donderdag 5 september 2019

Grand Hotel Europa (Ilja Leonard Pfeijffer)

Wat valt er nog te zeggen over een roman die zo succesvol is dat iedereen die hem wilde lezen hem intussen ook daadwerkelijk gelezen heeft? Weinig nieuws, vermoed ik. Toch doe ik maar net alsof het boek van Ilja Leonard Pfeijffer een roman als alle andere is en schrijf ik mijn gebruikelijke stukje.

Vijf jaar geleden schreef ik over La Suberpa, een heerlijke roman, over Genua, maar ook over veel meer. Het was het beste boek dat ik dat jaar las. Alleen een roman van Tomas Lieske kwam in de buurt. Eind vorig jaar maakte ik een lijstje van de beste boeken van 2018 die ik niet gelezen had. Daarin prijkte Grand Hotel Europa bovenaan. Vooralsnog blijkt dat terecht. Dit jaar las ik niet een nog beter boek.

Ilja en Pfeijffer

De hoofdpersoon van Grand Hotel Europa lijkt heel erg op de schrijver: hij heet Ilja Leonard Pfeijffer, is schrijver en classicus en heeft de succesvolle roman La Superba geschreven. Als ik het over het personage heb, zal ik hem steeds Ilja noemen, om hem niet te verwarren met de schrijver, ook al vallen die twee voor een groot deel samen.

Ilja neemt zijn intrek in Grand Hotel Europa om het een en ander op te schrijven over zijn relatie met de kunsthistorica Clio. Samen hebben ze in Venetië gewoond intussen is die relatie over. In Grand Hotel Europa bevinden zich meer vaste gasten. Verder hebben we te maken met de piccolo Abdul, een vluchteling, die liefdevol opgenomen is door de majordomus, meneer Montebello.

Aantekeningen

Ilja heeft zijn uitgever beloofd dat hij een boek over toerisme zal schrijven. Wat wij lezen wordt niet gepresenteerd als het uiteindelijke boek, maar als aantekeningen daarvoor. Dat was ook al het geval in La Superba. Het geeft de schrijver de gelegenheid om opmerkingen tussendoor te maken, zoals: 'Enfin, dat laatste gedeelte met mijn analyse van het neoliberalisme moet ik misschien in de definitieve versie van mijn boek een andere plek geven.' Of: 'Wanneer ik deze passage herschrijf, zal ik er speciaal op moeten letten dat wat ik zeg niet racistisch overkomt, want zo bedoel ik het niet.'

Er zijn twee verhaallijnen: die van de gebeurtenissen in het hotel en die van de relatie met Clio, die zich voor een groot deel in Venetië afspeelde. Een terugkerend motief in de relatie is de zoektocht naar een verdwenen schilderij van Caravaggio, een afbeelding van Maria Magdalena, die tegelijkertijd een zelfportret is. Het is een soort spel van Ilja en Clio geworden om theorieën te bedenken over de mogelijke verblijfplaats van het schilderij en daarna op onderzoek uit te gaan. Dat onderzoek strekt zich bijvoorbeeld ook uit tot Malta. Af en toe loopt de relatie tussen Clio en Ilja niet zo gemakkelijk, maar het spel bindt hen altijd.

Geschiedenis

Ilja is classicus en Clio is kunsthistorica. Ze heeft dezelfde naam als de muze van de geschiedenis. Beiden zijn gericht op de geschiedenis, zoals het hele continent Europa dat is. Europa is het eigenlijk onderwerp van Grand Hotel Europa. Europa, dat zo veel geschiedenis heeft en misschien zo weinig toekomst, nu het door andere continenten voorbijgestreefd lijkt te worden.

Europa wordt overspoeld door toeristen, die komen om de resten van het verleden te aanschouwen, maar daarmee tegelijk een aanslag plegen op die resten. Hetzelfde gebeurt in het hotel, dat overgenomen wordt door een Chinees, meneer Wang. Die laat oude elementen uit het hotel slopen en nieuwe, 'authentieke' aanbrengen, zoals een kroonluchter van Swarovskykristal en een oud aandoende pub.

Aan het eind van het boek lijkt het hotel nog eenmaal in zijn oude glorie te herrijzen, als er een klassiek concert wordt gegeven, zoals dat vroeger wel gebeurde. Het is ironisch dat dat concert gegeven wordt door een twaalfjarig Chinees meisje. Klassieke muziek is bij uitstek een Europese aangelegenheid, maar voor deze authentieke Europese ervaring zijn al geen Europese musici meer nodig.

Symbool

Van het hotel wordt niet duidelijk waar het in Europa staat en dat is ook niet nodig. Het draagt  niet voor niets de naam die het draagt: het is natuurlijk symbool voor het continent Europa. Aan het eind van het boek wordt dat ook nog eens expliciet gemaakt in de verhaallijn. Dat komt het drama ten goede, maar ik vond dat net een beetje te, hoe mooi dat gedeelte ook is geschreven. Je hoeft een oplettende lezer niet te vertellen wat hij intussen zelf al geconcludeerd had.

Door het hele boek heen staan interessante gedachten over de Europese cultuur en de toekomst van Europa. Zoals in het gesprek dat Ilja heeft met vaste gast Patelski. Die zegt over het toerisme:
'De barbaarse invasie van Europa,' zei Patelski, 'die wordt gezien als een verdienmodel en die actief wordt gestimuleerd, terwijl zij in feite een bedreiging is, vormt een interessante parallel met de vermeende Afrikaanse invasie van Europa, die als bedreiging wordt gepresenteerd, terwijl zij toekomstperspectief zou kunnen bieden.'
In tal van passages wordt de draak gestoken met de toeristen, die allemaal liever reiziger dan toerist zijn en op zoek zijn naar een authentieke ervaring, maar hun aanwezigheid veroorzaakt juist het verloren gaan van die authenticiteit. Niet voor niets speelt het verhaal zich voor een groot deel af in Venetië, dat zo'n beetje door het toerisme is overgenomen. De tekening van de toeristen en soms de woede erover (vooral van Clio) zijn bijzonder vermakelijk.

Patriot van de Europese Unie

In de roman gaat het wel over het toerisme, maar eigenlijk is dat maar een symptoom. Ten diepste gaat het over Europa, zijn verleden en zijn mogelijke toekomst. Ilja noemt zich een patriot van de Europese Unie.
En terwijl Europa in de jacht naar economische groei, vooruitgang en toekomst zit vastgeklonken aan zijn verleden, als een sprinter die met een springveer vastzit aan het startblok, en aan alle kanten wordt voorbijgestreefd door de rest van de wereld, geef ik Europa gelijk dat het zijn verleden weigert los te laten omdat wortels belangrijker zijn dan bestemmingen.

Schrijverschap

Europa is ook belangrijk voor het schrijverschap van Ilja.
(...) Om te kunnen ademen, denken en schrijven moet ik in gesprek blijven met de traditie. Ik heb Europa nodig om te kunnen bestaan.
Als schrijver zoekt hij de dus de traditie en niet het experiment. Het meest expliciet is Pfeijffer daarover bij het verslag van een bezoek aan de expositie Treasures from the Wreck of the Unbelievable van Damien Hirst. Hirst exposeert daarin gigantische beelden, die eruitzien alsof ze of de bodem van de zee hebben gelegen hebben. Alles wat daar aan de beelden vastgegroeid had kunnen zijn, zit aan de beelden vast. Om het nog authentieker te laten lijken, is er ook een documentaire te zien (ook op Netflix) over het opduiken van de beelden.

Groots en overdadig

De afmeting van sommige beelden is gigantisch en de omvang van de tentoonstelling ook. Hirst heeft duidelijk alle register opengetrokken.  Ilja beseft dat hij op deze manier wil schrijven. Ik veroorloof me twee uitgebreide citaten.
Zo moet ik schrijven, dacht ik, in de geest van dit machtsvertoon, deze gulheid en dit plezier in het avontuur. ik moet de klassieke vormen en zucht naar monumentale perfectie niet mijden uit angst om niet modern te lijken, maar de moed hebben om de tijd waarin ik leef te vatten in marmeren zinnen, bronzen woorden en beelden van goud, zilver en jade, en met de beste middelen en materialen uit het verleden een gedenkteken op te richten voor het nu. Groots moet het zijn, en overdadig, een overweldigende orgie van fantasie met de technische perfectie van de commercieelste kitsch. Ik moet verbluffen. Dat is mijn taak.
Ik moet niet vluchten in de veilige eenzelvigheid van het experiment, maar zeggen wat ik te zeggen heb, en niet zoekend en koketterend met onzekerheid, die zoveel sympathie oplevert, maar op een volmaakt trefzekere en definitieve manier die tegensprekers de adem ontneemt. Ik moet het plezier hervinden van het avontuur en, in plaats van mij te beperken tot particuliere zielenroerselen omdat kleingeestigheid literair wordt geacht en beperking een teken van meesterschap, vleugels geven aan monsters en demonen van mythische proporties die uitzwermen over de zeven zeeën en alle continenten die ik kan verzinnen.
Ook hierin zit wel enige ironie. Hirst sluit aan bij de traditie, maar ironiseert die ook door beelden te maken die oud lijken, maar het niet zijn. Daarin lijkt hij op meneer Wang, die een nep-oude pub in Grand Hotel Europa laat bouwen.

Machtsvertoon

Dat Pfeijffer het grote gebaar en het machtsvertoon niet schuwt, wordt in het hele boek duidelijk. Ik vond het heerlijk, al die prachtige volzinnen. Er staan ook lekkere dialogen in het boek. De woordenwisselingen tussen Ilja en Clio zijn bijvoorbeeld heel vermakelijk.

Niet altijd is het taalgebruik even geloofwaardig. De lange volzinnen horen bij Ilja en bij Clio wil ik ze ook nog wel geloven, maar er komen ook anderen aan het woord (bijvoorbeeld een taxichauffeur) die ook al op dezelfde manier praten. Mooi, hoor, maar niet zo aannemelijk.

Net als in La Superba wordt er in Grand Hotel Europa een spel gespeeld met verbeelding in werkelijkheid, en dat weer in verschillende lagen. Ilja maakt aantekeningen voor een roman, waarin hij schrijft over zijn relatie met Clio. Daardoor is hij natuurlijk die relatie aan het fictionaliseren. Maar die relatie bestaat wellicht alleen zo in de roman en is dus zelf ook al fictie.

Fictie schept werkelijkheid

Maar fictie leidt niet af van de werkelijkheid, maar schept die juist. Al helemaal in het begin van de roman wordt aan Ilja gevraagd wat het hoogste doel van zijn schrijven is:
'De waarheid.'
'Ook in fictie?'
'Juist in fictie.'
Juist door fictie te gebruiken kan Ilja en, een niveau hoger ook Pfeijffer, doordringen tot de kern. Dat wordt ook mooi gedemonstreerd door het verhaal van de vluchteling Abdul. Dat blijkt wel heel veel overeenkomsten te vertonen met de Aeneis van Vergilius. De vraag is of zijn verhaal daar minder waar van wordt of juist een algemenere geldigheid krijgt.

Voor de Ilja in de roman heeft de verbeelding misschien wel een grotere kracht dan de werkelijkheid. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de zoektocht van Ilja en Clio naar de Caravaggio. Ze bedenken theorieën over de mogelijke plaats van het schilderij, maar meestal zijn die op niet zo veel gebaseerd. Maar als ze verzonnen hebben op welke plaats het schilderij kan zijn, is het al bijna werkelijk voor hen.

In de werkelijkheid van het boek heeft Ilja een relatie met Clio achter de rug. Maar hij heeft die nog niet helemaal beschreven. Hij heeft het idee dat hij dingen pas meemaakt als hij ze beschrijft. Zo lang hij nog niet beschreven heeft dat hij en Clio uit elkaar zijn, is de scheiding voor hem nog niet werkelijk:
Zolang de punt achter de laatste zin op de laatste pagina niet was gezet, was zij in zekere zin nog bij mij op de blanke bladzijden van de resterende cahiers.

Grote gooi

Grand Hotel Europa is een schitterende roman. Ten eerste vanwege de grote gooi: een schrijver die schrijft als een machthebber en niet als een poger. Die niet bang is om groots uit te pakken: hij doet al zijn trucs zelf en hij weet dat ze zullen lukken. We zijn zwijgende toeschouwers bij een prachtig vuurwerk.

Maar de roman is meer dan techniek en meer dan een mooi verhaal. Grand Hotel Europa gaat ook nog ergens over: over Europa en dus over ons. Over het verleden en de toekomst van het continent en over hoe wij daardoor bepaald worden.

Ik heb het boek met bewondering gelezen. Het is het beste boek dat ik dit jaar tot nu toe las en ik vermoed dat Grand Hotel Europa die pole position voorlopig niet zal afgeven. Wat moet je na het dichtslaan van het boek nog? Zuchten en verder stil zijn. En heel breed glimlachen. Misschien wel grijnzen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten