De Sint is weer in het land.
Eerlijk gezegd heb ik niet gekeken naar de intocht en ik heb er ook niets over
gelezen. Er is dagelijks een Sinterklaasjournaal, geloof ik, maar ook dat heb
ik niet bekeken. Ook niet om Dieuwertje Blok weer eens te zien.
Dat ik zo weinig aandacht
voor de goedheiligman heb, komt niet doordat ik niet meer in de Sint geloof.
Sinterklaas bestaat, daarover heb ik geen twijfels. Maar ik ben bang dat ik de
Sint een beetje zielig ga vinden en daarom denk ik maar niet te veel aan hem.
Sinterklaas heeft het
namelijk moeilijk. Al zeker tien jaar heeft hij geduchte concurrentie van een
dikke, uit zijn krachten gegroeide Coca-Colakabouter, die zich ook nog
Santaclaus durft te noemen. Ik heb daar altijd mijn schouders over opgehaald.
Wie de Sint vereert, kan zich immers niet druk maken om een lollig doende
nepperd, die het nog niet waard is om de staf van onze heilige Nicolaas te
dragen.
Maar de kerstman wint wel
terrein. Een niet representatief onderzoekje onder twintig middelbare
scholieren leerde me dat intussen al in de helft van de gezinnen er cadeautjes
worden gegeven met Kerst, soms naast Sinterklaas, maar vaak ook in plaats van
bij het sinterklaasfeest.
En er zijn meer gebieden
waarop de Sint tegenwind ondervindt. In Amsterdam mag de bisschop niet meer een
kruis op zijn mijter hebben. Hij draagt het wapen van onze hoofdstad, evenals
de Pieten. Ik ben voor de scheiding van kerk en staat. Een bisschop hoort dus
de tekenen van de kerk te dragen en niet die van de stad. De Sint is toch wel
wat meer dan een pr-instrument voor Amsterdam, dacht ik.
Hoe geprofaniseerd de Sint in
Amsterdam is, zag ik gisteravond nog. De plaatselijke voetbalclub Ajax speelde
toen tegen een Duits team. De Amsterdammers hadden elf sinterklazen opgesteld, die het ene na het andere cadeautje aanboden aan de Duitsers.
Niet alleen wordt de Sint
beconcurreerd en mag hij niet meer echt een bisschop zijn, ook zijn
Pietermanknecht ligt onder vuur. Dat er nog steeds een zwart hulpje naast de
Sint loopt, zou een restant zijn van koloniale verhoudingen, een geschiedenis
van slavenhandel en een blijk van racisme. Misschien is dat zo. Maar ik heb nog
nooit een kind meegemaakt dat racistisch geworden is van een olijke Piet van wie
hij een handvol pepernoten gekregen had.
Misschien ben ik te somber,
maar ik zie al voor me dat over een paar decennia de Sint nog net mag optreden
in het voorprogramma van de kerstman. Daarbij mag hij dan waarschijnlijk geen
mijter, tabberd en staf dragen. Meer dan het uniform van de pakjespost zal er
wel niet in zitten.
De pieten om hem heen zullen
voor de helft van het vrouwelijk geslacht moeten zijn en ze moeten alle rassen
vertegenwoordigen die er binnen onze landsgrenzen voorkomen. We zullen er ook
op moeten letten dat er genoeg SP-stemmende pieten, ADHD’ers, linkshandigen en
pieten met overgewicht om de Sint heen lopen.
Het zal allemaal bijzonder
verantwoord zijn, maar er zal geen hond meer aandacht voor hebben. Daar helpt
geen Dieuwertje lief aan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten