Een boekje met veertig gedichten en over elk gedicht een stukje geschreven. Ach ja, dat is eerder gedaan en zo'n boekje kan ik dan ook gemakkelijk laten liggen. Maar deze keer zijn de gedichten gekozen en de stukjes geschreven door Ingmar Heytze. Dat maakte me nieuwsgierig.
Heytze dekt zich in de inleiding in: het zijn niet per se de veertig beste gedichten die hij ooit gelezen heeft en er ontbreken dichters die hij bewondert. Er ontbreken inderdaad nogal wat hedendaagse groten in Heytzes boekje: Kouwenaar, Campert, Herzberg, Vroman, Ter Balkt, om maar een handvol van de oudere nog levenden te noemen. Dichters van de generatie Achterberg/Nijhoff zijn het verst verwijderd in de tijd. Geen Bloem, Van Ostaijen, Leopold, Gorter, Kloos of dichters van nog langer geleden. Heytze heeft een eigenzinnige keuze gemaakt, met Hans Dorrestijn naast Nijhoff, Spinvis naast Achterberg, een paar buitenlanders en Menno Wigman mag met twee gedichten in de jukebox van Heytze.
Over het algemeen staan er in dit boekje toegankelijke dichters en toegankelijke gedichten. In het stukje dat Heytze schrijft bij een gedicht van Vasalis, verdedigt hij wat hij 'herkenbare gedichten' noemt :
Ik stel in zulke discussies nog weleens voor poëzie zoals die van Vasalis figuratief te noemen, en meer experimentele poëzie abstract. Dat je met één keer lezen ziet hoe dit gedicht in elkaar zit, zoals je bij een figuratief schilderij ook vrij snel ziet wat het voorstelt, betekent niet dat je er daardoor ook direct klaar mee bent - ik tenminste niet.Dat wil niet zeggen dat Heytze alleen maar 'gemakkelijke' gedichten heeft gekozen. Van enkele gedichten (zoals dat van Holub), moet hij toegeven dat hij er niet alles van begrijpt, maar dat dat niet erg is:
Mijn ideale poëzielezer is iemand die in staat is om te genieten van wat hij niet begrijpt aan een gedicht - misschien nog wel meer dan van wat hij wél begrijpt.In het stuk dat hij schrijft bij een gedicht van Alain Teister legt Heytze uit wat hij belangrijk vindt aan poëzie:
Het persoonlijke, dat je als lezer niet afstoot alsof er plotseling een exhibitionist voor je neus staat, maar juist aantrekt omdat je jezelf herkent in de 'ik'uit het gedicht. De toon alsof iemand gewoon tegen je praat. Het onmiskenbare ritme van de tekst, goed verstopt onder het parlando van de zinnen zelf, die de vrije vorm structuur verleent. De ironie die het zelfbeklag relativeert en verdunt totdat er vooral melancholie overblijft, zonder dat het soft of zielig wordt (...).In alle stukken is Heytze helder. Hij heeft een prettige verteltoon, die je gemakkelijk meeneemt en hij weet duidelijk uit te leggen wat hij wil en hoe hij een gedicht leest. Soms gaat een stuk helemaal over het gedicht dat ernaast is afgedrukt, soms bewandelt Heytze andere paden en komt het gedicht maar zijdelings ter sprake. Erg vond ik dat niet; ik wou gewoon lezen wat Heytze te zeggen had.
De veertig van Heytze is een mooi boekje: gebonden, stevige kaft, handzaam formaat. De gedichten staan steeds op de rechterpagina. Dat is wel de 'mooie' pagina, maar bij verschillende gedichten had ik ze liever eerst zelf gelezen, voordat ik het commentaar van Hetytze las. Die volgorde van lezen (eerst gedicht, dan commentaar) heb ik bij enkele gedichten dan ook aangehouden.
Volgens mij gaat iedereen die De veertig van Heytze leest zich afvragen welke gedichten hij zelf gekozen zou hebben. Dan kom je erachter hoe moeilijk het is om heel veel gedichten niet te kiezen. Gedichten die iedereen al kent, laat je dan zitten. Het is mooi dat zo'n klein boekje je aan het werk zet.
Verder vermoed ik dat veel lezers nog wel zo'n boekje van Heytze willen lezen. Hij is een aangename gids. Daarom wil ik graag volgend jaar het boekje Nog eens veertig van Heytze hier bespreken. Heytze zal er niet voor gepord hoeven te worden; die wil graag over poëzie vertellen. Als heel veel mensen dit boekje kopen, wil de uitgever vast ook wel. Naar de winkel dus!
Ingmar Heytze, De veertig van Heytze
Uitg. Podium, 112 blz. gebonden; € 17,50
Geen opmerkingen:
Een reactie posten