Het is niet zomaar een boekje, het is een boek. En wat voor een! Groot formaat, gebonden, vol met foto's en meer dan vijfhonderd pagina's dik: Boudewijn de groot oeuvreboek (2023), geschreven door Peter Voskuil en Boudewijn de Groot. Of beter: Peter Voskuil heeft het boek geschreven, maar hij heeft er veel gesprekken voor gevoerd met Boudewijn de Groot.
Wat dit boek biedt, kun je lezen in de ondertitel: 'De verhalen van alle liedjes'. En dat zijn dan ook alle liedjes. Niet alleen de liedjes die Boudewijn de Groot gezongen heeft, maar ook die waarvoor hij de tekst of de muziek schreef en de liedjes die hij produceerde. Van populaire albums tot obscure singletjes, alles, alles, staat in het boek. Het is een geweldig overzicht geworden.
Dat niet alleen, het boek ziet er ook nog eens aantrekkelijk uit, met veel foto's. De hoezen van de albums natuurlijk, maar ook foto's van Boudewijn en andere artiesten, van mensen aan het werk in de studio, nou ja, alle foto's die je in zo'n boek graag gezien zou hebben, staan erin.
Vier delen
Het boek begint met een interview met Boudewijn de Groot. Daarna is het verdeeld in vier delen: 1. Centrum, solowerk; 2. Periferie, samenwerkingen; 3. Achterland, producer; 4. Nawerk. In dat nawerk de hitnoteringen als soloartiest (met aandacht voor enkele bijzondere EP's). Verder een lijst met hitnoteringen en nog niet genoemde EP's uit de jaren zestig, met daarin ook genoemd de platen die in Engeland, België en Duitsland uitgebracht zijn. Bovendien alle promotiesingles, die in kleine oplage verspreid zijn met het oog op airplay. Dan nog een opsomming van de tournees en ten slotte een register, een lijst van alle personen en liedjes met de pagina's waar zij terug te vinden zijn. Wat je ook zoekt van Boudewijn de Groot, in dit boek is het gemakkelijk terug te vinden.
Het eerste deel, over het solowerk van Boudewijn de Groot, beslaat het grootste deel van het boek, driehonderd pagina's. Het begon allemaal in 1964 met de single 'Strand' (met 'Referein voor...' op de B-kant), gevolgd door 'Élégie Prénatale (B-kant: 'Sexuele voorlichting'). Daarna volgde een EP met deze vier nummers, aangevuld met 'De morgen' en 'Delirium".
Top 40
In 1965 volgt 'Een meisje van 16', met 'De eeuwige soldaat' op de B-kant. Dat kwam in de Top 40 terecht, met als hoogste positie nummer 23. Daarna kende iedereen Boudewijn de Groot, zou je kunnen zeggen, maar niet alles ging van een leien dakje. In 1967 scoorde hij zijn eerste top-tienhit, 'Welterusten meneer de president' en bereikte 'Het land van Maas en Waal' de hoogste positie.
Hoe de loopbaan van Boudewijn de Groot verliep, kun je op de voet volgen. Hoe hij dacht te stoppen met het zingen in het Nederlands, maar later de draad toch weer oppakte, bijvoorbeeld. Het zijn boeiende verhalen.
Van elk nummer vertelt Boudewijn hoe het tot stand gekomen is. Hij wijst op muzikale en tekstuele bijzonderheden en geeft zijn huidige oordeel over de nummers van toen, waarbij hij soms zichzelf niet spaart, maar ook af en toe verrast is door een ouder nummer. Bij elk nummer staat vermeld wanneer het opgenomen is en waar, wat de releasedatum was en wie de auteurs zijn.
Bij de LP's wordt ook nog vermeld wie de techniek gedaan heeft, de mixage en de mastering. Bovendien krijgen we uitleg over de hoes.
Vormgeving
Het oeuvreboek is een prachtig boek geworden, dat verbazend is in zijn compleetheid. Bovendien is het prachtig vormgegeven. De pagina's zijn verdeeld in twee kolommen. Voor de meeste nummers is een enkele kolom gereserveerd, maar voor bekendere nummers soms enkele pagina's. De bladspiegel is rustig en overzichtelijk, wat bijzonder prettig leest.
Het is niet een boek om achter elkaar uit te lezen. Nou ja, het kan wel, zo heb ik het niet gedaan. Ik kreeg het in juni op mijn verjaardag en ik heb er steeds een aantal pagina's uit gelezen. Soms zocht ik een nummer op op Spotify of ik keek naar de tekst in bijvoorbeeld een verzamelbundel van Lennaert Nijgh.
Terug in de tijd
Het terughoren van de nummers en erover lezen verplaatste me ook terug in de tijd. Ook de foto's roepen de tijd waarin de nummers verschenen sterk op. Toen ik op de middelbare school zat, in de derde klas van de mavo, denk ik, draaide onze leraar Nederlands 'Verdronken vlinder'. Naast me zat een jongen die in een multomap teksten van nummers van Boudewijn de Groot en Herman van Veen verzamelde. Ik leerde ook al die nummers kennen en zong ze ook, bijvoorbeeld tijdens het melken. Als het mijn vader te gek werd, maande hij me om door te melken (dat ging in het begin nog met de hand), maar meestal liet hij me maar.
Het waren de jaren zeventig. 'Jimmy' en 'Ik ben ik' kwamen in de top 40 en iedereen kende 'Het land van Maas en Waal' en 'Welterusten meneer de president' en misschien ook wel 'Als de rook om je hoofd is verdwenen'.
In 1975 kwam ik op een internaat terecht, op een kamer bij een jongen die cassettebandjes draaide, waaronder een van Boudewijn de Groot. Later ging ik zelf cassettebandjes en LP's kopen. Toen ik voor de klas stond, las ik veel gedichten en liedteksten voor, waaronder teksten van Lennaert Nijgh. Die kende ik op den duur door en door.
Dat bij het lezen van dit oeuvreboek jeugdsentiment een rol speelde, zal ik niet ontkennen. Vooral in het begin van het boek herkende ik veel. Juist over die nummers wil je graag meer weten en daar komt dit boek aan tegemoet.
Voor mij onbekend
Maar ik merkte ook hoeveel nummers van Boudewijn de Groot ik niet kende, vooral van het werk van na de jaren zeventig. Van Maalstroom (1984) had ik een cassettbandje en Een nieuwe herfst (1996) kende ik ook. Maar er zijn ook albums waar ik maar een vaag beeld van had, zoals Het eiland in de verte (2004).
En dan natuurlijk nog alles wat hij samen met Henny Vrienten en George Kooymans uitbracht als een van de Vreemde Kostgangers. Daar viel voor mij nog veel aan te ontdekken. Er zit veel moois tussen.
Wat ik ook niet wist: hoe belangrijk Boudewijn als producer is geweest en hoeveel moois dat opgeleverd heeft.
Boudewijn de Groot oeuvreboek is een boek waar je lang mee kunt doen. Niet alleen omdat het zo'n dik boek is, maar omdat je altijd stukjes kunt herlezen, bijvoorbeeld als je een album gaat beluisteren (ik zeg nog altijd 'draaien'). Boudewijn de Groot is intussen tachtig jaar en hij treedt niet meer op. In dit boek is zijn oeuvre prachtig geboekstaafd. Een mooi boek over een mooi oeuvre.
Naschrift: Frans Brinkman maakte me erop attent dat we al in de vierde klas zaten, toen onze docent ons 'Verdronken vlinder' liet horen.