Van het oeuvre van Herman Stevens heb ik een onvolledig beeld. Jarenlang heb ik verzuimd zijn werk te lezen, totdat ik Gloriejaren las. Daarover schreef ik hier; het was een aangename kennismaking. Intussen is er een nieuwe roman, De onzichtbare vrouw.
In Gloriejaren zat een zekere weemoed, maar gelukkig was er meer. Die weemoed is ook lichtjes de ondertoon van De onzichtbare vrouw: een man, vijftiger, ontmoet opnieuw een jeugdliefde. Ze hebben intussen een leven en een huwelijk achter de rug. Het is vroeger nooit wat geworden tussen Rein en Saskia, omdat haar ouders verhuisden naar Brussel. Of het anders wel wat geworden zou zijn, is natuurlijk nog maar de vraag.
Rein heeft een dochter (Xandra) en Saskia een hond (Sherry), dus helemaal vrij zijn ze niet, maar ze zijn wel in een fase waarin ze veel meer hun leven kunnen bepalen dan vroeger. Ze zijn ouder, dus de toekomst is kleiner geworden, maar er is nog tijd.
Zo'n hernieuwde kennismaking met een jeugdliefde zorgt altijd voor een dubbele blik: achterom en vooruit. Misschien is dat winst, iets extra's. Stevens: 'De vrouw van nu had hij nooit willen missen, terwijl het meisje van toen steeds wenkte.' Maar misschien is dat extraatje ook ballast: 'Hij wilde niet terug naar vroeger. Hij wilder er vanaf. Hij wilde vooruit.'
Ze wonen ver uit elkaar: er zit een oceaan tussen. Dat is minder een bezwaar dan in de tijd van het lied over de twee koningskinderen, maar wellicht is het toch symbolisch. De oceaan is misschien ook wel de tijd dat ze elkaar niet gezien hebben. Continenten die uit elkaar geschoven zijn, worden niet zo gemakkelijk herenigd.
Rein is schrijver; hij is degene die overal een verhaal van moet maken. Maar hij weet ook dat elk verhaal een afloop heeft.
Ieder verhaal, het deed er niet toe of het vijftien pagina's telde of driehonderd, had een begin, een midden en een einde. Hij had dat beginnetje geschreven terwijl Saskia zich douchte. Toen hij haar de kraan hoorde dichtdraaien, stopte hij met schrijven, want hij zag wat er zou gebeuren als hij verderging. Hij zou het einde dichterbij halen. Hij was begonnen omdat hij wilde vasthouden wat ze hadden. Maar als hij verderging, raakte hij alles kwijt. De pen was een gevaarlijk instrument. Dit keer ging hij het beter aanpakken.Ja, ja, denk je als lezer. Het blijkt geen verhaal te worden dat eindigt met 'ze leefden nog lang en gelukkig'.
Er is nog van alles te halen uit De onzichtbare vrouw, want een boek in elkaar zetten kan Stevens wel. Zo zijn er kleine verwijzingen naar de literatuur. Vriendin Winnie heeft een column en het verhaal gaat dat ze af en toe haar auto moet noemen in de column (net als bij Martin Bril) en een van de delen waarin het boek is opgesplitst, heet 'Een winter aan zee', waarbij iedereen aan Roland Holst zal moeten denken.
Soms was de symboliek me te opzichtig. Eigenlijk was het niet de symboliek die me stoorde, maar dat die uitgelegd werd. Bijvoorbeeld: 'Zalm was de Proust der vissen, fataal aangetrokken door het verleden, goddelijk in zijn doodsdrift. Ze leverden hun boodschap af en stierven.' Qua stijl stoorde het mij dat de zalm eerst in het enkelvoud voorkomt en dat er daarna met het meervoudige 'ze' naar verwezen wordt, maar het is wel duidelijk dat de zin inhoudelijk zwaar wordt aangezet. De lezer weet dan al wel dat de zalmen ergens voor staan. Dan kun je het vervolg missen:
Rein had zijn reis terug gemaakt. Tussen Saskia's benen was hij omhoog gezwommen en hij naderde het eindpunt. Hij had zijn vrijheid teruggekregen. Een nieuw leven.Dat gebeurt nog enkele keren. Jammer.
Het grootste deel van het boek beviel me net niet goed genoeg. Er zit weinig vaart in het verhaal. Dat Saskia en Rein gelukkig zijn, met een slagje om de arm, weet je na een tijdje wel wel. De gerechten, de wijnen, de andere dingen waar ze van genieten: leuk voor de personages, maar de lezer, althans deze lezer, moet moeite doen om de aandacht erbij te houden.
Pas aan het eind van het boek begon het indruk op me te maken. Het is dan duidelijk dat Saskia en Rein niet een nieuw euforisch leven samen tegemoetgaan. Daar wordt geen drama van gemaakt, maar er wordt ook niet schouderophalend over gedaan. Al eerder in het boek is duidelijk geworden dat het verloop van het leven voornamelijk bepaald wordt door omstandigheden. Nu loopt het leven blijkbaar zo. Het is zoals het is. De kalmte waarmee Saskia en Rein het leven aan kunnen kijken, zonder zich te verzetten, zonder te zoeken naar schuldigen, vond ik mooi. Sober beschreven, maar je ontkomt er als lezer niet aan.
Een flaptekst hoor je eigenlijk vooraf te lezen, maar ik las hem achteraf. Daaruit bleek me dat het boek een autobiografische aanleiding heeft. Waarschijnlijk had ik het niet gekocht, als ik dat vooraf gelezen had. Er zijn nogal wat vreselijke voorbeelden van romans die geput zijn uit de autobiografie, vooral als ze met de liefde te maken hebben. Kathy's dochter bijvoorbeeld van Tim Krabbé of Finale kwijting van Hans Dorrestijn. Geen afstand, gelamenteer of geklef.
Zo erg maakt Stevens het gelukkig niet. Misschien heeft zijn persoonlijke ervaring er wel voor gezorgd dat hij inschatte dat het geluk van de twee hoofdpersonen ook voor anderen interessant genoeg zou zijn. Iets meer afstand had wellicht een kritischer blik tijdens het schrijven opgeleverd.
De onzichtbare vrouw is geen slecht boek, maar het duurde me wel wat lang voordat het echt goed werd. Misschien moet ik maar eens een ander boek van Stevens proberen.
Maarten 't Hart was overigens enthousiast over het boek. Zie hier.
Ik heb Herman Stevens recent ontdekt naar aanleiding van een mooie recensie. Klasseschrijver hoor!
BeantwoordenVerwijderenDeze recensie overigens was van LetterenTribunaal op bol.com. Mensen zonder commercieel belang in de boekenwereld, dat is me wel duidelijk, een soort leesclub, wier mening ik als een goede leidraad ben gaan zien. Ze hebben me bijna in passieve zin geattendeerd op wel meer fraais. ‘Tonic’ van Ralf Mohren bijvoorbeeld, ook een onterecht onderbelicht gebleven prachtwerk dat ik iedereen aan kan raden.
BeantwoordenVerwijderen