Dav Guedin (1974) ging in de zomer van 1999 met geestelijk gehandicapten op vakantiekamp in een Noord-Franse badplaats. Een pretje werd het niet: eigenlijk was hij niet berekend op de mensen voor wie hij moest zorgen en de rest van de leiding was dat ook niet. Soms had hij het met de andere leidinggevenden overigens net zo moeilijk als met de gehandicapten.
Over dit vakantiekamp schreef Guedin een beeldroman, die getekend werd door Craoman (1982). Verder zijn er in dit boek portretten van de gehandicapten opgenomen, getekend door Dav Guedin. Die portretten behoren tot het beste van het boek. Ze zijn zeker niet geflatteerd, maar je merkt met welke aandacht ze gemaakt zijn.
Zomerwaanzin geeft een goed beeld van het vakantiekamp en van de moeilijkheden die Guedin ontmoet. Wel slaat hij zich er beter door dan de rest van de leiding. Daarover is hij wel een beetje zelfingenomen en dat is in het boek duidelijk merkbaar. Als het hem tijdens de vakantie een keer te veel wordt, komt dat dan ook als een verrassing.
Er staan details in het boek die afschuw wekken. Door die weerzin moest Guedin heen, maar hij krijgt dat voor elkaar.
Craoman roept met zijn pentekeningen goed de sfeer op. Hij tekent bij mensen het hoofd extreem groot, zodat ze automatisch iets karikaturaals krijgen. Toch is Zomerwaanzin een serieus boek gebleven. Na lezing ervan krijg je wel bewondering voor mensen in de zorg, die zich dagelijks wijden aan dit soort gehandicapten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten