donderdag 31 juli 2025

Afgestoft: Paradijs verloren (Cees Nooteboom)

Een paar maanden geleden sprak ik een fanatieke lezeres, die vertelde dat ze nog nooit iets van Nooteboom gelezen had. Omdat ik twee exemplaren van Rituelen (1980) had, gaf haar er eentje van. Wel bedacht ik dat ik ook al lang niets van Nooteboom gelezen had. In de jaren dat ik hier schrijf, heb ik alleen Allerzielen (1998) besproken en dat is ook al meer dan tien jaar geleden: in 2013. 

In de loop der jaren las ik zeker vijftien boeken van Nooteboom en dan nog zijn poëzie. Een aantal van zijn reisboeken en romans/novellen als Rituelen, Een lied van schijn en wezen (1981), Mokusei! (1982), In Nederland (1984), De boeddha achter de schutting (1986). In de eerste helft van de jaren tachtig las ik veel van wat er van Nooteboom verscheen, met tussendoor zijn oudere werk: Philip en de anderen (1954), De verliefde gevangene (1958), De ridder is gestorven (1963). 

In de jaren negentig deed ik mee met de tv-quiz De conaisseur. Toen Rituelen aan de orde kwam, dacht ik te kunnen scoren met het citeren van de beginzin van de roman: 'Op de dag dat Inni Wintrop zelfmoord pleegde stonden de aandelen Philips 149,60'. Maar ik wist niet meer hoe hoog de aandelen nu precies stonden en de punten gingen mijn neus voorbij. 

Van wat Nooteboom na 2000 geschreven heeft, heb ik alleen 's Nachts komen de vossen (2009) gelezen en Paradijs verloren (2004). Over dat laatste boek heb ik geschreven. De recensie stond op 3 december 2004 in het Nederlands Dagblad

Nu ik de bespreking teruglees, vind ik het schandalig dat ik de laatste decennia zo weinig aandacht aan Nooteboom heb besteed. Hij is een van onze grote schrijvers en een slecht boek van hem heb ik nog nooit gelezen. Ik heb ook wel zin in boeken als De omweg naar Santiago (1992) of In de sporen van Don Quichotte (2016). Maar even zien of het daar ook van komt. Maar als Nooteboom toch een keer de Nobelprijs mag winnen, zullen veel van zijn boeken herdrukt worden en dan (her)leest iedereen zijn werk. 

 


Wie schrijft ons leven? 

Begin jaren tachtig werd in de literaire tijdschriften gediscussieerd over verbeelding en werkelijkheid. De zogeheten Revisorauteurs hadden het onderwerp zo ongeveer tot hun gezamenlijke thema gemaakt en iemand als Maarten 't Hart moest niets van de ingenieus in elkaar gezette boeken hebben. 'Kroonluchters die niet branden kunnen' noemde hij ze. Nooteboom hield zich buiten de discussie, maar antwoordde met een roman: Een lied van schijn en wezen, waarin hij liet zien hoe een personage groeit, hoe een roman ontstaat. De werkelijkheid van de schrijver en de werkelijkheid die de schrijver verbeeldt in wat hij schrijft, groeien in deze roman steeds dichter naar elkaar toe en gaan uiteindelijk door elkaar lopen: de schrijver komt in zijn eigen roman terecht.

Met zijn nieuwe roman Paradijs verloren verwijst Nooteboom naar Een lied van schijn en wezen, maar ook naar bijvoorbeeld Mokusei. De fotograaf die een ongelukkige liefde beleefd heeft in Japan, komt ook in Nootebooms nieuwe roman nog even om de hoek kijken. Het eigenlijke verhaal (als we daarvan tenminste mogen spreken) gaat over Alma, die in Sao Paulo de verkeerde wijk in rijdt en slachtoffer wordt van groepsverkrachting. Ze gaat later met haar vriendin Almut naar Australië, waar ze een week lang intensief samenleeft met een Aboriginal kunstenaar. Uiteindelijk komt ze aan in Perth, waar ze in een kunstproject een engel speelt. In het tweede deel staat de criticus Erik Zondag centraal. Hij volgt een gezondheidskuur in Oostenrijk en ontmoet Alma, die hij drie jaren daarvoor in Perth als engel heeft ontmoet.

De twee delen van het verhaal worden omsloten door een proloog en een epiloog waarin de schrijver van het verhaal centraal staat. Hij ontmoet Alma, of de vrouw die het personage Alma in hem gewekt heeft.
De roman besluit met een citaat uit Paradise lost, het epos van Milton dat de zondeval tot onderwerp heeft. In het geciteerde gedeelte uit de twaalfde zang zijn Adam en Eva net verdreven uit het paradijs, waarbij ze getroost worden door de gedachte dat God ook op aarde bij hen zal zijn: 
Zoo gaan zij hand aan hand, zij 't ook met trage schreden,
Gebukt en 't oog gevest op 't eens zoo Zalig Eden, 
Een vreemde Wereld in, die hun als woonplaats beidt.
De schepper van een boek doet hetzelfde: hij stuurt zijn personages de wereld in. 
Een, twee jaar heb je met mensen geleefd, je hebt ze namen gegeven die al dan niet bij ze passen, je hebt ze laten lijden of lachen, ze hebben jou laten lijden of lachen, en daarna heb je ze op weg gestuurd, de wijde wereld in. Je hoopt dat het ze goed gaat, dat ze genoeg adem hebben om nog een tijdlang te bestaan. Je hebt ze alleen gelaten, maar het gevoel dat je hebt is dat zij jou alleen hebben gelaten.

De personages worden uit het paradijs verdreven en de schrijver heeft hun gang bepaald. Binnen het universum van het boek is de schrijver alwetend. Hij kan dus zinnen schrijven als: 'Wij gunnen hem deze nacht waarin hij droomloos slaapt (denkt hij).' Erik Zondag denkt dat het een 'krankzinnig, idioot toeval' is dat hij Alma in Oostenrijk na drie jaar weer ontmoet. Maar wij weten dat de schrijver het zo bedacht heeft. 

Alma verliest het paradijs als slachtoffer van een groepsverkrachting. Met haar vriendin Almut gaat ze naar Australië, op zoek naar 'iets wat Sickness Dreaming Place heette', omdat ze zich dat altijd als iets paradijselijks hebben voorgesteld. Maar een paradijselijke toestand is op deze aarde niet te bereiken. Juist in de woestijn, als ze alles achter zich gelaten heeft, komt Alma het dichtst bij een gevoel van harmonie, alsof ze haar bestemming heeft gevonden: 'Ik ben aangekomen. En als ik wegga hoef ik niets mee te nemen, ik heb alles al bij me.' 

In de wereld zullen mensen en personages het moeten zien te redden en volgens de schrijver is dat ook niet zo erg. Hij laat zijn personage in de epiloog zeggen: 
Heeft u weleens nagedacht over degene die het paradijs bedacht heeft? Een plek zonder misverstanden? De mateloze verveling die daar moet heersen kan alleen maar als straf bedoeld zijn. Zoiets kan alleen een heel slechte schrijver verzinnen.

Dezelfde coupé

De schrijver is natuurlijk ook maar een personage. Dat hij zijn personage in de epiloog ontmoet is geen toeval: 'Natuurlijk zitten we in dezelfde coupé. Wie dat bedacht heeft wist wat hij deed.' De lezer weet wie dat bedacht heeft: de schrijver van Paradijs verloren, Cees Nooteboom. Of het Nootebooms bedoeling is geweest, weet ik niet, maar meteen komt bij mij de vraag op wie de regie heeft over het leven van Nooteboom, van mij, van iedereen. Toch mooi dat Milton al in het boek van Nooteboom het antwoord mag geven:
Heel de Aarde was hun toch, door God, ter woon gegeven, De Algoede was hun daar, als Leidsman, bijgebleven, Hij zal hun vader zijn, wat heil hun ook ontviel.

Dat is het antwoord dat de gelovige geeft. De ongelovige zal ongetwijfeld willen weten wie Gods leven schrijft. Nooteboom speelt een geraffineerd spel met verbeelding en werkelijkheid, met de scheiding tussen engelen en mensen, met toeval en voorbeschikking en dat ook nog in een stijl die zo elegant is, dat de meeste schrijvers die slechts kunnen benijden. Paradijs verloren is 'een vreemde wereld' die de lezer een aangename tijd lang 'als woonplaats beidt'.

1 opmerking:

  1. Hoi Teunis, als liefhebber van reisverhalen heb ik veel boeken van Cees Nooteboom gelezen, minstens een stuk of 16. Maar het laatste boek(je) dat ik van Cees Nooteboom las dateert alweer van 2008. Cees Nooteboom heeft de in mijn ogen nogal hinderlijke neiging om met zijn (quasi?)eruditie te koop te lopen. Ik vind hem dan ook een erg overgewaardeerde schrijver. Ik lees veel en veel liever de boeken van Lieve Joris en Carolijn Visser, die recht voor de raap zijn en niet dat aanstellerige hebben. Groetjes, Erik

    BeantwoordenVerwijderen