woensdag 2 januari 2019

De brief voor de koning (Tonke Dragt)


Tonke Dragt is de grande dame van de Nederlandse jeugdliteratuur. In november 2018 werd ze 88 jaar. In de loop der jaren schreef ze een respectabel aantal boeken, waarvan er verscheidene bekroond zijn.

Haar tweede boek, De brief voor de koning (1962) werd uitgeroepen tot Kinderboek van het Jaar, de voorloper van de Gouden Griffel. In 2004 kreeg het boek de Griffel der Griffels. Het werd toen gezien als het beste bekroonde boek in vijftig jaar (1955 - 2004).

Ik kende de faam van het boek, maar ik had het nooit gelezen, zoals ik ook andere bekende boeken van Dragt niet gelezen heb: Geheimen van het Wilde Woud (1965), Torenhoog en mijlen breed (1969) en De torens van februari (1973). Het enige boek dat ik wel las, is Ogen van tijgers (1982).

Dat las ik ook in 1982. In die tijd had de sectie Nederlands de verantwoordelijkheid voor het draaiende houden van de schoolbibliotheek van de Christelijke Mavo in Zetten. Enkele keren per jaar gingen mijn collega en ik op een avond naar de plaatselijke boekhandel om een doos boeken uit te zoeken. Die lazen we vooraf om te controleren of het taalgebruik door de beugel kon. Daardoor heb ik in de jaren tachtig aardig wat jeugdboeken gelezen.

Verfilming

De zevensprong (1966) werd verfilmd en velen zullen met plezier terugdenken aan de spannende televisieserie. Op dit moment wordt ook De brief voor de koning verfilmd. Het is de bedoeling dat het een Netflixserie wordt. Dragt beoordeelde het scenario en keurde delen daarvan af.

De brief voor de koning is een avonturenroman. Het verhaal speelt zich af in twee fictieve landen, het Rijk van Unauwen en het Rijk van Dagonaut. Ten zuiden van beide landen ligt Eviellan en daar deugt het niet. Ik moest dan ook steeds denken aan 'evil land'. Ridders uit Eviellan verschijnen geregeld in Dagonaut en Unauwen.

In het Rijk van Dagonaut verblijven enkele jongemannen een nacht in een kapel, waar zij waken en mediteren. De volgende dag zullen ze tot ridder geslagen worden. Een van hen is Tiuri, de zoon van Tiuri. Hij hoort iemand bij de deur van de kapel om hulp vragen en besluit om de kapel te verlaten en met de man mee te gaan.

Het blijkt een oude man te zijn, de schildknaap van Edwinem, de Zwarte Ridder met het Witte Schild. Hij vraagt Tiuri om een brief te bezorgen bij zijn heer. Waarom schildknaap en ridder zo ver uit elkaar zijn geraakt, is overigens niet duidelijk, zoals ook niet helder is waarom een brief met zo'n belangrijke inhoud niet in de handen van de ridder is. Maar goed, Tiuri neemt de taak op zich om de brief te bezorgen.

Opdracht

Hij vindt de ridder, maar die is stervende. De ridder geeft hem de opdracht om de brief te overhandigen aan de koning van Unauwen en dat gaat Tiuri doen. Het zal een lange tocht worden, vol gevaren. Er zijn namelijk mensen die willen verhinderen dat de brief de koning bereikt. Halverwege de tocht, bij het oversteken van de Grote Bergen, krijgt Tiuri een andere jongen als gids, Piak. Die zal hem de rest van de tocht vergezellen.

Wat er in de brief staat en of de tocht helemaal goed afloopt, zal ik niet verklappen. Makkelijk is het in ieder geval niet. Ik denk dat Tiuri toch wel ongeveer een maand onderweg is geweest. Dragt neemt de ruimte om alle wederwaardigheden gedetailleerd weer te geven: de roman is meer dan 450 bladzijden dik.

Dat is ook het lekkere van het boek: je duikt in het verhaal en het kan niet lang genoeg duren. Aangezien de gebeurtenissen zich afspelen in een fictief land, kun je strikt genomen misschien niet spreken van een historische roman, maar de setting is die van de riddertijd. De ridders verplaatsen zich te paard, er zijn burchten en kloosters en alles ademt de Middeleeuwen.

Historische kinderboeken

Het zou nog meer dan tien jaar duren voordat Thea Beckman Kruistocht in spijkerbroek (1973) zou publiceren en daarna haar trilogie over de Honderdjarige Oorlog. Daarmee kreeg het historische kinderboek pas een goede duw in de rug. Maar Tonke Dragt zat dus al begin jaren zestig op dat spoor.

Zoals gezegd, De brief voor de koning is een heerlijke roman, zeker voor jeugdige lezers die niet terugschrikken voor een dik boek. Er zijn ook wel wat kanttekeningen bij te maken. Ik noemde al de toch wat vreemde manier waarop Tiuri bij het avontuur betrokken raakt. Verder voelt Tiuri mij net iets te goed aan of iemand wel of niet deugt.
Ze waren intussen dicht bij de brug gekomen. Tiuri keek omhoog. Er leunde iemand over de stenen balustrade en keek op hen neer. Het was een man met een breedgerande hoed op, die zijn gezicht bijna geheel verborg. Toen het schip nog dichterbij kwam, boog hij zich verder naar voren. Tiuri kon zijn blik niet van hem afhouden, al wist hij niet wie de man was. Hij hoorde hem lachen, een spottende, triomfantelijke lach. Die klonk nog in zijn oren toen ze onder de eerste boog van de brug door voeren. Hij wierp een blik op Piak, om te weten of deze er ook door getroffen was. Maar Piak zat in elkaar gedoken naast hem en keek voor zich uit. 
Het zal duidelijk zijn: de man met de hoed deugt niet. Verderop in het verhaal wordt duidelijk dat Tiuri dat goed heeft aangevoeld. Het is overigens wel een beetje vreemd dat het gezicht van de man niet goed te zien is door de hoed die hij draagt, terwijl die man hoog boven de helden over de balustrade leunt.

Verder lijken broers altijd op elkaar en zonen lijken op vaders. Als Tiuri de koning van Unauwen ontmoet, heeft die iets bekends. Ja, hij heeft diens broer al eens ontmoet. Zoals Tiuri, toekomstig ridder, zoon is van een ridder, zal hij ook andere ridders ontmoeten die zoon of broer van een ridder zijn. Het blijkt altijd uit hun uiterlijk.

Bondgenoten en vijanden

Tiuri deugt. Geen haartje kwaad zit er aan die jongen. Ook dat is een bezwaar dat je tegen De brief voor de koning zou kunnen aanvoeren: de karaktertekening is zwart/wit. Mensen deugen of deugen niet. Maar bij een dreigende oorlog (en dat is hier het geval) worden mensen natuurlijk al gauw verdeeld in bondgenoten en vijanden.

De brief voor de koning is geen zoetsappig boek. Het kwaad is reëel en wint ook wel eens. Niet voor niets krijgen we al in het begin te maken met een stervende held, de Zwarte Ridder met het Witte Schild. Uiteindelijk wint het goede. Dat is een van de hoopvolle boodschappen van het boek.

Wezenlijker is misschien het inzicht dat Tiuri opdoet dat voor hem de inhoud van de brief niet meer het belangrijkst is, maar dat hij de belofte nakomt die hij gedaan heeft aan de stervende ridder. Weliswaar is hij uit de kapel gelopen voordat hij tot ridder geslagen kon worden, maar hij heeft het rechtvaardigheidsgevoel en het plichtsbesef van een ridder. Met dat soort mannen kun je een oorlog winnen.

Auteurs uit de jaren zestig

Het is niet helemaal eerlijk om een boek van meer dan vijftig jaar oud de maat te nemen met de normen van nu. Pas na het verschijnen van dit boek zou de jeugdroman in Nederland zich snel ontwikkelen door schrijvers als Thea Beckman, Jan Terlouw, Paul Biegel, Evert Hartman, Guus Kuijer, Joke van Leeuwen en Anton Quintana, om er maar een paar te noemen. Begin jaren zestig hadden we al wel Miep Diekmann, die vanaf 1947 kinderboeken publiceerde. Verder kenden we  Jaap ter Haar, maar die schreef nog series als Saskia en Jeroen en Ernstjan en SnabbeltjeBoris zou hij pas in 1966 schrijven. An Rutgers van der Loeff was in die tijd ook een kwalitatief goede kinderboekenauteur. De kinderkaravaan was al in 1949 verschenen en in de jaren vijftig publiceerde ze een heel stel boeken, waaronder Rossy, dat krantenkind (1952), Lawines razen (1954) en Ze verdrinken ons dorp (1957).

Natuurlijk waren er meer auteurs, die ik nu over het hoofd zie. Mij schiet nog Siny van Itterson te binnen, die afgelopen jaar overleed. Ze werd 98 jaar. Ik hoorde daar pas van aan het eind van het jaar.  Van haar las ik alleen De adjudant van de vrachtwagen (1967).

Naar de normen van nu

Naar de normen van nu is De brief voor de koning te schematisch in de karaktertekening. Je kunt merken dat het boek geschreven is in een tijd dat je nog onbekommerd helden als personage kon kiezen.  Het is ook wel heel erg een jongens- of mannenwereld die er getekend wordt, maar dat hangt wellicht ook samen met de tijd die beschreven wordt en het onderwerp. Ik zal niet zeggen dat het boek van Tonke Dragt een jongensboek is, maar meisjes spelen er maar een heel klein rolletje in. In de Netflixserie die gaat komen, krijgt wel een meisje een belangrijke rol, lezen we hier. Maar ze mag van de auteur haar held niet overvleugelen: 'Ik heb wel benadrukt dat Tiuri de baas is.'

Dat alles laat onverlet dat De brief voor de koning een degelijk jeugdboek is, dat een wereld voor je oproept waarin je moeiteloos met de hoofdpersoon rond kunt lopen. Beeldend is het boek sterk. Voorin vind je een landkaart, maar ook als die er niet zou zijn, zou je Tiuri makkelijk op zijn tocht kunnen volgen. Je ziet de omgeving voor je, net als de personages. Wat dat betreft ben ik ook wel een beetje huiverig voor de verfilming, die ongetwijfeld andere beelden zal aanleveren dan de lezer al in zijn hoofd heeft.

De Netflixserie wakkert de aandacht voor het werk van Tonke Dragt nu al aan. Zo werd ze uitgebreid geïnterviewd in The Guardian. Mogelijk zal in de slipstream daarvan een groter deel van de Nederlandse jeugdliteratuur meer buitenlandse lezers vinden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten