zondag 4 september 2016
De opwindvogelkronieken (Haruki Murakami)
In de tijd die mijn baan mij overlaat, probeer ik wat te volgen van de Nederlandse literatuur. Daarin schiet ik ernstig tekort. Aan de buitenlandse literatuur kom ik meestal helemaal niet toe. Een leerlinge sprak daar haar verbazing over uit en deed mij De opwindvogelkronieken van Haruki Murakami cadeau. Van die schrijver moest ik toch wat lezen, vond ze. Natuurlijk had ze gelijk. Ik heb bijna 900 bladzijden lang genoten.
De hoofdpersoon in deze omvangrijke roman is Tōru Okada. Hij zegt zijn baan bij een advocatenkantoor op. Van zijn vrouw, Kumiko, hoeft hij geen haast te maken met het zoeken naar een nieuwe baan en dat doet hij dan ook niet. Hij lijkt een rustig leventje te hebben, maar dat wordt ernstig verstoord.
Hij wordt namelijk lastiggevallen met telefoontjes van een vrouw die zegt hem te kennen, zodat hij na een tijdje de telefoon zelfs niet meer opneemt. De kat van Kumiko en Tōru is zoek en bij zijn speurtocht komt hij in een steeg bij een leegstaand huis met een duister verleden. In de buurt ervan ontmoet hij een meisje, May Kasahara, dat niet meer naar school gaat. Ze zullen nog verschillende keren met elkaar te maken krijgen. En hij ontmoet twee zussen, met de wonderlijke namen Malta en Kreta. Ze hebben bijzondere gaven.
Het leven van Tōru Okada raakt pas goed ontregeld als zijn vrouw niet meer thuiskomt. Hij vermoedt dat zijn zwager, Noburu Wataya er iets mee te maken heeft. Die werkt aan een politieke carrière. Hij speelt ook een rol in het leven van Kreta Kanō, die zegt door hem 'bezoedeld' te zijn, al weten we op dat moment nog niet wat dat betekent. Tōru besluit zich niet bij de situatie neer te leggen en alles te doen om Kumiko weer naar huis te halen.
De opwindvogelkronieken is een wonderlijk boek. Het is mij niet duidelijk of ik het boek wonderlijk vind omdat het Japans is, of omdat het van Murakami is. Misschien zijn diens werken ook binnen de Japanse literatuur afwijkend.
Het boek lezen als de weergave van een aantal gebeurtenissen is niet goed mogelijk. Daarvoor komen er te veel dingen in voor die rationeel niet te volgen zijn. Zo worden er dromen gemanipuleerd en van de ene dag op de andere heeft Tōru Okada een vlek op zijn wang. Ook zijn er verschillende werkelijkheden waartussen Tōru heen en weer kan pendelen. Is de andere wereld zijn brein? Het zou kunnen.
Tōru ziet de dingen die hem overkomen als tekenen. Hij is een betekeniszoeker, die zijn eigen leven probeert te duiden. De gebeurtenissen in zijn leven ziet hij als signalen; ze dragen boodschappen met zich mee. Hij heeft het idee dat hij door diep na te denken kan snappen wat 'men' hem probeert duidelijk te maken. Daarom gaat hij ook geregeld op de bodem van een droogstaande put zitten. Daar denkt hij na, of misschien mediteert hij wel, om tot inzicht te komen.
De opwindvogelkronieken is bepaald geen liefelijk boek. Een bejaarde militair vertelt bijvoorbeeld zijn verhalen, die zich afspelen in een oorlogstijd: de luitenant was betrokken bij de oorlog in Mantsjoerije. Ook in die verhalen komt een put voor, zoals er wel meer dwarsverbindingen zijn tussen de verschillende personages. De verhalen van luitenant Mamiya zijn rauw. Zo vertelt hij over Boris de Viller, die mensen letterlijk laat villen. Hij zal de man later ook nog tegenkomen in een kamp.
De titel verwijst naar een vogel die Tōru vaak hoort, maar niet te zien krijgt. Het dier maakt een mechanisch geluid, alsof een veer wordt opgewonden. Tōru stelt zich voor dat de vogel elke dag de veren van de wereld opwindt, wat dat dan ook betekent. Er zijn veel dwarsverbindingen en leidmotieven in De opwindvogelkronieken. Vogels is er eentje van. Bij het verlaten huis staat een beeld van een klapwiekende vogel en er wordt vaak verwezen naar De diefachtige ekster van Rossini.
Zoals Tōru Okada speurt naar de kern van het probleem en misschien ook wel naar de kern van het leven, wordt de lezer uitgedaagd om betekenis te hechten aan alles wat de schrijver ons aanreikt. Misschien denken we na over de krochten van onze geest of over de vraag of geweld altijd slecht is. Over de vraag of we onszelf en anderen kunnen kennen. Over de vraag of er een plan ten grondslag leeft aan ons leven en of er dus wel een vogel, een iets, of een iemand is die veren van de wereld opdraait.
Haruki Murakami lezen is een bevreemdende bezigheid, maar het is ook boeiend. Je komt terecht in een wonderlijke wereld, die oppervlakkig bezien overeenkomsten vertoont met de wereld die je kent, maar die tegelijkertijd volstrekt anders is. Ik ben mijn leerlinge dankbaar voor het boek dat ze me gaf, waarmee ze me een ervaring heeft gegeven die ik anders misgelopen zou zijn.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten