U kent het
verhaal, vermoed ik: een man is op reis en wordt onderweg overvallen. De
overvallers gaan hardhandig te werk en tuigen hem af alsof hij een
scheidsrechter bij het amateurvoetbal is. Zwaar gewond blijft de man langs de
kant van de weg liggen. Het is een vrij stille route en hij hoopt maar dat er
iemand langskomt.
Na een uur
passeert er een dominee. Hij ziet de man liggen, concludeert dat hij niet bij
zijn gemeente hoort en loopt door. Je kunt niet iedereen helpen. Dan passeert
er een politicus. Die blijft wel even staan. 'Sorry, meneer', zegt hij, 'maar ik
kan niets voor u doen. Wij politici maken alleen maar het beleid, de uitvoering
laten wij over aan anderen.' En de politicus loopt door.
In de verte
komt er een derde man aan. ‘Dat moet de barmhartige Samaritaan zijn’, denkt de
gewonde man, die zijn klassiekers kent. ‘Help!’ roept hij, als de derde man op
roepafstand is. Snel komt de man naar hem toe en buigt zich over naar de
gewonde.
‘Ik hoor een
hulpvraag’, zegt de man, ‘en dat komt goed uit, want ik ben de ambtenaar van
het zorgloket.’ De man, die zich half had opgericht, laat zich terugzakken in
het gras. Nu zal alles wel goedkomen. ‘U helpt me toch?’ vraagt hij.
‘Nou’, zegt
de ambtenaar, ‘dat is net iets te gemakkelijk gedacht. Wij kunnen niet zomaar
ingaan op elke hulpvraag. De kosten van de zorg rijzen de pan uit, dus we
moeten selecteren aan de poort. Iemand die eenmaal ingestapt is in de
draaimolen van de zorg, stapt er immers niet zomaar meer uit.
Bovendien
zijn wij niet meer in de eerste plaats hulpverleners, maar coaches. We gaan dus
eerst even kijken wat u zelf kunt. Kunt u staan?’
‘Ik kan
niets meer’, mompelt de man. ‘Helpt u me toch! Bel 112.’
‘In het
verleden’, zegt de zorgambtenaar, ‘hebben we veel te snel de hulpbehoefte van
de cliënten geaccepteerd. U denkt dat u niets meer kunt, maar dat is niet zo.
Wij gaan ons niet focussen op uw beperkingen, maar op wat uw mogelijkheden
zijn. Wij gaan u helpen om in uw kracht te gaan staan. Ik ga de formulieren
halen en dan stippelen we samen een traject voor u uit. U denkt intussen na
over de mogelijkheden die u hebt om uw problemen op te lossen.’ En weg is de
ambtenaar.
Hier laten
we het verhaal maar even voor wat het is. De strekking is duidelijk: de moderne
zorg gaat niet meer uit van barmhartigheid en misschien is dat niet eens
zo erg. Wel hebben vernieuwers de neiging door te draven en dan gaat het altijd
fout. Ze verklaren dan hun ideeën heilig en kijken niet meer naar de praktische
uitvoerbaarheid.
We hebben het
meegemaakt bij de invoering van de Tweede Fase in het voortgezet onderwijs: de
leerling moest aangesproken worden op zijn zelfstandigheid. Docenten mochten
niet meer kennis overdragen, maar ze moesten de leerling coachen wanneer hij
zich die kennis zelfstandig eigen maakte. Uiteindelijk is er niets van
terechtgekomen. In 2008 trok de commissie Dijsselbloem vernietigende
conclusies.
Stel dat
over twintig jaar een parlementaire commissie de veranderingen in de zorg moet
beoordelen. Zou die dan tot dezelfde conclusies komen als de commissie
Dijsselbloem?
Ik neem ze
over, met kleine aanpassingen:
- De analyse van de problemen schoot tekort.
- Er zijn grote risico’s genomen met kwetsbare mensen.
- De verantwoordelijke bewindslieden vertoonden een tunnelvisie.
- Het politiek draagvlak werd belangrijker gevonden dan het draagvlak in de zorg.
- De professionals in de zorg en de cliënten zijn onvoldoende gehoord in de ‘zorgpolder’.
- Veel beleidskeuzen werden bepaald door het financiële kader.
- De effecten van de vernieuwing en de resultaten lopen uiteen.
- De wetenschappelijke onderbouwing van de nieuwe zorg ontbrak.
- De wijze van invoeren van de vernieuwingen was risicovol.
Het moet
allemaal nog gebeuren. Sommige zaken liggen vast, maar er is nog heel wat te
sturen en u hebt de kans om mee te sturen. Met ingang van 2015 moet het nieuwe
beleid uitgevoerd worden. U zult dat pas ten volle kunnen doen, als u ervan
overtuigd bent dat het goed is voor mensen die nu al een beroep doen op zorg of
dat nog gaan doen. Maar daarnaast moet u ervan overtuigd zijn dat er in het
hele traject ook met u rekening gehouden is. Ook u hebt er recht op om met zorg
behandeld te worden.
Er gaat de
komende tijd veel veranderen, maar tegelijk blijft er veel hetzelfde. De
hulpvragen blijven, de blik waarmee de cliënt u aankijkt, blijft hetzelfde en u
blijft dezelfde.
Deze column is uitgesproken op 20 juni 2013 in het zogeheten 3D-café van de gemeente Ede.
Een eerdere column over de zorg vindt u hier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten