Leest iemand nog het werk van Renate Rubinstein (1929 - 1990)? Ze was columniste in Vrij Nederland, dat indertijd behoorlijk links was en Rubinstein (die schreef onder de naam Tamar) was rechtser dan de gemiddelde VN-lezer. Ze was een van de eerste columnisten en ze was spraakmakend.
Ik las in de jaren tachtig Vrij Nederland en ik heb de meeste van de columns in die tijd gelezen. Het eerste boek dat ik van haar kocht, is Niets te verliezen en toch bang (1978), over haar echtscheiding. Mooie titel, mooi boek. Persoonlijk, zichzelf en anderen scherp observerend en daarna doordenken wat dat allemaal betekent. Dat heerlijke denken van Rubinstein, daar heb ik mij altijd door geprikkeld gevoeld, ook als ik het niet met haar eens was.
Nee heb je
Verschillende van haar bundelingen columns staan in mijn boekenkast, evenals het Verzameld werk. In 1995 schreef ze over de ziekte die haar overkomen was (MS) het boek Nee heb je. Ook weer knap, scherp. Cox Habbema maakte er ooit een toneelvoorstelling van. Er was niet meer publiek dan een tiental mensen toen wij de voorstelling bezochten en er was helemaal niets aan. Na afloop besloot zo'n beetje het hele publiek samen naar het theatercafé te trekken, om nog iets leuks van de avond te maken.
Het enige boek van Rubinstein dat ik niet goed vond, was haar boek over de geheime relatie die ze had met Simon Carmiggelt, Mijn beter ik (1991). Te weinig afstand, te klef. Het bood me niets. Ophef gaf het wel. Toen het gepubliceerd werd, waren alle betrokkenen (Renate Rubinstein, Simon Carmiggelt, diens vrouw) al overleden.
Al vanaf 1996 werkt Hans Goedkoop aan een biografie van Renate Rubinstein. Mensen hebben zich wel afgevraagd of het er ooit nog van zou komen, maar in 2022 verscheen dan toch Vaderskind, De oorlog van Renate Rubinstein, een stukje van die biografie.
Vormende jaren
Het boek begint voor Renates geboorte, niet alleen om de context te schetsen waarin ze geboren wordt, maar ook omdat Rubinstein de opvatting heeft dat de jaren waarin je gevormd wordt niet alleen je eerste drie of eerste twaalf jaar zijn, maar ook de jaren voor je geboorte.
In 1929 wordt Renate Rubinstein in Duitsland geboren. Haar vader is Joods, haar moeder niet. Als het moeilijk wordt, weet het gezin naar Nederland te komen, maar daar komen de Duitsers na de inval ook. Vader wordt al snel gearresteerd. Een van de hoofdstukken heet 'Der Vati kommt bald wieder', want dat is wat Renate te horen krijgt. Omdat moeder niet-Joods is, zijn de kinderen dat officieel ook. Moeder doet er alles aan om die kinderen zo goed mogelijk door de oorlog te krijgen. Alles wat verwijst naar het Joodse en het Duitse wordt verwijderd, zoontje Günther zal voortaan Jan heten.
Eigen kompas
Renate is een druk kind, heel actief. Ze gaat naar het Vossius Gymnasium en zal daar gaan schrijven voor de schoolkrant. Als ze vijftien is, een half jaar na de oorlog komt het bericht dat vader omgekomen is en dat hij dus, tegen al die beloften in, niet zal terugkomen. Volgens Goedkoop ligt die gebeurtenis ten grondslag aan haar houding ten opzichte van de wereld. Anderen waren niet te vertrouwen, ze had alleen haar eigen oordeel als kompas. Of dat zo is, zullen we nooit helemaal zeker weten, maar aannemelijk klinkt het wel.
Veel over de jeugd van Renate Rubinstein is onbekend, maar gelukkig leefden haar broer en zus nog toen Goedkoop met zijn onderzoek begon. Hij heeft hen uitgebreid kunnen interviewen en de neerslag van die gesprekken vind je terug in Vaderskind. De schrijfster komt daardoor dichtbij, ook als Goedkoop, meerdere keren, slagen om de arm moet houden of moet vertellen hoe dingen mogelijk gegaan zijn.
Verantwoordelijkheidsgevoel
De situatie van kinderen in een nieuw, vreemd land, maakt hij goed duidelijk en je krijgt een levendig beeld van wie Renate Rubinstein was. Wat opvalt is haar grote verantwoordelijkheidsgevoel, die ook tot bezorgdheid leidt, al voor de oorlog. Als vader en moeder er niet zijn, vraagt ze zich niet af of de kinderen wel veilig zijn, maar of de ouders dat wel zijn. Dat houdt haar uit de slaap.
Vaderskind is maar 160 bladzijden dik (of dun), maar in zijn beknoptheid werkt het prima: het beeld van een kind, van een gezin, van een tijd, wordt goed getekend. In een prettige en mooie stijl. Schrijven kan Goedkoop wel. Dat hij dingen zelf moet invullen of vragen moet stellen waarop geen definitief antwoord te geven is, is onvermijdelijk, maar Goedkoop verantwoordt zich goed, zodat je altijd weet waarom hij bepaalde dingen beweert.
Ik krijg ook zin om weer wat van Renate Rubinstein te gaan lezen. In haar Verzameld werk staan ongetwijfeld nog bundelingen die ik niet gelezen heb. Haar stijl zal ongetwijfeld nog goed te genieten zijn, maar ze zat dicht op de actualiteit. Zal dat haar werk niet gedateerd maken? Of blijft ze je na zoveel jaar nog aan het denken zetten? Dat ga ik eens bekijken.
Een van de foto's uit het boek |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten