dinsdag 19 maart 2013

Rascha Peper (1949 - 2013) overleden


Rascha Peper is op zaterdag 16 maart overleden. Ik las het in een berichtje dat haar uitgeverij verspreidde. Ze was ziek (alvleesklierkanker) en had haar dood al aangekondigd in een column. Haar laatste roman, Handel in veren, heeft ze nog kunnen voltooien. Die verschijnt in juni.

Dat ze ziek was, wist ik. Ik las het in een interview in NRC Handelsblad in oktober. Daar schrok ik van, als dat tenminste het goede woord is, voor het fronsen, het even inhouden van de adem. Van sommige schrijvers weet je dat het onderhand hun tijd zou kunnen zijn. Bij Rascha Peper had ik daar niet op gerekend.

Bovendien heb ik Rascha Peper eens een avond lang binnen handbereik meegemaakt. Dat was op 10 maart 2005, het zal in de Boekenweek geweest zijn, toen ik haar interviewde en door de avond leidde in Cultura in Ede. In de weken ervoor had ik zo'n beetje alles gelezen wat zij gepubliceerd had. Het gesprek liep goed: Peper praatte gemakkelijk, reageerde alert en vriendelijk op het publiek en las mooi voor. Vooraf en na afloop praatten we nog wat, over dingen waarover ik niet gevraagd had. Het was mij bijvoorbeeld opgevallen dat een verhaal altijd sterk autobiografisch was als het personage Olga heette. Dat bleek te kloppen.

Ook spraken we over een hilarische verhaallijn in haar laatste roman: een man heeft een appartement gehuurd met een afgesloten kamer. In die kamer blijkt een heel Chinees gezin te huizen. Dat had haar man persoonlijk meegemaakt.

Toen het daarvoor tijd was, bracht ik haar naar het station. Ineens bedacht Peper dat ze mij nog een boekje had willen geven. Ze wilde er onderweg iets aardigs in schrijven, maar het lampje in mijn oude auto deed het niet. Ze grinnikte en zei: ik zal er toch maar niet in schrijven: 'Voor Teunis. Op de tast.' Ze schreef er iets anders vriendelijks in.

Het eerste boek dat ik van haar las was Oesters (1991), omdat een leerling het op haar lijst zette. Ach, een aardig boek, maar meer ook niet. Tenminste, zo herinner ik het me. Ik weet ook niet meer of ik het herlezen heb. Het ging over een jonge vrouw die een relatie met een oudere man heeft.

Daarna las ik tijdlang niets van Peper, totdat ik Dooi (1999) moest bespreken. Het is niet zo'n dikke roman over een man die met zijn schip vastgevroren zit bij een eilandje in het IJsselmeer. Op het moment dat het ijs al wat begint te dooien, komt er een jonge vrouw met vuurrood haar naar hem toe geschaatst. In het boek komt ook een coelacanth voor, die ik daarvoor alleen uit een gedicht van Achterberg kende. Het slot van Dooi is iets minder, maar ik heb het boek met plezier gelezen. Indertijd heb ik het boek redelijk positief gerecenseerd.

Daarna pas las ik de andere boeken van Peper: Rico's vleugels (1993), Russisch blauw (1995), Een Spaans hondje (1998) en wat verhalenbundels. Vooral Rico's vleugels vond ik een mooi boek. Later zou ik het laten lezen door een leeskring in een hervormde gemeente. Ik had vooraf verteld dat het boek geschreven is vanuit een pedofiel. Daarbij keken sommige leden van de kring wat bedenkelijk, maar uiteindelijk vond iedereen het een mooi boek.

Uit Pepers oeuvre is dit het boek dat me het best is bijgebleven. Er komen verschillende thema's in voor die ook in andere boeken voorkomen: een hoofdpersoon met een passie of een obsessie (in dit boek betreft het een schelpenverzameling) en onderlinge aantrekkingskracht door mensen met een behoorlijk leeftijdsverschil. De oude man valt op de jongen die hem helpt bij het op orde brengen van de schelpenverzameling. Aan het eind van het boek zie je de oude meer als slachtoffer dan als dader.

Daarna verscheen Pepers dikke roman Wie scheep gaat (2003). Geen 'gave' roman, waarmee ik bedoel dat er qua compositie best iets op aan te merken is. Misschien had het tapijt van verhaallijnen wat hechter geweven kunnen worden. Maar eigenlijk vond ik dat niet zo belangrijk. Elke verhaallijn is een fraai verhaal op zich. De al genoemde man die in New York een appartement huurt, de eendjes die op de oceaan dobberen, het duiken naar een lichaam dat mogelijk onder water ligt: allemaal goed gedaan. Zoals bij al haar boeken weet Peper altijd zo met haar vinger in je te prikken dat ze emoties raakt.

Verfhuid (2005) las ik niet, al weet ik niet meer hoe dat kwam. Tijden lang was ik van plan het te gaan lezen, maar het is er nooit van gekomen. Vingers van marsepein (2008) wel. Het boek kent twee verhaallijnen. De ene speelt in het verleden, waarin we een meesterpreparateur volgen. Het is een fascinerend verhaal. De andere verhaallijn, die in het heden speelt, is een stuk slapper. Waarschijnlijk heb ik daardoor het volgende boek, Zwartwaterkoorts (2009) aan me voorbij laten gaan.

Het laatste boek dat ik van haar las, is Vossenblond (2011). Het leest weer lekker en je laat je als lezer gemakkelijk door het boek meevoeren. Ik schreef er hier over. Net als bij Dooi vond ik het slot niet helemaal bevredigend. Wat ik toen opschreef is wat positiever dan de herinnering die is blijven hangen.

Ik denk dat Peper heel wat boeken geschreven heeft, die ongekamde haren hebben, of een das die scheef zit, of een vlek op het boord. Maar alle boeken heb ik met plezier gelezen en dat is ook wat waard. En een romans als Rico's vleugels is gewoon een goed boek. De schrijfster ervan, die ik me herinner als een hartelijk mens, is er niet meer. We zullen het moeten doen met haar boeken. Dat is trouwens heel wat.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten