'Autobiografie van een romanpersonage' is een groot project: een trilogie van Marc Schoorl over het gezin waarin hij opgroeide, zij het dat hij er fictie van gemaakt heeft. Daarom is het ook de autobiografie van een personage, Cor van Hargen en niet van de auteur. Naar mijn inschatting lijken die twee behoorlijk op elkaar.
Hier schreef ik over het eerste deel, Zes broers en een zus. Intussen is deel twee uit: Zo vader, zo zoon. Dat telt zo'n 550 bladzijden. Een hele kluif dus, als je alleen naar de omvang kijkt. Het boek leest gelukkig lekker.
Net als in het vorige deel gaat het boek over het gezin Van Hargen: vader, moeder, dochter, zes zoons, van wie Cor de vierde is. Bij het begin van het boek zit Cor nog op de lagere school. Op bladzijde 92 staat dat hij in de zesde klas zit. Een kleine tweehonderd pagina's later wordt verteld dat hij overgaat naar de zesde. Dat klopt niet helemaal, maar alleen een kniesoor als ik let daarop. Voor het verhaal maakt het niet veel uit.
We volgen Cor en zijn gezin ook nog een tijdje op de middelbare school. Cor wordt ouder en gaat zich met andere zaken bezighouden. Soms vroeg ik me af of het gedrag van Cor wel klopte met zijn leeftijd. Zo drinkt hij af en toe al behoorlijk wat alcohol als hij nog in de brugklas zit.
Beeld van een tijd
Meer dan in Zes broers en een zus is dit deel van de trilogie in de tijd geplaatst. We komen sportwedstrijden tegen (WK voetbal, bokswedstrijd van Mohammed Ali, wielrennen), er wordt verwezen naar films en muziek, we krijgen in 1973 te maken met een oliecrisis en de daarbij behorende autoloze zondagen.
Daarin is Schoorl vrij precies geweest. Ik ben een frik die gaat nazoeken of Studio Sport toen al zo heette, of F.C. Utrecht al bestond en het tijdschrift Knip. Bijna alles klopt. De reclame voor tampons, met Sylvia Kristel, was er misschien pas in 1975, maar dat is een kleinigheid. Ik denk dat uitdrukkingen als 'Hoe doeloos is dat! of Hoe vermoeiend is dat! (als je aan wilt geven dat iets volstrekt doelloos is of zeer vermoeiend) van decennia later zijn. Maar het is te verdedigen als je bedenkt dat de volwassen Cor vertelt over de jeugdige.
De vaderfiguur gebruikt onbekommerd het n-woord, wat bij die tijd past. Dat hij daarop wordt aangesproken, snap ik wel vanuit het heden, maar ik vraag me af of dat in die tijd gebeurd zou zijn. Ook vermoed ik dat niemand toen kwaad zag in het gebruik van het woord 'Bosjesmannen'. Een van de broers zegt dat we die eigenlijk San moeten noemen.
Films en muziek
Vooral door de muziek en de films wordt de eerste helft van de jaren zeventig heel goed opgeroepen. Niet alle gesprekken tussen de jongeren hierover zijn interessant, maar je merkt bij allemaal een zekere gretigheid om al die muziek te leren kennen. Ook de gesprekken over bijvoorbeeld de film Jesus Christ Superstar zijn leuk om te lezen.
Het is ook leuk om te kijken wat er niet ter sprake komt. Voor de jeugdserie Q en Q voelde Cor zich blijkbaar al te groot. Die wordt in ieder geval niet genoemd. Catweazle wel.
Het WK voetbal 1974, een van onze nationale trauma's, komt wel aan bod, maar over de cruciale wedstrijd in de finale wordt vrij snel heen gehobbeld. Maar misschien heeft die wedstrijd in mijn geheugen pas later het gewicht gekregen dat die nu in mijn herinnering heeft.
Herinneringen
Voor iemand van mijn leeftijd haalt het boek ook allerlei herinneringen boven: van Aage M tot Kinderen een kwartje en van de afbeelding op een pakje Belinda tot de film Once upon a time in the West. Het zijn zaken die bij een bepaalde tijd horen en die tijd ook gemakkelijk oproepen. Zo lees je niet alleen een boek, maar ook jezelf.
Binnen het gezin gebeurt natuurlijk van alles. Zo gaan de meeste kinderen zich bezighouden met het verzorgen van huisdieren en net als in het vorige deel moet er vaak uitgekeken worden met geld. Het is dan ook logisch dat de broers op zoek gaan naar baantjes om wat bij te verdienen.
Voor vakantie is meestal geen geld, maar het komt toch een keer voor dat vader en moeder met de jongste kinderen op vakantie gaan naar Duitsland. Dat is een heerlijk verhaal. Vader is een merkwaardige man: welbespraakt, humoristisch, maar hij heeft ook manische trekken. Tijdens de vakantie in Duitsland zie je dat het gaandeweg minder goed gaat met vader en hoe hij zich in ongemakkelijke situaties manoeuvreert. Het goede van die scènes is dat het grappige en het schrijnende samengaan.
Vader en zoon
De titel, Zo vader, zo zoon verwijst naar een tv-programma, een soort Wie van de drie waarbij geraden moest worden wie de vader of zoon van wie was. De veronderstelling is niet alleen dat vaders en zonen aardig wat van elkaar weten, maar dat ze ook overeenkomsten vertonen.
Dat merkt Cor ook. Al op bladzijde 15 constateert hij dat hij dezelfde geldingsdrang heeft als zijn vader. Ook anderen zien de overeenkomsten:
De dagen erna werd ik er vaak door de andere jongens op aangesproken en maakten ze de vergelijking tussen mijn rare, grappen makende vader en mij, want ook ik hing graag (en mijns ondanks!) de lolbroek uit. Ik zat ermee in mijn maag, het voelde gewoon niet goed. Ik wilde helemaal niet op mijn vader lijken! Alsjeblieft zeg! Ik wilde... Ja, wat wilde ik eigenlijk?
De houding tegenover de vader is ambivalent en dat maakt het boeiend. Soms is er medelijden, als vader weer worstelt met dwanggedachten, maar de ergernis erover is vaak sterker. Vader wil graag dat Cor arts wordt, zodat hij zijn vader kan genezen. Ook als je je dat als zoon niet aantrekt, is het wel een soort van opdracht die je meekrijgt.
Over moeder wordt met warmte geschreven. Cor snapt dat ze het niet altijd gemakkelijk heeft met man en kinderen en is soms bang dat ze zal weglopen, wat niet gebeurt.
Omgekomen vriend
Het hoogtepunt van het boek is het slot waarin een vriend van Cor omkomt. Soms heeft Schoorl de neiging om net iets te veel uit te leggen, maar in dit gedeelte niet. Je merkt het verwarrende van de gebeurtenissen, de mix aan gevoelens waarmee Cor te kampen heeft.
Zo vader zo zoon is me beter bevallen dan Zes broers en een zus. Soms worden er erg veel namen genoemd van vriendjes die later niet meer terugkomen en daar had van mij best wat in gesneden mogen worden. Ook zakt het verhaal soms een beetje in. Maar gemiddeld genomen leest het lekker en door de verwijzingen naar zaken die van buiten het gezin in komen, wordt het verhaal in de tijd geplaatst. Dit tweede deel is veel vaster in de tijd verankerd dan het eerste.
Op de voorkant is curieuze foto geplaatst: een man met een hoedje op, een pijp in zijn mond en bokshandschoenen aan. Ik vermoed dat het een portret van de vaderfiguur is. Inhoudelijk heeft het niet zoveel met het boek te maken (vader gaat niet boksen), maar het is wel een foto die de aandacht trekt en die het merkwaardige van vader laat zien.
Het derde deel van Autobiografie van een personage zal wel niet te lang op zich laten wachten als Schoorl in hetzelfde tempo heeft doorgewerkt. Over deel 1 schreef ik nog geen jaar geleden. Intussen heeft hij ook al een boek over Hermans geschreven en een boekje over aforismen. Deel 3 is aangekondigd onder de titel O, moeder (of De eenzame eilanden der ziel). En nu maar hopen dat er lezers zijn die dat allemaal kunnen bijhouden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten