Op 4 oktober 2002 stond er in het Nederlands Dagblad een van mijn recensies: die van de verhalenbundel Verbroken zwijgen van Bernlef. Iedereen kent Hersenschimmen nog, maar de rest van Bernlefs oeuvre lijkt wat weg te zakken. Wie leest het nog?
Eerlijk is eerlijk, ook ik heb al lange tijd niets meer van deze schrijver gelezen. Op de stapels met boeken die ik nog wil lezen ligt wel Verloren zoon (1997). Dat moet ik misschien toch eens wat minder onder op de stapel leggen.
Bernlef heeft naast Hersenschimmen schitterende boeken geschreven zoals Publiek geheim (1987) en Eclips (1993). Aan zijn korte romans Sneeuw (1973) en Meeuwen (1975) bewaar ik ook goede herinneringen. Het mooist vond ik Vallende ster (1989), een schitterende novelle. Als je die tegenkomt, zou je hem moeten kopen.
De recensie hieronder heeft een titel die ik zelf niet verzonnen zal hebben, al klopt die wel met de bespreking. De vergelijking van verhalen met de sprint is wel afgezaagd, maar blijkbaar schrok ik daar niet voor terug. Dat verhalenbundels wat meer aanzien mogen krijgen, vind ik nog steeds. Ben je niet zo'n verhalenlezer, lees dan eens een bundel van F.B. Hotz, Sanneke van Hassel, Hermine de Graaf of bijvoorbeeld Namen en gezichten van Kellendonk. Of een bundel van Bernlef.
Bernlef: een sprinter van formaat
Bij het hardlopen is de sprint een sensationeler onderdeel dan de marathon, maar in de Nederlandse literatuur lijkt de roman een veel hogere status te hebben dan het korte verhaal. Toch kan iedereen de meeste romans uit mijn boekenkast cadeau krijgen voor een verhalenbundel van F.B. Hotz, om maar eens een verhalenschrijver te noemen die alweer veel te snel vergeten lijkt te worden.
Ook Bernlef is een begenadigd verhalenschrijver. Indertijd genoot ik al zeer van zijn Cellojaren (1995) en ook de verhalen uit Verbroken zwijgen heb ik weer met veel genoegen gelezen.
Waar dat genoegen in zit, is moeilijk uit te leggen. De meeste verhalen van Bernlef hebben niet een soort plot, of ze eindigen na of voor de plot. Dat heet een open einde, ik weet het, maar die term vind ik hier niet zo op zijn plaats. Bernlef vertelt op zo'n natuurlijke, bijna achteloze manier, dat de opbouw van zijn verhalen, en dus ook het slot, iets toevalligs krijgen. Zoals ook in het leven veel dingen geen begin en geen eind hebben. Natuurlijk is het allemaal niet zo toevallig en weet Bernlef precies wat hij doet, maar dat is dan ook het knappe.
De stijl van Bernlef is weinig opmerkelijk. Brouwers herken je aan zijn stijl, Reve ook, maar Bernlef zou ik niet zomaar herkennen. De stijl is ook niet direct mooi, maar de aandacht waarmee de dingen geobserveerd en neergeschreven zijn, maakt dat je met dezelfde aandacht blijft lezen en dat je het boek niet wilt wegleggen voordat je een verhaal uit hebt.
Het titelverhaal 'Verbroken zwijgen' gaat over een dichter (H.) die onder een communistisch regime uit de Schrijversbond gezet is en verbannen is naar een klein dorpje. In veel verhalen in deze bundel speelt oorlog en onderdrukking trouwens een rol. Ook Bernlefs roman Publiek geheim speelt zich af in een dergelijke setting. Als het communistische regime omvergeworpen wordt, verwacht iedereen dat H. weer gaat schrijven, maar hij zwijgt. Hij ziet hoe iedereen die in de afgelopen tijd fout was zijn straatje schoon probeert te vegen.
De enige die principieel bij zijn oude opvattingen blijft, is de schrijver G. Het deed me denken aan de romans van Virgil Gheorgiu, waar goed en kwaad ook op een dag zomaar kunnen verwisselen en mensen de keuze moeten maken tussen principieel blijven of hun hachje redden.
H. krijgt de dossiers in te zien die over hem zijn aangelegd en staat verbaasd over de minutieuze manier waarop gesprekken tussen bijvoorbeeld hem en zijn nu reeds overleden vrouw zijn vastgelegd. Delen van zijn verleden die voor hem al verdwenen waren, herleven weer.
Daarmee dient zich meteen een tweede thema aan: in veel verhalen zijn personages bezig met het vastleggen van de werkelijkheid, het registreren, een motief dat ook al in bijvoorbeeld Hersenschimmen voorkomt. In het verhaal 'De alziende' ontdekt een man na de dood van zijn vader een fotoverzameling. Vader heeft alle mogelijke dingen gefotografeerd en gecatalogiseerd. Het systeem is indrukwekkend en tegelijkertijd misschien wel nutteloos.
Bernlefs personages lijken een poging te doen greep te krijgen op het leven. Het leven is chaotisch en onbegrijpelijk en als je het vast kunt leggen, kunt registreren, kunt catalogiseren, kun je er misschien invloed op uitoefenen, zo lijken ze te redeneren.
Helden komen in Bernlefs verhalen niet voor. Het zijn over het algemeen gewone mensen, met hun gewone zwakheden. Mensen zoals u en ik. Misschien dat we daarom bijna als vanzelf met ze meeleven. In 'Betrokken maar onaangedaan', een hoogtepunt in de bundel, moet een arts een patiënt meedelen dat hij ongeneeslijk ziek is. Tijdens het gesprek krijgt de arts een telefoontje over zijn vakantie. De patiënt besluit impulsief om de arts na te reizen en op dezelfde vakantiebestemming te kiezen. Hij weet dat het onzinnig is en hij weet dat hij er niets mee bereikt. Toch doet hij het.
Als lezer stap je onmiddellijk in het lichaam van de patiënt, ook omdat Bernlef heel geraffineerd steeds de jij-vorm gebruikt als het over de hoofdpersoon gaat:
Even was je op het reisbureau van de prijs geschrokken, maar dat was een reactie van je oude zelf. Geld hoorde bij een wereld die je nu te vergeven had. Je knikte en even later liep je op straat met vliegticket en een hotelreservering op zak.
Verbroken zwijgen is zeer divers en in zo'n kort bestek kun je de verhalen onmogelijk recht doen. Wie ze gaat lezen, weet in ieder geval weer waarom er naast een marathon ook een honderd meter bestaat.
Elders op Bunt Blogt over Bernlef:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten