Er is veel te genieten in het nieuwe boek van Bert Natter. Hoe staat het met de liefde?bevat bijvoorbeeld heel grappige gedeelten, zoals deze passage, ergens aan het begin.
Ik ontmoette Fjodor in de trein, daar zat hij met een afgekloven potloodje aantekeningen te maken in een boek, puntje van zijn tong uit zijn mond, zo'n figuur. Zijn vlees ging gehuld in een bleke, bijna doorschijnende huid en hij bezat een meisjesachtige schoonheid. Daarom zei ik: 'Je bent hier verkeerd hoor, je moet in de metro gaan zitten met dat boek.'Grappig, maar ook goed gedaan. Zo'n toevoeging als 'in mijn dikke winterjas', geeft aan dat de ik (Maria Hinckelbein) er niet bepaald charmant uitzag. En toch weet ze Fjodor in te pakken.
'Wat?'vroeg hij verstoord. Hij verschoot van kleur, hij werd niet rood, maar bleker dan hij al zag.
'Met dat boek,'herhaalde ik, 'moet je in de metro gaan zitten.'
Hij draaide het boek verbaasd om, met het omslag naar zich toe. Aantekeningen uit het ondergrondse.'En trouwens: het is de ondergrondse.'
Hij lachte en deed of hij verder las, maar ik wist zeker dat hij steeds aan mij dacht en zich moest beheersen niet de hele tijd naar me te kijken. Ik zat het daar in mijn dikke winterjas gewoon te winnen van de wereldliteratuur.
Het jammere is dat Hoe staat het met de liefde? het vooral van momenten moet hebben. Leuke dialogen, mooie passages, interessant personage - dat klopt allemaal wel. Maar het boek als geheel overtuigt me niet. Natter moet beter kunnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten