woensdag 30 september 2020

Gips (Anna Woltz)


 Het is Kinderboekenweek! Binnenkort zal ik ongetwijfeld schrijven over het Kinderboekenweekgeschenk, geschreven door Arend van Dam. Het is een verhalenbundel. Vorig jaar schreef Anna Woltz het mooie boekje Haaientanden en twee jaar geleden was er De eilandenruzie, van Jozua Douglas, dat van een heel ander niveau was: wel wat amusement, maar inhoudelijk bood het weinig. 

Van Anna Woltz las ik, behalve het Kinderboekenweekgeschenk, Alaska, een boek over een hulphond en een jongetje met epileptische aanvallen, Sven. En meer natuurlijk. Best een goed boek, al staat Haaientanden me net iets meer aan. 

Afgelopen zaterdag was het Burendag en in onze wijk was er een kleedjesmarkt. Veel babyspullen (ja, een jonge wijk), maar er was ook een meisje dat drie boeken van Woltz te koop aanbood. Alaska had ik al, maar Gips en Mijn bijzonder rare week met Tess kocht ik. Intussen heb ik Gips gelezen. Goed boek!

Paraplugesprek

Felicia wil tegenwoordig Fitz genoemd worden. Ze is twaalf jaar en drie weken oud en haar leven staat op zijn kop. Een week geleden hebben haar ouders een 'paraplugesprek' gehouden, waarin ze vertelden dat ze uit elkaar gingen. Fitz en haar zusje Bente gaan voor het eerst een paar dagen bij hun vader wonen, met hun heen-en-weer-tas. Maar dan gaat vader met zijn fiets onderuit op de gladde weg en Bente verliest haar vingertopje. Vader Fitz en Bente gaan snel naar het ziekenhuis. Fitz met een tijgermasker op, want ze heeft uit boosheid op haar gezicht geschreven met een onuitwisbare stift. 

De rest van het boek speelt zich af in het ziekenhuis, op de dag dat het gezin daar is. Moeder komt ook, zodra ze kan, op haar nieuwe hardloopschoenen. In het ziekenhuis gaat Fitz aan het dwalen en ze ontmoet twee kinderen met wie ze die dag op zal trekken: Adam, wiens te vroeg geboren broertje Benjamin in het ziekenhuis ligt en Primula, die een hartoperatie heeft ondergaan. 

Het zijn ondernemende kinderen die wel af en toe wat overlast veroorzaken. Ze hebben zonder meer improvisatietalent en als ze zien dat de verpleegkundige Yasmine verliefd is op dokter De Gooijer, besluiten ze om die twee bij elkaar te brengen. Fitz springt overigens nog liever in een vulkaan dan dat ze daaraan meewerkt: eenderde van alle stelletjes gaat immers scheiden. 

Psychologie

De avonturen die de kinderen meemaken zijn eigenlijk de gewone dingen uit een avonturenboek. Goed gevonden, goed beschreven. Maar dat is niet de belangrijkste kwaliteit van Gips. Die zit in de psychologie in het tekenen van de verwarrende toestand waarin de kinderen zich bevinden. 

Fitz is boos op haar ouders en ze vraagt zich af wat zij en Bente betekenen voor hen. Boosheid, onzekerheid, verdriet, moeten wennen aan een nieuwe situatie dat zijn de hobbels die Fitz te nemen heeft. En dan zijn er ineens twee nieuwe kinderen: Adam, die ze eigenlijk wel heel knap en ook leuk vindt, maar ze vreest dat hij haar het stomste meisje vindt dat hij ooit heeft gezien. En Primula, die aan iedereen haar wond wil laten zien.

Ook Adam worstelt met zichzelf: hij blijft in de buurt van zijn veel te vroeg geboren broertje, van wie hij maar amper durft te houden en tegelijkertijd vindt hij het erg dat dat broertje alle aandacht krijgt van zijn ouders. Primula wil graag een gewoon kind zijn, maar dat is door haar ziekte erg moeilijk. 

Vragen

De gecompliceerde situatie van de hoofdpersonen, de verwarrende hoeveelheid van gevoelens en de manier waarop ze proberen daarmee om te gaan - dat zijn zaken die Anna Woltz erg goed kan beschrijven. Ze is daarbij net niet te expliciet, zodat er nog wat te raden overblijft. 

Ze zorgt er steeds  voor dat er vragen zijn waar je als lezer antwoord op wilt: Wat heeft Anna op haar gezicht geschreven? Wie is Benjamin? Komen de ouders van Fitz weer bij elkaar? Dat stuwt de lezer mede door het boek heen. 

Medische problemen

In de boeken van Woltz die ik tot nu toe las, zijn er steeds medische problemen: de epileptische aanvallen van Sven (Alaska), de borstkanker van de moeder van Atlanta (Haaientanden). In het Kinderboekenweekgeschenk en in Gips gaat het ook om kinderen die zich afvragen wat ze voor hun ouders betekenen en soms hebben ze ook het idee dat zij de taak hebben om voor de volwassenen te zorgen, om in te grijpen in hun levens. Dat komt in dit boek voor bij het samenbrengen van Yasmine en dokter De Gooijer. 

Kinderen willen ertoe doen: tegenover volwassenen en tegenover elkaar. In alle boeken komen er bondgenootschapjes tussen kinderen voor en daaraan vooraf gaat vaak twijfel over zichzelf. Mogelijk is in een interview wel eens ter sprake gekomen waarom Woltz zich steeds weer op die thema's richt. Aan de andere kant: het zijn ook onderwerpen waarbij kinderen zich gemakkelijk iets kunnen voorstellen of die ze herkennen. 

Een gezin in het gips

De titel Gips roept meteen het medische op: het grootste deel van het boek speelt zich af in het ziekenhuis. Op een gegeven moment zit ook de arm van Fitz in het gips. Maar belangrijker is dat Fitz het idee heeft dat het gezin waarin ze leeft geheeld moet worden. Of, zoals Fitz zegt: 'Een gezin dat echt heel nodig in het gips moet.' Een gebroken arm kan weer helen, maar geldt dat ook voor een gebroken gezin. Niet voor niets wil Fitz niet langer Felicia heten, een naam waarin het geluk zit. 

Door de nieuwe situatie is het leven lastig geworden voor Fitz. 'Twee weken gelden was ik een doodgewoon meisje. En nu wil van mezélf scheiden.' En soms zegt ze zelfs dat ze niet meer wil bestaan. In het ziekenhuis wordt ze geconfronteerd met concrete wonden, bijvoorbeeld aan de vinger van Bente. Daar moet Fitz tegen kunnen vindt ze, want ze wil later dokter worden. Maar er zijn ook andere wonden. 

De allergrootste hekel heb ik aan onzichtbare wonden., die diep vanbinnen aan het bloeden zijn zonder dat iemand ervan afweet.

Hoopvol

Fitz is een gewond kind en ze heeft een wond waar geen gips tegen helpt. Ze zal dus moeten leren om daarmee verder te leven. Dat is misschien vooral het hoopvolle in Gips: het ontkent niet dat er problemen zijn in het leven en ook niet dat sommige problemen niet op te lossen zijn, maar het laat zien hoe mensen, kinderen in dit geval, door kunnen gaan. Onhandig en soms ronduit klunzig, maar met veel energie, die ervoor zorgt dat ze echt dingen kunnen veranderen. Hoe de situatie ook is, je hebt de macht om in ieder geval iets aan te doen. 

Gips heeft in 2016 een Gouden Griffel gekregen en dat snap ik wel. Dit jaar ging de prijs naar de dichtbundel Uit elkaar van Bette Westera. Ik had gehoopt dat Gozert een griffel, al was het maar een zilveren, in de wacht zou slepen, maar dat is dus niet gebeurd.  Later deze week meer over kinderboeken. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten