Het werd goed verkocht en is ook verfilmd. Menno ter Braak was er niet tevreden over, maar die had het wel vaker lastig met boeken van vrouwen. Hij vond dat Lulofs te veel Multatuli-allures had. Volgens de pagina die op Wikipedia aan haar gewijd is, wordt verteld dat zij door deze kritiek steeds minder zelfvertrouwen kreeg en dat haar loopbaan in een dalende lijn verliep. Maar Rubber was haar debuut. Dan zou het daarna alleen maar bergaf zijn gegaan. Dat lijkt me dan weer sterk. 

Verboden boek

In een artikel waarin haar dochter herinneringen ophaalt aan haar moeder, wordt die trouwens in de kop 'de vrouwelijke Multatuli' genoemd. Dochter maakt gewag van het lot dat een latere roman van Székely-Lulofs wachtte: Toet Nja Din (1948), 'haar lievelingsboek', werd verboden door de Nederlandse regering. Het boek ging over de Atjeh-oorlog en het kwam uit tijdens de zogeheten politionele acties, de oorlog die Nederland voerde bij de onafhankelijkheidsstrijd van Indonesië. Blijkbaar zat de regering niet te wachten op een boek over een eerdere oorlog en ze had vreemd genoeg ook de macht om het boek te verbieden. Dat maakt wel nieuwsgierig. 

Deli Courant, 14 oktober 1931
Eerst maar eens naar Rubber. Dat verscheen in 1931. Het speelt zich af op Sumatra, onder rubberplanters. Aan het begin van de roman reist John van Laer naar de plek waar hij werkt. Hij is aangesteld als assistent op 'een nieuwe rubberontginning' van een Amerikaanse maatschappij, de Hevea Coy. 

Het perspectief wisselt een paar keer en zo maken we kennis met de wereld van de planters. John werkt onder Van der Meulen en daarmee heeft hij het aardig getroffen. Verder leren we bijvoorbeeld Frank en Marian Versteegh kennen en Jan Meesters. 

Binnenkort gaat John trouwen, met Renée en die zal overkomen naar Sumatra. Zijn Japanse huishoudster Kiku San moet dan een andere betrekking zoeken. 

Contractarbeiders

Het zijn de jaren twintig van de vorige eeuw. Er is op papier geen slavernij meer, maar de 'contractarbeid' zou je wel als een voortzetting van de slavernij kunnen zien. In Rubber krijg je vooral het westerse perspectief, maar er is wel oog voor de contractarbeiders. 

John moet bijvoorbeeld met zijn auto over een pont, maar de oude veerman is nergens te bekennen. Hij was net even brandhout zoeken. 

'Kan me niks verdommen!' ... viel nu John woedend uit ... 'je hebt bij de pont te zijn ... En nu gauw! ... Of ik sla je oude karkas in mekaar!'
'Slaan ... slaan ...' mopperde de oude, naar het huisje gaande, om het hout af te leveren. Hij wist wel, dat men hem niet meer sloeg. Sinds hij uit het contract was sloeg men hem niet meer. En toewan van Laer was helemaal niet zo'n erge toewan! Soms schold hij ... En die Blanda's hadden altijd zo'n haast!

Vrouwen

Dat er Nederlandse vrouwen naar Nederlands-Indië komen is een nieuwe ontwikkeling en niet iedereen vindt dat positief. Van der Meulen:

'U moet me niet kwalijk neme, mevrouw ... en alle aanwezige niet te na gesproke ... maar as u me excuseert, dat ik het zeg ... dat is nou de gróótste stommiteit, die een planter kén doen: trouwen! ... Wat mót je nou doen met zo'n blanke vrouw in de rimboe? Ze zanike je hoofd gek ... Ze kenne niet tege de warmte ... het huishouwe kenne ze na een poos niet meer doen, omdat ze te rotte zenuwe krijge van de hitte ... ze takele af in geen tijd en het eind van het lied is, dat je vanwege zó een naar Holland terug moet, vóór je je tantième allemaal binnen hebt ... Nee hoor! Aan mijn lijf géén polonaise ... geef mij maar rijst ... maar troúwe ... dat doen ik niet!'

Er gaat een andere sfeer in de plantergemeenschap hangen nu er zoveel Nederlandse vrouwen zijn. De avonturiers worden echtgenoten en huisvaders. 'Zo maakten de vrouwen de eerste scheuring in de hechte band, die jaren lang de planterswereld had omsloten gehouden.'

Een ander personage in een gesprek aan de bar:

'Dit gesprek is eigenlijk niet voor getrouwden ... vriend ... Maar as je het tocht hóren wilt: het is ánders, omdat er zoveel getrouwden zijn! Toen de vrouwen kwamen, is het veranderd. Nou wordt er minder gezopen en de lui zijn minder joviaal. D'r mot dik gedaan worden met zijden kousen en eetpartijtjes ... Dat kost geld. En daarom wil iedereen baas worden. En de een likt den ander en de een spreekt kwaad van den ander. Ruzietjes hier, en ruzietjes dáár ... Iedereen is bang voor zijn baantje, om zijn vrouw en zijn kinderen ... Vróeger, as je iets niet aanstond, nou dan kreeg je mot met je baas en donderde je op ... naar een ander baantje. Of je dronk het af! Maar tegenwoordig wordt dat allemaal stiekum bekletst en beïntrigeerd ... en dat is allemaal verraad van den een tegen den ander!'

In dit lange citaat wordt de baantjesjagerij van de planters dus in verband gebracht met het feit dat er zoveel getrouwden onder hen zijn. De sfeer is daardoor duidelijk veranderd, er wordt meer gekonkeld. 

Er is in Rubber ook al sprake van een babyshower, al wordt die daar een 'storkshower' genoemd. Ik heb het idee dat dat in Nederland nog niet zo lang (een jaar of tien?) gangbaar is. Maar honderd jaar geleden werd het dus al geïntroduceerd op Sumatra. Daar was het een gewoonte die uit Amerika kwam. 

De nieuwe generatie vrouwen, waartoe Renée behoort brengt de mannen wel eens tot hoofdschudden, ze roken, ze rijden auto, ze maken zich op. De mode doet zijn intrede en de rekeningen op de club lopen op. 

In de club is de sfeer ook anders. Voor de komst van de vrouwen was er een veel duidelijker hiërarchie: opzichters zaten niet bij assistenten aan tafel. Langzamerhand verwatert dat. 

Liederlijk gedrag

Er wordt goed verdiend aan rubber en de westerlingen hebben steeds meer te besteden. Er komen niet alleen meer auto's, maar er wordt ook flink verteerd in de club, waarin mensen zich te buiten gaan aan drank en liederlijk gedrag. Langzamerhand komt er ook een ander soort mensen werken op de plantages: vooral jonge mannen die de aanstelling danken aan hun stand. Je ziet hoe het hele wereldje aangevreten wordt en hoe het uiteindelijk wel mis moet gaan. 

Met de beurskrach in 1929 breekt er een andere tijd aan. De winsten worden minder en er moeten mensen ontslagen worden. Het plan van kolonisten, een aantal jaren hard werken en dan met genoeg geld geld weer terug naar Nederland gaan, kan door velen niet uitgevoerd worden.  

Dansen op de rand van de vulkaan

Aan de ene kant tekent Székely-Lulofs een gemeenschap die danst op de rand van de vulkaan: er wordt een tijd lang veel verdiend, maar dat kan niet voortduren. Er zijn nog koloniale verhoudingen, maar er broeit al hier en daar wat en de westerlingen zijn hun leven niet altijd zeker. 

Aan de andere kant laat Rubber ook zien hoe mensen tussen twee culturen in raken, tussen twee vaderlanden, nergens meer echt bij horend. Als ze op verlof zijn in Nederland, merken ze dat ze veranderd zijn. Ze moeten bijvoorbeeld ineens rekening gaan houden met de meid en alles is er kleiner. 

De tragiek van het leven in Nederlandsch-Indië wordt duidelijk in het leven van Renée, die geen slecht huwelijk heeft met John, maar daarin wel wat mist. Ze is erg gecharmeerd van een Rus, Ravinsky. Als ze op verlof is in de bergen bij Brastagi zoekt hij haar op en ze brengen samen de nacht door. Als ze dat bekent aan John, is het meteen gedaan met hun huwelijk.

Rubber is een goed boek. Het is geschreven in een vlotte stijl, waarbij de natuurlijkheid van de dialogen opvalt. Fraaie beschrijvingen van het landschap en een indringende tekening van het milieu, waarbij aspecten aangestipt werden die mij onbekend waren of die ik mij nooit gerealiseerd had. Bijvoorbeeld dat er in het koloniale wereldje geen oudere westerlingen zijn. 

Koloniale reputatie

Rubber kreeg herdrukken en vertalingen en het werd verfilmd. Al snel daarna verscheen Koelie (1932), met daarin aandacht voor het leven de contractarbeiders. De kritiek was verdeeld. Die kritiek was trouwens niet louter literair. Men vroeg zich ook af of het nu allemaal wel klopte wat Székely-Lulofs schreef. In De Indische Courant schrijft Illico dat het allemaal toch wel niet zo erg zal zijn en dat ook duidelijk moet zijn dat het Westen veel goeds aan het Oosten heeft gebracht. 

De Indische Courant, 25 juli 1932

Daarover schrijft ook M. in Het nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië. Hij noemt eerst Multatuli van wie we volgens hem wel weten dat hij regelrechte leugens schreef. Dat verwijt hij Székely-Lulofs niet en hij zegt ook niet dat ze onwaarheden opschrijft, maar voor buitenstaanders kan er door haar boeken (Koelie is dan ook al verschenen) wel een verkeerd beeld ontstaan en dat doet afbreuk aan 'onze koloniale reputatie'. 

Het nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië, 16 november 1932

Rubber is voor mij een zeer aangename kennismaking met het werk van Madelon Székely-Lulofs. Intussen heb ik nog een bundeling van niet eerder uitgegeven verhalen van haar in huis gehaald, Ontmoeting met de dood, en ik wil haar andere romans ook wel lezen, net als haar biografie, Tumult (2008) door Frank Okker. Ik verheug me er nu al op. 

4 opmerkingen:

  1. Hoi Teunis, een mooie recensie! "Rubber" lijkt mij afgaande op jouw bespreking, ook een mooi boek, maar ja, ik kan en wil ook niet alles lezen. Groetjes, Erik

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Daar heb ik zeker begrip voor, Erik. Het boek is echt goed.

      Verwijderen
  2. Gelezen...een geweldig boek

    BeantwoordenVerwijderen