vrijdag 31 december 2021

De man die van zijn been een lamp maakte (Lex Boon)


Tot een paar maanden geleden zei de naam Lex Boon mij niets. Uit een interview (met Nooit meer slapen) bleek me dat hij een journalist is, een enthousiast verteller en iemand die alles over ananas wist. Zo weet hij te vertellen dat er in Nederland geen lekkere ananassen zijn, omdat ze per schip worden aangevoerd. De consequentie is dat ze te vroeg en dus onrijp geplukt worden. 

Geamputeerd been

Uit het interview bleek dat hij net een nieuw boek had, met een intrigerende titel: De man die van zijn been een lamp maakte. Het boek is een verzameling van artikelen/reportages die Lex Boon gepubliceerd heeft, vooral in Het Parool en NRC Handelsblad. De titel slaat op een van die reportages, waarin er bij een man een been geamputeerd moet worden. De man meent dat dat afgezette been zijn eigendom is en dat hij  ermee moet kunnen doen wat hij wil. Hij heeft het plan om er een lamp van te maken. 

Boon volgt de man in zijn plannen. Dat wordt een mooi portret van een persoon, waarbij ook verteld wordt wat er gewoonlijk met afgezette ledematen gebeurt en je vraagt je ook af in hoeverre het lichaam een bezit is en in hoeverre je je lichaam zelfs bent. 

Achter in het boek heeft Boon van elk artikel een update gegeven. In de meeste gevallen heef hij nog eens met een persoon gebeld en gevraagd hoe het er nu mee staat.  Soms is zo'n update verhelderend, soms  voegt die niet zoveel toe. Bij die update wordt ook verteld wanneer het artikel oorspronkelijk is gepubliceerd. 

Enkele stukken heb ik met veel interesse gelezen. Boon is een vasthoudend journalist die zichzelf en de omgeving vragen blijft stellen en van sommige dingen gewoon wil weten hoe het zit. Hij krijgt daardoor details naar boven die je anders gemist zou hebben. 

Kunsthalroof

Vooral in de langere artikelen is hij op dreef. De bundel opent met twee ervan: een onderzoek naar de Kunsthalroof en 'De diepvriesman'. Het eerste geval is vrij bekend: een groepje niet-professionele criminelen krijgt het voor elkaar om enkele belangrijke kunstwerken uit de Kunsthal te ontvreemden. Hoewel iedere lezer daar waarschijnlijk wel wat van weet, is het artikel van Boon boeiend. Hij zet alles helder op een rij en hij reist naar Roemenië om meer zicht te krijgen op de achtergrond van de kunstrovers.

Ook het verhaal over 'De diepvriesman' is boeiend. Het gaat om mensen die hun dode lichaam laten invriezen, omdat ze ervan overtuigd zijn dat de technologie ooit zo ver zal zijn dat het weer tot leven gewekt kan worden. Iemand opent een bedrijfje om dat te faciliteren. Ook hier zijn de portretten van personen boeiend en verder is er natuurlijk het geklungel dat ons allemaal eigen is. Boon komt dicht bij mensen, laat zien hoe ze zijn en hoe ze handelen en laat het oordeel aan de lezer over. 

Ik heb de artikelen met grote tussenpozen gelezen en sommige staan mij nog helder voor ogen, zoals het stuk dat gaat over de geur van Amsterdam. Is die in een flesje te vangen? Boon komt op het spoor van een paar intrigerende parfummakers. 

Van andere snapte ik niet direct waarom ze in een boek bewaard moesten blijven: een portretje van een man die heel veel strikes achter gegooid heeft met bowlen, een beeld van het plaatsje Laren en wat daar speelt, een wandeling door Amsterdam in lockdown. Dat laatste verhaal heeft over een aantal jaren misschien historische waarde, maar nu is het lezen meer een verplicht nummer als je je tot doel hebt gesteld het hele boek te lezen. 

Hitlerkleurplaat

Het minst vond ik de laatste bijdrage in het boek, waarop ik me nogal had verheugd. Het gaat over de keer dat in een kleurboek dat te koop was bij Kruidvat er een kleurplaat was opgenomen met daarop Adolf Hitler. Hoe heeft dat kunnen gebeuren? Maar liefst vijftig bladzijden besteedt Boon eraan. Waarschijnlijk had het ook in tien gekund, als hij niet elk stapje dat hij zette had opgeschreven. Daardoor sleept het artikel maar door, met vrij weinig vaart en je hebt ook nog eens het idee dat het op bijna niks uitdraait. 

De beste stukken uit De man die van zijn been een lamp maakte hadden samen een interessant boek kunnen vormen. Nu zitten er tussen het moois te veel verhalen die niet meer dan doorsnee zijn. Ze zijn niet slecht, maar ik had ze ook kunnen en willen missen. Dat laat onverlet dat het beste werkelijk goed is. In 2018 schreef ik over Het glas van Casanova van Joris van Casteren, wat qua opzet vergelijkbaar is, maar de verschillende verhalen in die  bundeling zijn veel gelijkmatiger van kwaliteit. 

Hopelijk gaat Boon nog lang mee als journtalist en als hij dan een boek maakt met het beste van zijn werk, dan zal ik dat graag lezen. De rest is leuk voor in de krant, maar hoeft niet bewaard te worden voor de eeuwigheid. 

De man die van zijn been een lamp maakte verscheen bij uitgeverij Meulenhoff. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten