Voor een lezer die gewend is literatuur te lezen is het verschil pijnlijk groot: Lize Spit (van het Boekenweekgeschenk dus), schrijft in kort bestek een mooi verhaal, dat je meevoert en dat ook nog iets geeft om over na te denken. Gabi de Ridder komt niet verder dan een verhaal over iemand die zich bedrogen voelt in wat zij een relatie noemt. Aan het eind van het boek is het verhaal helemaal uit en weet je precies wat de schrijfster heeft bedoeld. Het is een sympathiek boek en de schrijfster heeft hart voor mensen, maar haar boekje bood me weinig.
Af en toe lees ik literatuur uit christelijke hoek en er zijn schrijvers die daar goede dingen doen. Maar vaker lees ik boeken waaraan ik de goede bedoelingen kan aflezen, maar die onder de maat zijn. Als je de christelijke literatuur (van nu, in Nederland) vergelijkt met de reguliere, is het alsof je de Paralympics vergelijkt met de Olympische Spelen.
Het is goed dat die Paralympische Spelen er zijn en het initiatief is sympathiek, maar er zullen geen records gebroken worden die op de reguliere Spelen gevestigd zijn.
Waarom blijft die christelijke literatuur zo achter? Daar zijn wel verklaringen voor. Allereerst zijn er veel meer schrijvers in het reguliere circuit en dus zijn er ook veel meer goede schrijvers: de wet van de grote aantallen, als ik de uitdrukking tenminste correct gebruik.
Maar er lijkt mij meer aan de hand. Achter op het christelijke Actieboek staat bij de informatie over de auteur: Gabi de Ridder wil met haar romans Gods liefde voor zwakke mensen doorgeven. Dat is een mooi streven, maar levert het ook goede romans op? Blijkbaar is het niet haar hoofddoel om gewoon een goed boek te schrijven; ze heeft een ander doel, dat in haar ogen hoger is.
Misschien zijn er christelijke bakkers die met hun brood Gods liefde willen doorgeven, maar het lijkt me dat ze in de eerste plaats lekker en goed brood moeten bakken. Als dat niet lukt, zal de bakkerij het niet redden, vrees ik.
Nu kan het zijn dat de lezers van De Ridder helemaal niet zitten te wachten op een literaire roman, maar op een menselijk boek of een theologisch of moreel verantwoord boek. Dan is het ook niet eerlijk dat ik voor Volgende week, zelfde tijd? (zo heet het Actieboek) literaire maatstaven aanleg.
In dat geval blijkt het boek van De Ridder gewoon niet voor mij bedoeld. Iemand die iets hartigs wil eten, moet niet klagen over de zoetigheid in de snoepwinkel; hij had gewoon ergens anders moeten gaan winkelen.
Maar dan toch even terug naar de christelijke literatuur, naar de schrijvers uit die hoek die wel degelijk literaire ambities hebben. Er zijn er maar weinig die tot het grote publiek weten door te dringen. Degenen bij wie dat wel lukt, waren al bekend voordat duidelijk werd dat zij geloofden. Hoe komt dat?
Het lijkt me niet dat er te weinig publiek is. Ook in de christelijke hoek (als ik die even zo vaag mag aanduiden) zijn er genoeg lezers die graag literatuur lezen.
Wellicht dat het toch in de schrijvers zelf zit. Ook als hun eerste doel is een goede roman te schrijven, speelt misschien de gedachte mee dat ze iets goeds moeten uitdragen, dat ze hun kring moeten dienen, dat ze een instrument in Gods hand moeten zijn. Mogelijk zit die gedachte niet prominent in hun hoofd, maar zeurt die toch ergens op de achtergrond. Zelfcensuur ligt dan op de loer en een schrijver die zichzelf censureert, schrijft gemankeerde boeken, denk ik.
Juist daar waar het schrijnt, juist daar waar de schaamte schuilt, de twijfel, de angst – juist op die plaatsen ontstaat de literatuur. Daar zou de schrijver moeten zoeken, zijn of haar verdediging moeten laten zakken, zich durven laten zien.
Meer vertrouwen hebben in jezelf, durven zijn wie je ten diepste bent, met alle gebreken en onzekerheden en ook meer vertrouwen hebben in de lezer. Die lezer hoef je niet uitdrukkelijk of verborgen een boodschap mee te geven. Vertel een goed verhaal en ieder haalt eruit wat voor haar of hem van belang is. Bak een zo goed mogelijk brood. Bespaar ons de misbaksels, hoe goed bedoeld ook.
Hoi Teunis, een mooi stuk! Ik heb zelf niet zoveel met het christendom, hoewel ik katholiek ben opgevoed. Het is een beetje als van een chirurg zeggen dat hij met liefde moet opereren. Goed vakmanschap lijkt mij toch belangrijker. Groetjes, Erik
BeantwoordenVerwijderenDankjewel, Erik!
Verwijderenhttps://refoforum.nl/forum/viewtopic.php?t=15272 je column gaat hier besproken worden :) Mocht ik citaten moeten verkleinen, laat het dan vooral even weten.
BeantwoordenVerwijderenDank, Zita!
VerwijderenIk ben het helaas met je eens. Ik ken de vereniging Schrijvenderwijs; aardige schrijvers maar bijna allemaal willen ze De Boodschap meegeven in hun boeken, iets als een roeping.
BeantwoordenVerwijderenEr zijn ook wel goede romans van christelijke schrijvers (en daar heb ik ook wel over geschreven). Maar er zijn veel romans die onder de maat zijn. Maar wellicht hebben die een ander publiek op het oog.
VerwijderenKunnen we Enny de Bruijn niet eens tot het schrijven van literatuur inspireren?
BeantwoordenVerwijderenHet boek De hoeve en het hart is geen fictie, maar het is wel geweldig geschreven door Enny de Bruijn.
Verwijderen