Paul Honsaat zit in de hoogste klas van de lagere school en het loopt tegen het einde van het schooljaar. Onder het eten vertelt zijn broer Ray dat er zigeuners in het dorp zijn, in de duinen. Het dorp, dat is Zeewijk. Bij die plaatsnaam denken we meteen aan Robert Haasnoot die al drie eerdere romans situeerde in deze plaats, de gefictionaliseerde versie van Katwijk. Met de roman Duinbrand keert hij terug naar de vertrouwde plaats.
Vermoedelijk is het 1975. Een agent herinnert zich nog Japanse terroristen in Den Haag en die waren er op 13 september 2014. Bovendien komt 'Swinging on a star' voor, het nummer waarmee Spooky & Sue net niet de eerste plaats in de Top 40 bereikten in het najaar en de winter van 1974.
Paul groeit op in een orthodox christelijk gezin, dat een achtergrond heeft in Amerika. Mogelijk zijn ze daardoor een beetje buitenstaanders. Bij niet-christelijke klasgenoten wendt Paul voor op de hoogte te zijn van het voetbal, maar hij tast nog wel eens mis. Hij wil er in ieder geval bij horen.
Gered van de dood
Op een zondag verslikt hij zich, waardoor hij bijna stikt. Maar God heeft blijkbaar nog geen behagen in zijn dood en Paul overleeft het. Hij ziet dat als een teken van God.
Ik was ver van Hem afgedwaald. Maar Hij heeft mij weer in het rechte spoor gebracht door even mijn adem af te snijden. Lang heb ik in de duinen om vergeving gebeden. En toen ik daarna mijn ogen opende stond daar opeens het meisje, Kima.
Kima is een zigeunermeisje, een moslima. Paul legt contact met haar, want hij denkt dat God een bedoeling met hun tweeën heeft. Ze kunnen elkaar niet verstaan, maar ze praten tegen elkaar en voelen dat er contact is.
Paul ziet al een relatie met Kima voor zich. Hij wil haar redden van de hel, die ongetwijfeld op haar wacht als ze niet bekeerd wordt. Misschien ziet hij een parallel met zijn moeder, die ooit rooms-katholiek was, maar overgaan is tot het bevindelijke geloof.
Het lijkt onmogelijk dat het iets tussen hen wordt, want zigeuners blijven niet lang op een plek, maar bij God is niets onmogelijk. Hij moet een bedoeling hebben gehad met het samenbrengen van deze twee, zoveel is wel duidelijk voor Paul.
God is niet rechtvaardig
Paul denkt veel na over het geloof, dat hij serieus neemt. Hij moet in ieder geval niets hebben van 'de hervormden en gereformeerden met hun grote godshuizen en hun veel te lichte dominees.' Maar de geloofsleer stelt hem ook voor problemen: 'God is niet rechtvaardig, al beweren ze in de kerk en op de catechisatie nog zo stellig van wel.'
Hij loopt vooral aan tegen de predestinatie: als God al voor de grondlegging der wereld besloten heeft wie er zalig zal worden en wie niet, waar is dan de zondeval nog voor nodig geweest? Na dit soort gedachten vraagt hij God overigens om vergeving.
Aan de ene kant denkt hij dat God een bijzonder plan met hem heeft, maar soms vreest hij ook dat hij verdoemd is, omdat hij zo weerspannig is. Gelukkig duurt het nog lang voordat het voor hem eeuwigheid wordt, hij is immers nog jong. Maar dat betekent ook dat hij nog heel veel jaren heeft om te zondigen en zijn schuld te vermeerderen.
Huwelijksproblemen
Vader is bekeerd, maar zijn huwelijk met moeder loopt niet zo goed. Moeder wil daarom een tijdje intrekken bij Marre-Leu, een ongetrouwde vrouw, ook bekeerd. Drie jaar geleden ging het ook al niet goed met moeder en ze is ook al eerder een tijdje bij Marre-Leu geweest.
Paul moet niet veel hebben van Marre-Leu. Soms stelt hij zich voor hoe ze naakt in de badkamer gevonden wordt, in een ontluisterende staat. De verbeelding is blijkbaar voor hem een manier om toch wat te doen aan de onaantastbare positie van de bekeerde vrouw.
Intussen ontstaat er onrust in het dorp vanwege de zigeuners. De spanningen lopen hoog op en Paul met zijn goede bedoelingen speelt daarbij onbedoeld een rol. Achteraf moet hij zich afvragen of God wel plannen had met hem of dat hij zich dat allemaal in zijn hoofd heeft gehaald.
Ruim veertig jaar later overlijdt Pauls moeder.
Ik keek naar haar verlaten lichaam en gunde haar een andere God dan die ze haar hele leven had gevreesd. Een God met open armen en een warm paradijs waarin al haar overleden dierbaren een gelukzalig onderkomen hadden gevonden...Wishful thinking.
Dat kan niet vroeger dan in 2019 zijn geweest, want Paul denkt daarbij aan 'Slide away' van Miley Cyrus uit dat jaar.
Worstelen met je bestemming
Het perspectief ligt overigens niet alleen bij Paul, maar ook bij Kima. Ook zij worstelt met haar bestemming. De oude vrouw Taleyta, die een bijzondere positie innam in de gemeenschap, is overleden en Kima voelt de postume dwang om haar plaats over te nemen. Verder zijn er figuren uit de dorpsgemeenschap door wier ogen we even meekijken.
Vreemdelingen die met wantrouwen worden bekeken - dat is een actueel thema. Zeker sinds we bij vluchtelingen meteen spreken van een vluchtelingencrisis. Er is overigens ook wantrouwen van de zigeuners tegenover de dorpsbewoners. Uiteindelijk laaien de spanningen op.
Haasnoot schetst een mooi beeld van een worstelend jongetje tegen de achtergrond van oplopende spanningen. Voor het jongetje blijft het heel lang mogelijk dat God alles ten goede keert en dat hij niet laat varen wat Zijn hand begonnen is.
Compositie
Op de compositie van Duinbrand lijkt me wel wat aan te merken. De tijdlaag in het heden is wel erg beperkt. Heel kort wordt verteld hoe Paul terugkijkt en we krijgen een scène bij het overlijden van Pauls moeder. Maar ik heb het idee dat die laag te weinig biedt.
Het boek lijkt een open einde te hebben ('Ja, we gaan.') maar we weten al zo'n beetje wat daarna gebeurd is. De passage waarin Paul zich voorstelt dat hij piloot is, haalde me uit het verhaal: te gezocht, te nadrukkelijk symbolisch (ontsnappen aan de huidige situatie) en vooral ook: te weinig toevoegend. Hier had een redacteur best wat strenger mogen zijn en de corrector, die verschillende keren 'vleien' liet staan als er 'vlijen' bedoeld werd, had ook beter zijn werk moeten doen.
Toch vond ik Duinbrand een prettig boek om te lezen, vooral omdat het zo'n scherp beeld geeft van een worstelende jongen, die God alle kans geeft om iets groots te verrichten. Je zit meteen goed in de sfeer van de bevindelijk gereformeerden. Paul is opgevoed met de Statenvertaling en met de tale Kanaäns en het is dan ook logisch dat hij in die taal denkt, evenals enkele dorpsgenoten.
Leeg gevoel?
Ik moest wel ook diep zuchten toen ik in het Reformatorisch Dagblad weer eens moest lezen dat de recensent met 'een leeg gevoel' achterbleef. Al in 2017 heeft Franca Treur aangegeven hoe beledigend zo'n kwalificatie ervaren wordt. Ook nu weer proefde ik een zekere morele superioriteit waarmee deze roman over worstelen met een godsbeeld wordt afgeschreven.
Wel is het een mooie illustratie bij de thematiek van dit boek. Wat niet van de eigen gemeenschap komt, wordt met wantrouwen bezien. Haasnoot laat in Duinbrand zien waartoe dat kan leiden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten