Er zijn al veel schrijvers in de mist van de geschiedenis verdwenen. Wie leest nog het werk van Herman Robbers, Herman de Man of Justus van Maurik? We zijn hun namen al bijna vergeten. Maar ook het werk van mensen wier namen we nog wel onthouden hebben, blijft ongelezen liggen, vrees ik: van Arthur van Schendel, Marnix Gijsen en Jos Vandeloo bijvoorbeeld.
En dan de boeken van de vrouwen! Al bij hun leven werd het werk van velen van hen afgedaan als 'damesromannetjes'. Het kreeg niet eens de kans om zich in onze literatuurgeschiedenis te wringen en als dat toch gelukt was, verstofte het net zo erg of nog meer dan dat van de mannelijke collega's.
Daarom is het fijn als er zo nu dan aandacht gevraagd wordt voor schrijvende vrouwen uit het verleden. Het collectief FixDit doet daarin goed werk en ook het Instagramaccount Kraak de Canon laat niet af ons met de neus te duwen op het werk van schrijfsters die ons volslagen onbekend zijn.
Ook ik wil mijn steentje bijdragen. Deze keer met een stukje over Top Naeff. Van haar heb ik alleen maar School-idyllen gelezen en dat werd in mijn jeugd toch vooral als een meisjesboek gezien. Het zat ook een beetje op de grens van literatuur en jeugdliteratuur. Dat is niet zo gek, want Naeff heeft ook jeugdboeken geschreven.
Maar een tijdje terug las ik een gedicht van Top Naeff en daar zat behoorlijk wat pit in. Ineens vroeg ik me af waarom ik niet meer van haar gelezen had. Ik kocht haar autobiografie, Zo was het ongeveer (1950), de verhalenbundel In mineur (1902) en de roman De dochter (1905).
Julie
De dochter gaat over Julie Veemer, bijna vierentwintig jaar oud, die nog thuis woont, bij haar vader. Haar moeder is overleden toen Julie twaalf was en de kamer waarin ze gestorven is, is sindsdien op slot. Julie komt daar liever niet in de buurt.
In huis woonde lange tijd Mademoiselle. Zij was het hoofd van de huishouding en Julie voelde zich bij haar thuis.
Mademoiselle, naar Holland gekomen na een groot liefdesverdriet, dat haar jeugd afsloot, altoos moe en lijzig, tobbend met vreemde taak en gewoonten, voelde goedig meelij met het, eenzaam in groot huis ronddolend, kind, doch kon er niet meer in opgaan.
Maar het gezin krijgt ook te maken met de tantes, zus en schoonzus van vader, die bazen over het gezin. Zij vinden mademoiselle, te oud en lastig voor de meiden en werken haar weg. Julie is dan achttien en die kan wel haar plaats innemen.
Julie zit min of meer vast in het gezin. Ze is daar onmisbaar, maar ze is ook niet zo heel erg geschikt om de meiden aan te sturen. Uiteindelijk leidt dat tot een conflict.
Vader
En dan is er nog vader. Een hartelijke man, die dol is op zijn dochter, maar hij drinkt. Vooral als ze op een feest zijn. Dan wordt vader luidruchtig, hij wil speechen en hij trekt ieders aandacht. Julie schaamt zich dood. Ook tegenover de meiden, als vader de trap op geholpen moet worden. Eigenlijk heeft ze het idee dat ze nauwelijks een zelfstandig persoon is, maar dat ze vooral gezien wordt als 'de dochter van'.
Dat maakt haar leven zwaar. Ze leeft heel anders dan haar nichtje Freddy en als ze gevraagd wordt als bruidsmeisje bij het huwelijk van een andere nicht, brengt ze haar leeftijd (bijna vijfentwintig) ter sprake.
''n Bes!' schaterde Freddy, dribbelend om Julies wat stijve figuur, plooiend en plukkend en friemelend aan de kant. Freddy luchtig als een wolkje van lichtblauwe tule, poppetje vol fladderende stroken en golvend gaasgesleep, met blozend gezichtje en krinkelend om haar slapen in krulletjes op en neer springend floshaar, en een lach hoog en luid als geklink van fluitjes en belletjes: ''n Bes ben je!'
Misschien is zo'n feest wel een goede afleiding, maar Julie ziet er ook tegenop daar te zijn samen met haar vader.
Aan de andere kant wordt het misschien ook tijd voor haar om niet meer 'de dochter' te zijn, maar om zelf haar leven te kiezen. Moet ze niet een feestje geven als ze vijfentwintig wordt? Maar kan dat wel, nu er nieuwe meiden zijn?
Het komt er uiteindelijk niet van, net als van het reisje dat ze samen met haar vader zou maken. Als ze jarig is, is haar vader er niet eens. Die is in zijn eentje op reis in het buitenland.
Wel krijgt Julie een huwelijksaanzoek van Greve, een weduwnaar met een dochtertje. Ze is niet stapelverliefd op hem, maar ze weet dat ze het goed zal hebben bij hem. Toch durft ze dat niet aan en zo blijft ze zitten in de situatie waarin ze zich al zo lang bevindt.
Naturalistisch
De dochter heeft zeker een naturalistische kant: Julie is niet vrij, maar ze wordt bepaald door haar omstandigheden en ook door haar milieu. Haar tantes houden steeds een vinger in de pap. Ze zijn vriendelijk en ze bedoelen het waarschijnlijk ook wel goed, maar ze hebben zo hun ideeën en die willen ze wel steeds volgen. Bovendien waken ze voor de eer van de familie en daarbij is Julies vader een risicofactor.
Dichter bij Julie staan twee van haar nichtjes. Freddy is al eerder genoemd. Ze neemt het leven veel lichter op. En dan is er nog Marianne die opziet tegen haar nicht Julie en veel sympathie voor haar koestert, maar Julie laat mensen liever niet dicht bij zich komen.
Hoe het verhaal afloopt, verklap ik liever niet. Als je het te pakken krijgt, zou je het gewoon moeten gaan lezen en lees je of Julie zich weet te bevrijden uit haar knellende omgeving of daarin vast blijft zitten en ook of haar vader zich binnen de perken weet te houden of dat zijn leefwijze zijn ondergang wordt.
Groot Nederland
De dochter werd in vier afleveringen gepubliceerd in het literaire tijdschrift Groot Nederland. Dat was een gerenommeerd tijdschrift, waarin rond dezelfde tijd Couperus Van oude menschen, de dingen die voorbijgaan publiceerde. Later zouden Simon Vestdijk en Frans Coenen in de redactie plaatsnamen. In de Tweede Wereldoorlog werd de redactie ontslagen en kwam het blad in modderig vaarwater terecht. In 1944 hield het op te bestaan.
In de tijd van De dochter was het gebruikelijk dat in kranten vermeld werd wat er in de literaire tijdschriften te vinden was. Soms werd volstaan met een signalering, soms ook werd er een beknopt oordeel aan toegevoegd.
In De nieuwe krant van 15 april 1905 wordt verteld dat al voor de derde keer een deel gepubliceerd is van De dochter. Het oordeel is ronduit positief: 'wat een echte stoerheid in deze karakterteekening' en 'verrassend goeden roman'.
Bij het vierde deel staat er dit in Het Vaderland van 20 mei 2025:
Top Naeff heeft in 1905 al wat boeken op haar naam staan. Ze is bekend geworden van School-idyllen (1900). Daarvoor had ze al de novelle 't Was beter zo (1898) en het toneelstuk De genadeslag (1899) gepubliceerd.
Haar toneelstukken waren gewild en werden geregeld uitgevoerd. In 1901 verscheen In Flarden en in 1902 Het weerzien. In 1903 verscheen het jeugdboek 't Veulen.
De Vonk
Hoewel er ook een roman van haar verschenen was, De tweelingen (1901) en een verhalenbundel, In mineur (1902), wordt ze nog vooral als een schrijfster van jeugdboeken en toneelstukken. Zo wordt ze ook gewaardeerd. Op 1 mei 1905 verschijnt het eerste nummer van het tijdschrift De Vonk, onder redactie van Marie Metz-Koning en Top Naeff. In de recensies van het eerste nummer merken verschillende recensenten op dat het jammer is dat er niets van Naeff in dat nummer is opgenomen.
In De nieuwe courant van 14 mei 1905 schrijft de recensent:
![]() |
Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant, 27 juli 1905 |
Recensies
![]() |
Het Nieuws van den Dag, 2 oktober 1905 |
![]() |
Algemeen Handelsblad 24 november 1906 |
Na De dochter is Naeff 'binnen' wat de literatuur betreft. In een stukje over de hoofdbrekens die het leesgezelschappen kost om de juiste boeken aan te schaffen, worden de boeken van Couperus en Naeff als gegarandeerd goed gezien. Werk van die auteurs kun je op de naam kopen.
Naeff zou nog heel veel schrijven. Als die boeken las ik niet en ook de biografie door Gé Vaartjes, Rebel en dame (2010) liet ik aan me voorbijgaan. Dat wil zeggen dat ik nog veel van haar werk tegoed heb.
Er bleef lang belangstelling voor De dochter. In 1947 kwam het boek uit als Salamander en in 1967 verscheen de vierde druk. De laatste weken vertel ik enthousiast over het boek, maar ik kom, ook onder mijn collega's nooit iemand tegen die het boek gelezen heeft. Wel willen mensen het gaan lezen als ik erover verteld heb. Ik hoop dat dat nu ook gebeurt. Zou het geen tijd worden voor een herdruk?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten