vrijdag 4 januari 2019

Aswoensdag (Hanneke Hendrix)


Terug naar de plaats van je jeugd en daar dingen herkennen of daar zaken ontwarren die indertijd in de knoop geraakt zijn - er is met gemak een lange lijst te maken met boeken die dat als grondplan hebben: van De provincie van Jan Brokken tot De helaasheid der dingen van Dimitri Verhulst, van Terug naar Oegstgeest van Jan Wolkers tot Ventoux van Bert Wagendorp.

Ook Aswoensdag van Hanneke Hendrix borduurt voort op dat stramien: Marit heeft al vijftien jaar geen contact meer met haar moeder (Stans), die intussen is gaan dementeren. Als het thuis wonen grote problemen gaat opleveren, trekt Marit bij haar moeder in om de nodige zaken voor haar te regelen. Ze keert daarmee terug naar het dorp waar ze is opgegroeid, een mijndorp in Noord-Limburg, Sint Nazareth Aan De Woestijn (Sint Naaz).

Dorpscultuur

Dat deed me denken aan Hoor nu mijn stem van Franca Treur en ook aan Dorst van Esther Gerritsen. De hoofdpersoon bij Treur, Ina, keert terug om een oude tante te verzorgen. Ze is weer terug in de reformatorische wereld die ze achter zich gelaten heeft. Dat betekent dat ze moet stappen in een cultuur die nog in haar zit, maar die in haar actieve leven geen rol meer leek te spelen.

Ook Marit keert terug naar de dorpscultuur in Limburg. Ze is vijftien jaar geleden naar de kust getrokken. Ze heette toen nog Marietje. Blijkbaar heeft ze, om haar nieuwe leven te onderstrepen, een nieuwe naam aangenomen. Maar voor het dorp blijft ze Marietje en iedereen blijkt nog steeds alles van iedereen te weten. Als er bijvoorbeeld onder toonbank bier verkocht wordt aan Marit, is dat al gauw breed bekend.

De hoofdpersoon in Dorst gaat inwonen bij haar moeder, die terminaal ziek is. Dat is misschien wel niet zo'n goed idee, want de relatie tussen moeder en dochter is bepaald niet prettig. Dat is eigenlijk ook het geval bij Marit en haar moeder. Marit is niet voor niets weggegaan. Wat er scheef zit tussen moeder en dochter is een van de vragen die de lezer beantwoord wil zien.

Mantelzorg

Marit zal proberen moeder opgenomen te krijgen en daarvoor moet heel wat geregeld worden. Tot nu toe is er naar moeder omgekeken door buurvrouw Dings, Stientje, die als kind al vriendin van moeder was. En door Rudy, de buurtregisseur, een wonderlijke figuur, die betrokken is bij moeder, maar die tegelijkertijd vindt dat hij zelf erg weinig aandacht krijgt.

Moeder is niet gemakkelijk voor haar omgeving. Zo loopt ze geregeld weg. Zelfs als Marit de deur barricadeert, weerhoudt dat moeder niet om de benen te nemen. Een van de verhaallijnen is die van moeder in het heden: hoe ontwikkelt het ziektebeeld zich en zal het goed gaan of komen tussen Marit en haar?

Een andere lijn is die van de ongewenste kinderloosheid van Marit en Maarten. Ze zijn een traject in gegaan van ivf-behandelingen dat veel vraagt van Marit maar ook van de relatie tussen de beide partners. Vraagt dat te veel? Intussen heeft ze de verantwoordelijkheid voor een moeder die als een kind zorg behoeft. Ongewild heeft ze de moederrol al aangenomen.

Jeugdherinneringen

Ten slotte zijn er de jeugdherinneringen van moeder: haar broers zijn ooit omgekomen in de mijn en daarna is er veel veranderd thuis. De dorpsgemeenschap heeft ze laten stikken, wordt er wel gezegd en vader en moeder waren zo bezig met hun verdriet dat er niet veel aandacht meer overbleef voor Stans. Die moest ook nog leven met dingen die ze wist, maar nooit zou kunnen vertellen.

Het dorp leeft toe naar de carnavalstijd, die uit zal monden in de Aswoensdag. Moeder en Marit gaan ook meedoen met de carnavalsfeesten, al heeft Marit eigenlijk niet een geschikt pekske: ze loopt rond in een berenpak.

Vasteloavond

De Vasteloavond is een aantal jaren geleden prachtig opgeroepen in Naar de overkant van de nacht, door Jan van Mersbergen. Dat feest heeft niets te maken met platte lol, maar met loutering. Onbekenden zingen gezamenlijk liedjes in de streektaal en vertellen elkaar hun levensverhaal. Die liederen citeert Hendrix uitvoerig en ze werken uitstekend. Er is weemoed om wat voorbij is en nooit meer terugkomt, er is gemis en er is het heul zoeken bij elkaar. De beschrijving ervan behoort tot de hoogtepunten van Aswoensdag. 

De roman zit goed in elkaar. Dat er bij Marit herinneringen loskomen is logisch: ze bevindt zich op haar oude plek. Maar ook bij Stans komt er veel boven, zeker nadat Marit de jukebox in de voorkamer heeft laten repareren. De muziek van vroeger laat het verleden herleven.

Lief doen

Wat in vorige generaties is gebeurd, werkt door in de volgende. Doordat Stans' ouders zo bezig waren met het verlies van 'de jongens' heeft zij het in haar eentje moeten rooien. Zelfs toen ze zich verwondde met een mes, werd ze eigenlijk niet gezien. Zij was vast van plan om het later, als ze moeder was, anders te doen.
'Ik had een heel klein dochtertje', zei Marits moeder. 'Heel klein. Lief klein baby'tje. Ik heb die niet alleen onder de kapstok laten zitten. Ik zei tegen haar: de jongens zijn er niet meer, maar jij bent er nog wel. ik heb haar niet zomaar gelaten met dat mes.'
'Nee?' vraagt Marit.
'Nee. Ik heb lief gedaan. Ook al voelde ik me alleen.'
Moeder was het meisje met het mes, het meisje dat alleen onder kapstok ging zitten. Je zou kunnen zeggen dat ze datgene wat ze gemist heeft alsnog aan haar dochtertje wilde geven en dus aan het meisje dat zij zelf is geweest.

Schrijnend is dat moeder zegt dat ze 'lief gedaan' heeft. Dat was blijkbaar het maximale dat ze kon. Niet lief zijn, maar lief doen. Je ziet hoe het zuur zich door de generaties heen vreet. Wil Marit daarom zo graag een kind? Wil ook zij goedmaken wat ze zelf tekortgekomen is? Daar lijkt het wel op.

Mijndorp

De plaats waar alles zich afspeelt, is tekenend: een mijndorp in Noord-Limburg.  We zouden mijnen juist in het zuiden van Limburg verwachten. Dat kon dan ook niet goedgaan. Niet alleen eiste de mijn zijn slachtoffers, uiteindelijk bracht hij ook niet genoeg op. Ook daarbij heeft men het geprobeerd, maar is het allemaal niet gelukt. Er ligt alleen nog een berg, waar nu de 'import' skilessen neemt. En er zijn afgesloten mijngangen.

Alles wijst op mislukte pogingen. Een mijn die niet gelukt is, kinderen die omgekomen zijn, relaties die onder spanning staan of waaruit de spanning verdwijnt, een kind dat maar niet geboren wil worden, een moeder die verdwaald is in haar leven en in haar verleden.

Ook Marit lijkt het niet te redden. Ze doet dapper haar best, maar de taak om voor haar moeder te zorgen is eigenlijk te zwaar voor haar. Ook bij haar dringt het verleden in het heden. Ze ziet bijvoorbeeld ineens haar opa aan de tafel zitten, hoewel ze weet dat hij er niet kan zijn.

Voor het eerst van haar leven heeft Marit het idee dat ze iets zinvols aan het doen is, maar ook dat dreigt uit haar vingers te glippen. En ze stoot ook nog Maarten van zich af, die ze eigenlijk zo hard nodig heeft. Ze zou bovendien onderhand haar werk moeten bellen, waar men moeilijk begint te doen over haar ongeoorloofd verzuim. Ze doet het niet.

Afloop

Op Vasteloavond komt het tot een hoogtepunt, waarover ik niet al te veel zal zeggen. Aan de ene kant  is het het hoogtepunt van het boek. Ik vroeg me aan de andere kant wel af of de afloop niet net te zoet was. Maar het werkt wel en misschien moet dat dan maar het criterium zijn.

Wel wordt nogal duidelijk uitgelegd wat er nu aan de hand was bij het omkomen van de broers. Ook dat heeft twee kanten. Je wilt dat enerzijds als lezer weten, maar anderzijds wordt er misschien ook te veel door verklaard. Je hebt het idee dat je daarna snapt hoe alles zit, terwijl de pijn natuurlijk schuilt in dat wat je niet kunt snappen, waar geen logische verklaring voor is. Misschien hadden we niet alle uitleg nodig gehad om verder te kunnen leven met de personages en de gebeurtenissen.

In mijn lijst van de tien beste boeken van 2018 die ik niet gelezen heb, zette ik Aswoensdag op de tiende plaats. Mijn inschatting was dat ik het een interessant boek zou vinden. Ik las ooit Hendrix' debuut, De verjaardagen, waarin de schrijfster zich nog wel erg schatplichtig betoonde aan de vroege Renate Dorrestein. Haar tweede boek, De dyslectische-hartenclub, is geheel aan mijn aandacht ontsnapt.

Stap voorwaarts

In vergelijking met het debuut heeft Hendrix duidelijk een stap gemaakt. Vooral op het gebied van de emotie boort ze dieper. Ik vermoed dat meer lezers geraakt zullen worden door de relatie tussen moeder en dochter. Tot ze aan het eind aan het uitleggen slaat, laat ze de complexiteit van die relatie bestaan.

En de beschrijving van de Vastelaovond met de kenmerkende liedjes is goed gedaan. Het is ook mooi hoe dubbel daarin de situatie van Marit is: aan de ene kant is zo'n avond haar vertrouwd, met de liederen die ze stuk voor stuk kent, en aan de andere kant loopt ze rond in een berenpak, waarmee ze toont dat ze er tegelijkertijd niet helemaal bij hoort. Dat is een spannende positie.

Aswoensdag is een intrigerende roman. Ik heb het boek gelezen, wat niet wil zeggen dat ik het ook uit heb. Stans en Marit zullen nog wel even door mijn hoofd wandelen, vrees ik.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten