NRC/Handelsblad van vrijdag 18 september 2020 heb ik het afgelopen weekend extra goed gelezen, omdat de krant van zaterdag niet werd bezorgd. In de boekenbijlage viel me het grote stuk van Toef Jaeger op over Coffeeland; A History, van Augustine Sedgewick. Of liever gezegd: de kop en het inleidende stukje vielen me op. Daarin werd namelijk tweemaal geknipoogd naar de Nederlandse literatuur.
Cyntihia McLeod
De kop is 'Hoe duur is de koffie?' waarbij het woord 'koffie' in bruine letters is afgedrukt. Dat doet denken aan de titel van een boek van Cynthia McLeod: Hoe duur was de suiker? (1987). Het boek speelt zich af in een tijd dat de slavernij nog niet was afgeschaft. De titel van McLeod doet (weliswaar in de verte) denken aan de beroemde zin uit Op Hoop van Zegen (1900) van Herman Heijermans: 'De vis wordt duur betaald.' Die vis werd namelijk met mensenlevens betaald.
Het boek van McLeod laat zien dat ook de suiker een hoge prijs heeft: de tot slaaf gemaakten zijn degenen die betalen voor deze suiker:
Slaven, mensen, die een bezit waren van een groepje blanken en voor hen moesten werken en zwoegen om die zo noodzakelijke produkten te produceren. En Mini-mini vroeg zich af, of die blanken wel beseften wat ze dronken als ze dat kopje naar hun mond brachten. Of ze ooit wel beseften, hoe duur dit allemaal wel was, welke prijs er werd betaald voor de koffie en voor de suiker!
In het boek van Sedgewick wordt een uitgebreide geschiedenis van de koffie gegeven. Jaeger besteedt uitgebreid aandacht aan de familie Hill. Toen James Hill zich in 1892 in Latijns-Amerika vestigde, was de slavernij al afgeschaft, maar Hill probeerde wel het uiterste uit zijn arbeiders te halen. Dat noemt Jaeger 'de mechanisatie van de menselijke arbeid.'
Film
Het boek van Cynthia McLeod is verfilmd (2013) en er is ook een serie van gemaakt (2014). Dat heeft ongetwijfeld veel bijgedragen aan de bekendheid van de titel, maar ook het boek verkocht al goed. Toen ik in 1996 McLeod interviewde was het boek van bijna tien jaar daarvoor nog steeds goed verkrijgbaar.
Veel varianten op deze titel ben ik echter nog niet tegengekomen. Misschien dat de knipoog van Jaeger zo goed werkt omdat het hier koffie betreft en koffie en suiker kunnen gemakkelijk met elkaar geassocieerd worden.
Robertus Nurks |
Nurks
In het inleidende stukje wordt ook nog genoemd: 'een onaangenaam mens in El Salvador.' Dat doet denken aan 'Een onaangenaam mensch in den Haarlemmerhout,' een van de verhalen in de Camera Obscura (1839) van Hildebrand (Nicolaas Beets). In het verhaal krijgt Hildebrand neef Nurks op bezoek, die zich een bijzonder onaangenaam mens betoont. Aan het eind van de dag is iedereen opgelucht als hij met de diligence weer vertrekt.
Weliswaar brengt Beets nog wel enige nuance aan bij de introductie van het personage, maar na het verhaal herinner je je alleen de onaangenaamheid, zeker geholpen door de titel.
Ook deze knipoog van Jaeger wordt gemakkelijk herkend. Mede doordat deze wel vaker voorkomt. Enkele voorbeelden: Een onaangenaam mens in het Witte Huis, Een onaangenaam mens in Haarlem, Een onaangenaam mens in Combe Florey, Een onaangenaam mens op de Cortenberg, Een onaangenaam mens op Hampstead.
Bij sommige van die knipogen wordt het personage van Beets expliciet genoemd. Dat geeft weer eens aan de Camera Obscura nog steeds leeft, al zal lang niet iedereen het boek gelezen hebben. Ik zal het niet meteen gaan herlezen, maar ik heb wel zin om nu eindelijk Na vijftig jaar te gaan lezen. De ondertitel is: Noodige en overbodige opheldering van de Camera Obscura. Beets publiceerde het in 1888 en schreef het blijkbaar nog een jaar eerder, want hij heeft het over 'achtenveertig jaar' na de Camera Obscura. Intussen leven wij meer dan 160 jaar na het verschijnen van Beets' beroemde boek. Het is nog steeds niet dood. Laten we daar een kop koffie op nemen.
Meer geknipoog vind je hier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten