donderdag 24 september 2020

Nagelbrieven: De patatten zijn geschild (Eriek Verpale)

De tijd dat ik al mijn boeken in boekenkasten had, ligt al ver achter me. Er staat behoorlijk wat in kasten, er zit wat in dozen, er staat wat op stapels her en der in het huis, er zwerft wat over vloeren en op tafels. Bij verhuizingen gaan er boeken weg (bij de laatste: dertig dozen), ik leen boeken uit die ik niet terugkrijg, ik laat boeken ergens liggen en weet niet meer waar. Soms weet ik niet of ik een boek in mijn bezit heb, ooit heb gehad of nooit heb gehad. 

Een vriend dacht dat ik met hem gesproken had over een boek van Eriek Verpale (1952 - 2015), maar ik herinnerde mij niet dat ik ooit iets van hem gelezen had. Toen ik de bibliografie van Verpale bekeek, herkende ik alleen Olivetti 82, maar dat is een toneelstuk en dat heb ik niet gelezen. Wel zag ik de verfilming. 

Intussen las ik Nagelbrieven: De patatten zijn geschild, uit 1998, van diezelfde vriend cadeau gekregen. Het is een heerlijk boek. Het bevat brieven uit de periode 1975 tot en met 1980. Verpale noemde ze 'nagelbrieven', omdat hij ze bevestigde aan een spijker (nagel) in de keuken. Ze zijn geschreven voor zijn toenmalige echtgenote, Céline, met wie hij toen (samen met hun zoon Mendel) in Wachtebeke woonde. 

Tekeningen

Verpale, die naast zijn schrijverschap gewoon een baan had, schreef vaak 's nachts, waardoor hij zijn vrouw minder zag. Hij liet de briefjes als boodschap aan haar achter. Bijna alle brieven zijn verlucht met een tekening en, eerlijk is eerlijk, Verpale kon wel tekenen. Bij het eerste briefje is er een tekening van Bob Dylan. Iedereen zal de zanger herkennen. 

Elke brief is in facsimile afgedrukt, met daarnaast de transcriptie, zo nodig plus voetnoten. In de briefjes is soms nog het gaatje te zien van de spijker waaraan ze opgehangen waren. 

Verpale schrijft vaak over wat hij leest (veel Kafka), over het schrijven dat soms wel en soms niet lukt en over de relatie die niet altijd loopt als gewenst. Gaandeweg kreeg ik waardering en misschien wel bewondering voor de man die maar door bleef gaan en labeurde aan zijn roman. Soms tevergeefs:

Geschreven, maar niet tevreden. Ik kan niets. Spaar me dus niet. 

De laatste jachtpartij

Vaak gaat het over de roman De laatste jachtpartij waaraan Verpale hard werkt. Uit de voetnoten blijkt dat de roman vernietigd is:

De voltooide roman eindigde maanden later op de bodem van het langs ons huis stromende kanaal de Langelede. 

Zo lang eraan gewerkt, zo veel tijd erin gestopt en uiteindelijk voor niks. Dat is wel schrijnend. En het was al zo moeilijk om het schrijven te combineren met werk en met het familieleven. Een hele brief:

[Wachtebeke] 28 augustus 1979

L. C.,

als het zó zit, dan kan ik eigenlijk beter weggaan. Voor mij hoeft dit allemaal niet meer. (Miriam kan het vooral zeer goed uitleggen, maar daar blijft het dan ook bij.) Ik ben het hartsgrondig beu om Roel altijd maar om uitstel te vragen. Het is altijd hetzelfde: de enige die met zijn stukken nooit klaar is, dat ben ík, en waarom? Omdat we, zoals vorige week, weeral op bezoek moesten gaan bij jouw tante in Knesselare alwaar we in het zoveelste achtergebouwtje een soort soldatenkoffie moesten drinken. De ene keer Knesselare, de andere keer Adegem, al die zondagen die verloren gaan. Mijn stukken voor Koebel kan ik alleen maar tijdens de weekends uittikken want 's avonds of 's nachts zou ik Mendel kunnen wakker maken. Altijd weer moet ik me tegenover Roel verontschuldigen. Ik stop ermee, ik stop ermee. 

Liefs, 
E.V.


Moeten schrijven en dat niet voor elkaar krijgen zoals je wilt: het komt telkens terug. Aan de ene kant is Verpale gedreven, aan de andere kant voelt hij zich ook vaak slachtoffer. 

Een mooi portret van hem werd geschreven door zijn vriend Luuk Gruwez. Verpale was een verhalenverteller en een enorme fantast. Hij zei opgevoed te zijn door een 'Jiddische' overgrootmoeder en daaruit verklaarde hij zijn liefde voor de jiddische literatuur. Maar overgrootmoeder was een volksvrouw die alleen het Wachtebeeks machtig was. 

Slachtoffer

De jas van het slachtofferschap trok Verpale gemakkelijk aan: de maaimachines in de buurt van zijn huis waren er alleen om hem te pesten. Hij liet daarom zijn hele huis isoleren, maar liet wel zijn raam open staan. Hij wou ook wel graag slachtoffer zijn. 

Maar voor het schrijven heeft hij zijn best gedaan, hij heeft dapper gewerkt. In een brief schrijft hij: 

Al mijn krachten worden uit elkaar gerukt, en dit terwijl ik schrijven moet, schrijven. 

Soms vertelde hij aan Céline iets over de inhoud van zijn roman. Maar daar geeft hij achteraf weer commentaar op;

De brief, en het machteloze, humorloze gefilosofeer -zeg maar gelul- illustreren perfect de impasse waarin ik toen verkeerde. later zal ik nooit meer, aan niemand, nog uitleggen 'waarmee ik bezig ben.'

Meesterwerken

Hij heeft bij zijn leven zeker enig succes gehad en volgens Gruwez heeft hij twee meesterwerken geschreven: Alles in het klein en Olivetti 82. Maar vraag in een gemiddelde boekwinkel wat men weet van Eriek Verpale en ik vrees dat men geen titel kan noemen. Het stof is al zo ongeveer op hem neergedaald. 

In 2015 is hij dood aangetroffen door zijn werkster. Hij is in eenzaamheid gestorven. Een tragisch leven van een schrijver die wellicht een groot talent had maar die niet bereikt heeft wat hij had willen bereiken. 

Maar in deze brieven leeft hij weer. We zien zijn mooie handschrift, zijn treffende tekeningetjes, zijn briefjes die recht uit het hart lijken te komen. Een leeservaring lang kunnen we hem herdenken, de man met de mooie verhalen, de man met het zelfbeklag, de man die schrijver wilde zijn maar overdag naar zijn werk moest, de man met wie maar moeilijk te leven was. 

Ook dit boek, Nagelbrieven: De patatten zijn geschild, meer dan twintig jaar oud, zal door velen vergeten zijn. Maar er zit nog adem in en hartenklop. Wie het ooit tegenkomt, zou het toch eens moeten lezen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten