Als ik niet geweten had wie De verjaardagen had geschreven, had ik gegokt op Renate Dorrestein.
Ik zou het dan trouwens fout hebben, want De
verjaardagen is de debuutroman van Hanneke Hendrix.
In haar vroege werk situeerde Dorrestein graag het verhaal
in een gemeenschap die min of meer van de buitenwereld was afgesloten. Dat doet
Hendrix ook. De dorpsgemeenschap in haar boek doet denken aan die uit
bijvoorbeeld Dorresteins Het hemelse
gerecht. In het dorp weet iedereen alles van elkaar en er wordt stevig
geroddeld. Waag het niet om af te wijken van het gemiddelde, want dan zal het
dorp met je afrekenen.
Ook stilistisch heeft Hendrix wel wat weg van Dorrestein.
Neem een passage als deze: ‘’Als ik niet beter had geweten, zou ik zeggen dat
’t de onbevlekte ontvangenis was!’ riep haar moeder in haar handen klappend van
blijdschap toen de verloskundige een half uur na de bevalling, zwetend als een
otter, met haar pruttelende brommertje met lekke band aan kwam lopen. Boven in
het bed op klossen zat Marie te kijken naar het kind in haar armen.’
Die verloskundige, zwetend als een otter, met dat
pruttelende brommertje – het is monter verwoorde misère, waar Dorrestein het
patent op heeft.
Ook rommelt Hendrix soms een beetje met het
vertelperspectief. Als ze een heel stuk vanuit een personage heeft beschreven,
ontwaren soms toch een glimp van een alwetende verteller. Meestal is dat
trouwens niet storend, maar soms ook wel. Ook hier schoot me Dorresteins naam te
binnen.
Het is overigens niet mijn bedoeling Hendrix weg te zetten
als een kloon van Dorrestein. Iedere schrijver heeft zijn voorbeelden en die
hoeven niet verloochend te worden.
De hoofdpersonen in De
verjaardagen zijn twee
buitenbeentjes. Boris is een brokkenpiloot: als hij koffie gedronken heeft,
ligt daarna het oortje los naast de mok. Daar is mee te leven. Maar op zijn
vijftiende vertellen zijn ouders hem een geheim, waarna hij zijn zekerheden
kwijtraakt en op drift raakt. Zijn buurmeisje Lies heeft een nare ziekte: ze
heeft blaren over heel haar lijf. Vaak hangen de vellen erbij, zodat ze elke
dag ingezwachteld moet worden. Nooit komt ze buiten. Naar haar trekt Boris toe.
Er is veel woede in Boris en die moet naar buiten, zal het
dorp ondervinden. Hij schrikt daarbij niet terug voor projecten die heel wat
denkkracht en organisatievermogen vergen. Als een soort Joe Speedboot, maar
gewelddadiger, houdt hij huis.
Eerlijk gezegd vond ik dat wel wat ver gaan. Ik snap best
dat iemand verandert, als hij zijn zekerheden verliest, maar ik had er moeite
mee om te geloven dat de Boris uit het middelste deel van het boek dezelfde was
als de overbeweeglijke stoethaspel uit het begin. Eerlijk gezegd overtuigde
Hendrix hier mij niet helemaal. Ook de chaos in de dorpsgemeenschap ontstond
voor mijn gevoel wel erg gemakkelijk.
Verder is er overigens heel wat moois in De verjaardagen. Fraai is bijvoorbeeld
de constructie van het boek, die pas helemaal aan het einde duidelijk wordt. Je
denkt dan in de gaten te krijgen hoe de schrijver het verhaal rondbreit, maar
dan scheert Hendrix sierlijk langs de verwachtingen heen.
Bovenal heeft Hendrix twee personages geschapen die geen
enkele lezer snel zal vergeten. Voortaan behoren Boris en Lies tot onze kennissenkring.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten