donderdag 24 september 2020

Zacht zijn voor elkaar


(Column vandaag voorgelezen in Cultureel Café Dante)

De herfst is eigenlijk een nazomer, er wordt met enige vertraging weer gesport, er is weer een Prinsjesdag geweest, we kunnen uit eten en naar het theater en zelfs naar het cultureel café. Het lijkt een gewone september in een gewoon jaar.

Maar dat is het niet. En nu bedoel ik niet dat elke dag bijzonder is en dat in het leven niets gewoon is, als je er maar aandacht voor hebt. Nee, ik bedoel dat het wel 2020 is en dat het een raar jaar is. We zitten met mondkapjes op in de trein, we slalommen in de winkelstraat om elkaar heen om afstand te houden, we volgen of geven colleges via een computerscherm en op onze verjaardagen komen alleen de meest nabijen op bezoek, bij voorkeur in de tuin en op ruime afstand. Het is een tijd waarin we op onze hoede moeten zijn: de anderen zijn een potentieel gevaar voor ons en wij zijn dat voor anderen.

Dat is niet prettig, want het doet onnatuurlijk aan. Het leven dient niet in allenigheid, maar in gezamenlijkheid geleefd te worden en daarom is het niet vreemd dat de afzondering ons tegenstaat, dat we er ongelukkig van worden en dat we de nabijheid van onze omgeving missen.

Er zijn mensen die zeggen dat ze dat allemaal niet meer willen, dat ze zich niet meer willen houden aan de maatregelen die afgekondigd zijn. Want die komen voort uit complotten of ze werken niet of er zijn andere redenen, die eigenlijk altijd te ingewikkeld of te simpel zijn.

Maar als je een tijdje meesurft met de suggesties die het algoritme van YouTube je geeft en als je op de sociale media alleen mensen ontmoet die net als jij denken dat er een verborgen agenda is of dat de ziekte niet bestaat of dat een pedofielennetwerk via 5G het allemaal bekokstoofd heeft, dan denk je dat alle anderen gek zijn en dat alleen jouw gemeenschapje de wijsheid in pacht heeft.

En al je meningen daarover moeten meteen openbaar gemaakt worden en liefst op een kwade toon. Anderen zullen weer boos op die meningen reageren of juichend hun instemming betuigen. Zo werkt het blijkbaar.

Van mij mogen alle mensen een mening hebben, maar ik zou het prettig vinden als ze die vaker voor zichzelf zouden houden. Laat iedereen in de beslotenheid van zijn huiskamer zijn mening op schoot nemen, haar strelen als een kat, haar koesteren, van haar genieten.

En als we naar buiten gaan, laten we onze mening in het mandje voor de kachel en zeggen we dat we het domweg niet weten. Wetenschappers die hun hele leven zich al bezighouden met deze materie hebben ook hun twijfels. Dat is inherent aan de wetenschap. Die bedrijf je omdat er dingen zijn waarvan je nog niet zeker bent.

En wij, als niet-wetenschappers op dit gebied, zijn dus leken. We weten het niet. Ook niet als we iets opgezocht hebben op Wikipedia of als we elke avond een talkshow hebben bekeken. We weten het niet en dat geeft niet. De anderen weten het ook niet.

En laten we maar niet proberen om mensen te overtuigen: daar krijgen we maar een slecht humeur van. Of die mensen het nu juist erg eens of erg oneens zijn met het regeringsbeleid, dat maakt niet uit. Mensen zijn boos, mensen zijn bang en dan roepen ze soms rare dingen. In andere tijden zou ik zeggen dat we ze zouden moeten omarmen totdat hun woede zakt of totdat ze niet meer bang zijn.

Dat kan nu niet. Maar we kunnen elkaar in de ogen kijken en zeggen: ik zie jou. Je bent niet alleen een mening, je bent geen tegenstander, maar je bent een medemens die het ook niet weet en zich daarom vastklampt aan een overtuiging, een stuk drijfhout om het hoofd boven water te houden.

We ploeteren allemaal. Hou vol. En laat al die meningen op tv en op internet maar een beetje. Er is vast nog een mooie roman te lezen, een film te zien, muziek te beluisteren. Er zijn geliefden om te omarmen, buren om mee te lachen. Laten we zacht zijn voor elkaar. En voor onszelf.


(Illustraties zijn geknipt uit advertenties tegen geluidsoverlast. De campagne daartegen, die halverwege de  jaren zeventig begon, had de slogan 'Laten we zacht zijn voor elkaar.') 

 Foto: Edwin Nieuwstraten


2 opmerkingen: