Al jaren woon ik niet meer in het dorp waarin ik geboren ben. Maar waar ik ook heen getrokken ben in al die jaren, altijd is het dorp meegereisd. Het zit in mijn kop en in mijn bloed. Ik blijf een dorpsjongen, geworteld in de grond waarop boomgaarden groeiden en weidegras.
De fotografe Mirjam Bleeker heeft een boek gemaakt over een dorp. Het is niet mijn geboortedorp, het is Staphorst. Maar ik kan In Staphorst alleen maar als dorpsjongen doorbladeren en bekijken. Ik ben op dat moment in Staphorst, maar ik ruik ook Herveld. Als een boek dat kan, dan moet er iets in de foto's zijn dat dat bewerkstelligt.
Je merkt dat Bleeker dichtbij de afgebeelde personen staat. Verschillende foto's zijn van vrij dichtbij genomen en toch voelen de personen zich op hun gemak. Je hebt het idee dat er een bekende op bezoek is en dat ze zich daarom niet anders hoeven voor te doen dan ze zijn. Van zo'n beetje iedereen weet Bleeker dan ook de naam. Ze noemt die namen achter in het boek.
Het zou niet juist zijn om te zeggen dat je de personen betrapt in hun dagelijkse bezigheden. De foto's hebben namelijk niets met gegluur te maken. Ze zijn open, je bent als kijker welkom: kijk maar, zo ben ik. Dat komt natuurlijk doordat de fotografe welkom was. Je kunt aanschuiven in de woonkeuken, zoals ik dat vroeger kon bij buren en familieleden.
De foto's van Bleeker zijn dan ook ontroerend intiem. Geen enkele foto is geposeerd en alle foto's zijn ingehouden van emotie. Er zijn geen uitgelaten of verdrietige mensen te zien. Van sommigen las ik dat hun dracht 'zware rouw' is. Zo wordt rouw dus geuit; er zijn vormen voor en dan hoeft er verder niets meer uitgelegd te worden. Het leven gaat, zoals het gaat. Je haalt je schouders op, je zucht eens.
De aandacht waarmee Bleeker de mensen om haar heen bekeken heeft, durf ik gerust liefde te noemen. Niet alleen liefde voor de mensen, maar ook voor de gemeenschap en voor wat belangrijk is voor die gemeenschap. Ze heeft bijvoorbeeld veel stoffen in close-up gefotografeerd. Je ziet hoe de knoopsgaten genaaid zijn in een hemdrok, hoe op een andere foto het stipwerk op de stof geplaatst is.
Bleeker fotografeerde alleen mensen in klederdracht of mannen in hun werkkleren. Het verhoogt het gevoel dat we hier wel met individuen te maken hebben, maar ook vooral met een gemeenschap. De nadruk ligt op de volwassenen, maar ook de meisjes in dracht zijn gefotografeerd. De jonge mannen zijn geheel afwezig.
Al twintig jaar geleden maakte Bleeker de foto's. Pas nu zijn ze samengebracht in een boek. We kijken dus naar een gemeenschap uit het verleden. Die zal intussen waarschijnlijk veranderd zijn. Dragen de meisjes nog klederdracht als ze gaan schaatsen? Hebben ze nog steeds gehaakte netten als jasbeschermer op hun fiets? Dragen de mannen de grote gouden keelknopen nog? Of bekijken de mensen in Staphorst nu ook de foto's en constateren ze dat het hard gegaan is en dat er zoveel is veranderd? Insiders zullen het weten.
De opbouw van In Staphorst werkt goed: na de korte inleiding krijg je, zonder enige uitleg de foto's, die meestal de volle bladzijde in beslag nemen, zodat ze niet ingekaderd zijn door het wit van de pagina. Je weet niet wat er op de foto's staat, je mag alleen maar kijken. Achter in het boek staat bij elke foto een korte uitleg. Dat is handig, want ik had bijvoorbeeld anders niet gezien dat vrouwen in de rouw waren.
Tewijl ik door In Staphorst blader, loop ik door Staphorst en Rouveen, maar ook door Herveld. Ik zie een boer voorbijkomen met een melkbus op de stang van zijn fiets, ik zie een buurvrouw de was ophangen. Ik stommel naar binnen bij Tante Annie en trek mijn laarzen uit op de deel. Ze schenkt koffie met flink veel gekookte melk. Als ik het boek uit heb, blijf ik nog een heel tijdje in de keuken zitten.
De foto's zijn overgenomen van de site van Mirjam Bleeker.
Mirjam Bleeker, In Staphorst
Uitg. WBOOKS, Zwolle 2014.
128 blz. € 24,95
Mirjam Bleeker, In Staphorst
Uitg. WBOOKS, Zwolle 2014.
128 blz. € 24,95
Geen opmerkingen:
Een reactie posten