vrijdag 10 april 2020

Harpie (Hannah van Binsbergen)


Schrijven over wat je gelezen hebt, roept niet alleen reflectie op over het gelezene, maar ook over jezelf als lezer. In 2017 won Hannah van Binsbergen de VSB Poëzieprijs met Kwaad gesternte. Later, toen de publiciteit daarover alweer was gaan liggen en zelfs al sliep, heb ik de bundel gekocht. Ik heb de eerste gedichten gelezen. En de rest niet.

Dat lag niet aan de gedichten. Weliswaar heb ik iets meer moeite met langere gedichten en met gedichten met langere zinnen, maar ik schrik niet terug voor moeite, gewoonlijk. Maar de laatste jaren raak ik de poëzie een beetje kwijt. Ik weet niet hoe dat komt. Ik koop nog van tijd tot tijd een bundel en ik krijg soms nog een bundel cadeau, maar van lezen komt het meestal niet.

Dat kan ik niet goed verklaren. Het is ook niet wat ik wil, maar het gebeurt wel. Misschien moet ik mezelf krachtiger toespreken op dat punt. Jarenlang poëzie gerecenseerd en geredigeerd en altijd met plezier. Het zal toch niet zijn dat ik mijzelf dat plezier misgun?

Maar goed, intussen heb ik wel Harpie, de roman van Hannah van Binsbergen gelezen. De aanleiding, zegt mijn verstand, was een interview dat Gijs Groenteman met haar had bij Kunststof. Ik ben geabonneerd op de podcast, maar ik kan en wil niet elk interview beluisteren. Mijn dagen tellen immers nog geen dertig uur, dus het is passen en meten. Maar dit wilde ik blijkbaar horen en daarna wilde ik de roman ook wel lezen.

In een boekhandel, die handschoentjes uitreikte waarin je enorm zweethanden kreeg, pakte ik het boek op. Misschien vanwege het interview, misschien ook omdat de naam Van Binsbergen veel voorkomt in het dorp waar ik opgroeide. Je weet maar nooit.

Poelgeest

Hup, naar Harpie! Harpie Poelgeest is tweeëntwintig jaar oud en snijdt haar polsen open. Ze is geen zelfmoord aan het plegen, zegt ze. Uit het bloed komt een persoon naar voren, die uitgroeit tot een duivel, die ze dan ook Satan noemt. Met hem zal ze in de loop van de roman geregeld in gesprek gaan.

Je zou Satan kunnen zien als een alter ego of als een fictieve vriend (wat waarschijnlijk ook een alter ego is). Misschien is het ook wel een handige concretisering van het kwaad, al is Satan meestal niet zo heel erg boosaardig. Harpie zal wel niet voor niets Poelgeest heten, dat is ook bijna vragen om een geest uit de poel van vuur en sulfer.

Harpie besluit zichzelf een kans te geven. Tot haar verjaardag, over acht maanden. Overdag neemt ze een onzinbaantje op kantoor en daarnaast treedt ze in dienst bij een luxe escortbureau. We hebben dus niet alleen Satan (die ook uit Harpie voorkomt) en Harpie, maar ook de kantoor-Harpie en de gezelschaps-Harpie, die voor alles in is. Misschien zitten we dan ook in de splitsing Dr. Jekyll en Mr. Hide, al is dat voor mijn gevoel toch net iets anders. Daar lijkt de scheiding van de twee kanten definitiever lijken er minder verbindingen te zijn.

Tot je niet meer dood wilt

Harpie gaat zien of deze constructie genoeg is om haar leven te redden.
Gewoon dingen doen totdat je op een gegeven moment niet meer dood wilt. Dat is het plan.
Harpies leven tot dan toe is zo ongeveer tot stilstand gekomen: relatie met Albert afgelopen, studie gestopt en er komt geen inkomen binnen, waardoor de schuldeisers lastig worden. Het is al een meevaller als er stroom is. Er moet wel wat gebeuren.
Ze kan niet zo leven, ze kan niet terug naar het leven van hiervoor, en ze kan zich geen toekomst voorstellen waarin ze er niet ook vroeg of laat een mespunt achter zou zetten, mogelijk met veel grotere gevolgen, als ze zichzelf toestaat om dicht bij anderen te komen.

Bij zichzelf komen

Zichzelf toestaan om bij anderen te komen. Het is de vraag in hoeverre Harpie zich toestaat om bij zichzelf te komen. In de rol van escort is ze degene die de klant wil dat ze is en eigenlijk was dat ook al zo bij Albert. Ze wilde zo graag dat hij bij haar zou blijven, dat ze zichzelf leeg maakte. Bang voor het niets dat er over zou blijven als hij weg was, reduceerde ze zichzelf tot niets.

Al toen ze jonger was, experimenteerde Harpie met het gaan over grenzen. De transgressie geeft macht, het is  een manier om controle te houden of te krijgen. Misschien wel minder over anderen dan over jezelf. Het deed me denken aan het meisje in het titelverhaal van de bundel Begeerte van Manon Uphoff.

De duivel in onszelf

Harpie leeft, als een moderne Mariken van Nieumeghen samen met de duivel, maar misschien leven wij allemaal wel samen met de duivel in onszelf. Satan is ook haar coach, die haar weg probeert te krijgen van haar zelfdestructie.
Wat wil je wel niet helemaal van mij?
Dat je ophoudt gaten in jezelf te maken en begint met gaten in de wereld te slaan. 
Kan niet. (Harpie trekt haar jas aan.)
Zonde.
De drie werelden (Satan, kantoor, escort) gaan door elkaar lopen en het lijkt erop dat er een einde komt aan Harpies kantoorbaan. Op die dag dringt het besef door dat veel collega's net zo alleen zijn, een erkenning die juist weer verbindt. Niet het alleen zijn maakt dat je alleen bent, maar het voor jezelf houden dat je dat bent.

Het licht aan

Harpie vertelt het verhaal erover. Je bent ervan overtuigd dat er iemand is, in het donker. Je zou het licht aan kunnen doen om jezelf te bewijzen dat die persoon er niet is, maar je bent bang dat hij er dan nog steeds is. Je bent bang voor de mogelijke waarheid en de angst brengt je ertoe om verder door het donker te moeten bewegen.
Ik ben Harpie en ik heb het licht aangedaan. En weet je wat? De echte verschrikking is hoe we gegroeid zijn in het donker. Geen duivel, niet het kwaad. De knopen die we in onszelf gelegd hebben om niet te hoeven zien.
Bij alles in dit boek kun je je afvragen wat werkelijk is en wat zich afspeelt in het hoofd van Harpie. In ieder geval is ze tot een inzicht gekomen. Het vergt moed om het licht aan te doen, maar dat is wat er gebeuren moet. Het is ironisch dat iemand dat zegt of denkt bij wie voortdurend de stroom afgesloten dreigde te worden in het begin van het boek.

Optimistisch

Het slot van Harpie is onversneden optimistisch. Als lezer gun je het Harpie van harte, maar je vraagt je wel af wat er de volgende dag van over is. Maar goed, misschien moeten we de momenten vieren.

Of Harpie een goed boek is, weet ik eigenlijk niet. Het personage is interessant en het onderwerp geeft reden om eens na te denken over de duivels in het leven. En verder is er natuurlijk de stijl, met af en toe heerlijke zinnen, zowel scherp als humoristisch. Een voorbeeld:
Er zijn weinig dingen zo verstikt in betekenis als een vrouwenlijf. Het duizenddingendoekje van de zichtbare wereld. Het beeld van de schoonheid, maar ook het object waarvan de schoonheid het vaakst in de waagschaal ligt.
Dat citaat gaat nog veel verder, met een uitwerking die stevig neergezet wordt op een pagina zonder verdeling in alinea's, waardoor je als lezer weinig lucht krijgt en het geschrevene onontkoombaar wordt. Dat kan Van Binsbergen wel.

Interessant boek, dit Harpie. Met plezier gelezen. Intrigerend figuur. Omslagtekening waar ik niks van snap, maar snappen is soms het einde van het vermaak, dus prima zo.

Ik heb de neiging om braaf en muf te zeggen dat ik Kwaad gesternte toch eens moet gaan lezen. Dat wil ik eigenlijk niet schrijven, vanwege de stofwolken die er van zo'n zin komen en vanwege het zuinige mondje dat zo'n zin heeft. Maar probeer maar eens iets niet te schrijven wat er al staat. Onbegonnen werk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten