dinsdag 4 augustus 2020

Scherven / Littekens (Erik de Graaf)


Wie 'de oorlog' zegt, heeft het over de Tweede Wereldoorlog. Dat laat wel zien hoe belangrijk die oorlog voor ons is, nog steeds. We hebben de romans gelezen, we hebben de films gezien, we hebben de verhalen uit onze familie gehoord - zoveel jaren na de oorlog heeft bijna iedereen nog een connectie met die oorlog. 

De manier waarop we erover praten is wel veranderd. In het begin was het het verhaal van helden en schurken en van de scherpe scheiding tussen goed en fout. Langzamerhand kwam er meer aandacht voor de grijstinten. 

Tweeluik

Erik de Graaf publiceerde in 2010 de beeldroman Scherven. Dat was het eerste deel van een tweeluik, maar op het tweede deel moesten we nogal wachten. Nu, na tien jaar, is er Littekens. Als je de boeken naast elkaar legt, vormen de voorkant samen een afbeelding. 

Niet alleen heeft de Graaf een tweede deel gemaakt, hij heeft ook het eerste deel nog eens nauwkeurig bijgewerkt: de lettering op zwarte ondergrond gebeurde opnieuw, waardoor de leesbaarheid beter werd, de plaatsing van tekstballonnen werd soms aangepast (of van de tekst in tekstballonnen), heel veel klanknabootsingen werden veranderd en die worden nu niet meer in witte, maar in zwarte letters afgedrukt. 

De stukken die zich in het verleden afspelen, werden in grijzen of in sepia/bruinen ingekleurd. De grijzen zijn nu minder grijs geworden, waardoor ze al een beetje naar sepia neigen. 

Verhaal

Het verhaal is hetzelfde gebleven: een jaar na de oorlog is Victor op een begraafplaats, om zijn omgekomen vriend Chris te gedenken. Daar ontmoet hij Esther, die hij al die tijd niet gezien heeft.  Ze vertellen elkaar wat er in de afgelopen jaren gebeurd is. 

Het verhaal van Victor staat in Scherven, dat van Esther in Littekens. Victor is, net als Chris, soldaat geweest. Toen de strijd voorbij was, werden Victor en Chris aangehouden. Omdat de laatste een pistool bij zich had, werd hij neergeschoten. Later ging Victor bij het verzet. 

Esther moest, samen met haar zusje Ruth onderduiken. Ruth heeft de oorlog niet overleefd en degenen bij wie Esther onderdook, waren niet louter weldoeners. Zowel Victor als Esther zijn met littekens uit de oorlog gekomen. 

Ze hebben zelfverwijt, maar Victor zegt ook: 'Als het er echt op aankomt, kies je voor jezelf. Als  een dier dat wil overleven. Op instinct. Ten koste van alles.' Pas daarna kun je blijkbaar aan anderen denken. De euforie van de bevrijding is bij hen geheel afwezig: het land is bevrijd, maar de oorlog zit nog in hun hoofd. 

Gewone mensen

Het mooie van het tweeluik van De Graaf is dat hij gewone mensen tekent, mensen die we, op een andere plaats, in een andere tijd, zelf hadden kunnen zijn: mensen die er ook maar het beste van proberen te maken en die daarbij natuurlijk fouten maken of domme dingen doen. Gewone mensen in een ongewone tijd. 

Achter in elk deel krijgen we een inkijkje in de familiegeschiedenis van De Graaf. Aan de hand van foto's en afbeeldingen van documenten vertelt De Graaf het werkelijke verhaal, waarmee het stripgedeelte, dat als fictie leest, meer lading krijgt. 

De afronding van het verhaal is misschien net iets te glad, maar ik kan me voorstellen dat er iets rondgemaakt moest worden na het vertellen over levens die in losse eindjes eindigden. 

Stilering

De Graaf gebruikt veel stilering in zijn tekening, waardoor er stilte in komt. Die past goed bij het verhaal. Ook bij de actiemomenten, omdat die zich in het verleden afspelen en we die duidelijk door terugblikken te zien krijgen, wat toch al afstand geeft. Je zou het kunnen zien als een terughoudende manier van vertellen: niets wordt vet aangezet, het verhaal moet zijn werk doen. Dat dat verhaal geen effectbejag nodig heeft, toont de kracht ervan. 

Soms is er wel iets aan te merken op de weergave van personen. Op bijvoorbeeld bladzijde 130 en 143 van Scherven lijken me de armen te kort, maar eigenlijk heb ik me daar niet zo aan gestoord. Er is veel zorg besteed aan de tekeningen, maar het is De Graaf vooral heel erg om het verhaal te doen. 

De tekeningen hebben bij de inkleuring een korrel gekregel, die past bij de tijd waarin het verhaal zich afspeelt. Ook het grijsje dat in sommige kleuren gemengd is, werkt daaraan mee. Dat maakt de kleuren overigens ook wat zachter. De zorgvuldigheid zien we tot in de papierkleur die de achtergrond vormt voor de tekeningen. Die is wit als het gaat om een passage in 1946, zwart bij een flashback in grijs en net niet wit bij de passages in sepia/bruin. Omdat de tekeningen geen kaders hebben, wordt de omgevingskleur belangrijker. 

Erik de Graaf heeft twee mooie boeken afgeleverd, waarin de oorlog dichtbij komt. In het nawoord in beide delen vertelt hij het familieverhaal, waarmee hij mensen herdenkt die anders misschien vergeten zouden zijn. Het is mooi dat hun levens weer even mogen oplichten. 

Titels: Scherven. Littekens
Tekst en tekeningen: Erik de Graaf
Uitgever: Dupuis
 z.pl. 2020; 264 blz. (per deel), € 25,00 (per deel), softcover.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten