De podcasts van deze week: een met interviews die eigenlijk meer gesprekken zijn, met verhalen over een jeugd in het oorlogse Rotterdam en met gesprekken over Godfried Bomans.
Woeste meuk
Het is me nooit gelukt om een televisiekijker te worden en eerlijk gezegd heb ik er ook niet zo mijn best voor gedaan. Er gaat veel tijd in zitten en soms moet je wel door heel veel kaf heen om bij het koren te komen. Denk ik.Nico Dijkshoorn is een naam die bij de tv hoort: bij De Wereld Draait Door. Ik heb er wel eens een glimp van gezien: veel hapsnap, veel korte items. En Dijkshoorn las dan aan het eind een column voor die hij ter plekke schreef.
Dijkshoorn schreef ook een paar romans, over zijn ouders. Die heb ik niet gelezen en de recensies nodigden ook niet uit om dat te gaan doen. Misschien waren die romans meer nodig voor de schrijver dan voor zijn lezers.
Maar op de podcast Woeste meuk abonneerde ik me wel, in een opwelling, vermoed ik. Dijkshoorn maakt die samen met Tim Knol. Maakt muziek. Best wel goed, geloof ik, maar ook daar weet ik niet zo veel van. Waarom ik dan toch naar de podcast luister? Eigenlijk had ik vooraf geen reden.
Gesprekken
Knol en Dijkshoorn gaan in de podcast samen op bezoek bij mensen: Rinus Gerritsen (van Golden Earring), Jelka van Houten, Wilfried de Jong en Johan Derksen. Leuke gesprekken, omdat Knol en Dijkshoorn oprecht geïnteresseerd zijn en zichzelf niet op de voorgrond plaatsen.Waarom juist die twee elkaar gevonden hebben, weet ik niet, maar samen doen ze het goed en ze hoeven niet veel te doen om de gesprekspartners tot praten te brengen. Zo lijkt het. Maar natuurlijk hebben ze met zijn tweeën de situatie gecreëerd waarin iemand zich op zijn gemak voelt en gaat praten. Goed gedaan.
Je bent je als luisteraar steeds bewust van de omgeving waarin het gesprek zich afspeelt en ook dat is goed. Er zijn omgevingsgeluiden, je krijgt een indruk van een ruimte. Daardoor wordt de luisteraar dichterbij gebracht.
Afzondering
Maar ook Woeste meuk zit in afzondering. Daarom leest Dijkhoorn geregeld korte stukjes voor en die vind ik wel goed. Hij is goed in sprekende details, in treffende vergelijkingen. Zijn stukjes moeten het soms meer hebben van enkele zinnen dan van het geheel en af en toe is het op het effect gespeeld, maar dat is ook niet zo vreemd voor stukjes die er elke keer maar weer moeten komen. Ze zijn kort genoeg om even mee te snaaien, als een klein handje borrelnootjes.Dijkshoorn leest ze in het goede tempo. Dat hij in plaats van een 'z' altijd een 's' zegt en in plaats van een 'v' altijd een 'f' neem ik op de koop toe.
Voorlopig volg ik Woeste meuk nog een tijdje. Je hoeft niet vooraf al een fan van de makers te zijn om de podcast interessant te vinden. Dat je het maar weet!
Goed logo, trouwens, met die gestileerde stierenkop en de titel is ook goed. Dat 'meuk' verraadt weinig pretentie en dat 'woeste' dat het alle kanten op kan. Benieuwd wat er allemaal na de coronatijd nog geboden wordt.
Er is een site. Daarop wordt Dijkshoorn ook een dichter genoemd. Dat had ik in zijn schrijfsels nu weer niet herkend. Wel heet een van de stukjes 'Laatste keer dichten bij DWDD'. Hij blijkt ook gitaar te spelen. Tim Knol heeft een baard laten staan en draagt een pet als Gilbert O'Sullivan. En hij fotografeert. Je leert elke dag wat nieuws.
Een jongen in de oorlog
Koos Postema was zeven jaar oud toen de oorlog uitbrak. Enkele dagen daarna werd Rotterdam, waar Postema woonde, gebombardeerd. In de inleiding van elke aflevering vertelt hij dat hij het verhaal van die zevenjarige jongen gaat vertellen: 'die jongen was ik'. Dat klinkt een beetje als een belegen liedje van Cowboy Gerard, maar dat zal wel mijn particuliere associatie zijn.Over het algemeen vertelt Postema wat er allemaal gebeurd is. Af en toe wordt hij bij een nieuw onderdeel ingeleid door een net iets te zwaar aangezette voice-over, zoals je in Met het oog op morgen wel hoort.
Dagelijkse dingen
Vertellen kan Postema goed en je luistert dan ook gemakkelijk naar wat hij te zeggen heeft. Het gaat natuurlijk over de grote dingen, want Oorlog schrijven we bijna als vanzelf met een hoofdletter. Maar meer nog over de gewone dagelijkse dingen.Dat deed me denken aan het gedicht 'Oorlog' van Willem Wilmink. De laatste twee strofen:
We hadden na een bombardement
nieuw speelterrein, met gras en cement.
Daar speelde je dat je gesneuveld was,
dan lag je een tijdje dood in het gras.
Je maakte een voetbal of ook wel een bomDoordat Postema vertelt over zijn gezin, wordt de geschiedenis persoonlijk. Het verleden krijgt een gezicht dat je aankijkt. De oorlog blijkt ook maar een tijd waarin je moet leven en gewoon je dagen vullen met spelen of naar school gaan, waarin er ontbeten wordt (als er eten is) en waarin mensen elkaar helpen of juist niet.
van proppen papier, elastiekje erom.
Het leven ging meestal gewoon maar zijn gang.
Soms was je toch bang. Soms ben ik nog bang.
Het is goed dat er aandacht is voor oorlog en bevrijding, maar vaak gaat het over politiek en over soldaten en over getallen. Natuurlijk ook dat is goed, maar ik ben blij dat bovendien dit er is: de geschiedenis van een gewoon gezin, dat het jouwe had kunnen zijn als je toen geleefd had en daar gewoond had.
Er zijn vijf afleveringen, die je hier vindt. De maker van de podcast moet trouwens nog wel even genoemd worden: Dick Klees.
Over Godfried Bomans gesproken
Er was een tijd dat je niet om Godfried Bomans heen kon: hij was op de radio, op de tv, in de kranten en hij schreef ook nog boeken. Maar intussen is het al bijna vijftig jaar geleden dat hij overleden is. Wel kwam nog niet zo heel lang geleden een dundrukuitgave (De brandmeester) uit. Nee, niet gekocht; veel van Bomans' werk heb ik in oudere uitgaven.Er is een genootschap dat Godfried Bomans nog altijd vereert en promoot en dat genootschap is een podcastreeks begonnen: Over Godfried Bomans gesproken. Dat is een niet zo sprankelende titel, maar in ieder geval maakt die wel duidelijk waarover de podcast gaat.
Gesprekken
Tot nu toe zijn er drie afleveringen verschenen: drie gesprekken over Godfried Bomans, door de voorzitter van het genootschap, Fred Berendse, met Hans Wiegel, Thérèse Steinmetz en Wouter van Dieren.De intro wordt keurig, maar ook een beetje bescheten, gedaan door iemand die spreekt met een heel dunne ij-klank, wat ook wel eens prettig is, na al die dikke ai-klanken die je hoort. Maar je hebt wel het idee dat hij de tekst uitspreekt met de knieën tegen elkaar geklemd.
Berendse weet, als voorzitter van Het Genootschap, veel van Bomans af en kan wat zijn gesprekspartners te berde brengen meteen plaatsen en hij kan zinvolle aanvullingen geven en gerichte vragen stellen. Hij is bescheiden en plaatst zichzelf niet op de voorgrond. Het gaat om Bomans en de geïnterviewden. Soms is hij misschien net iets te bescheiden en maakt hij zich te klein. Je krijgt soms het idee dat hij opkijkt tegen met wie hij praat, wat, gezien zijn kennis, helemaal niet nodig is.
Wiegel, Steinmetz, Van Dieren
Wiegel weet aardige dingen te vertellen, maar heeft Bomans nauwelijks persoonlijk meegemaakt. Mogelijk opent het gesprek met hem de rij omdat Wiegel een bekende naam is. Het gesprek is overigens best aardig. Godfried schreef ooit over Wiegel en ook vader Bomans komt nog ter sprake.Thérèse Steinmetz heeft Bomans veel beter gekend en kan dan ook veel sprekender anekdotes vertellen. In gedachten zien we bijvoorbeeld Bomans met zijn dochtertje aan de hand. Dat is een beeld dat niet zo vaak wordt opgeroepen.
Wouter van Dieren heeft veel informatie over Bomans in zijn tv-tijd bij de NCRV. Van Dieren werkte nauw samen met Bomans en vertelt dingen die ik elders nog niet las. Zo verbaast het mij dat er zo veel gescript was in de televisie-optredens, tot aan de grapjes toe. Van Dieren kende Bomans vanaf 1968, dus in de laatste jaren van diens leven.
Gefilmd
Wie van het werk van Bomans houdt, zal zeker genieten van de gesprekken. Toen ik ze beluisterd had, kwam ik erachter dat ze ook gefilmd zijn, met toelichtende beelden erdoorheen gesneden en soms een kort audiofragment. Dat is ook een mooie manier om ze te beluisteren. Mij bracht het ertoe de gesprekken, die ik dus al kende, nog een keer voor een deel af te spelen.Je komt er bovendien op die manier achter dat Wouter van Dieren binnenshuis een Thijs-van-Leer-achtige hoed draagt, zoals poseurs doen of ijdeltuiten die hun kaalheid willen verbergen.
Alle gefilmde gesprekken zijn te zien op het kanaal van het Godfried Bomans Genootschap. Ze duren ongeveer een half uur. De podcasts vind je op de geëigende plaatsen, bijvoorbeeld hier. Grasduin gerust op des genootschaps site en zeker ook op de Facebookpagina, met mooie bijdragen over bijvoorbeeld Bomans en schaken of Bomans en beroemdheden.
Hoi Teunis, van Godfried Bomans heb ik 2 boeken gelezen: "Pieter Bas" en "Erik of het klein insectenboek". Van geen van beide boeken was ik erg onder de indruk. Wel is "Erik" prachtig verfilmd met hele mooie kostuums voor de mensen die de insecten spelen. Grapje van Bomans als Erik bij meneer Bij komt "washandelaar", wat bent u nu? Groetjes, Erik
BeantwoordenVerwijderenEr is een site. Daarop wordt Dijkshoorn ook een dichter genoemd. Dat had ik in zijn schrijfsels nu weer niet herkend. In 2008 verscheen bij uitgeverij Nw A'dam de dichtbundel van P. Kouwes: Daar schrik je toch van - De eerste 1000 gedichten.
BeantwoordenVerwijderenhttps://www.bol.com/nl/f/daar-schrik-je-toch-van/37734537/
Dus ja, Nico Dijkshoorn is al een tijdje dichter.