Beroepsmatig hoef ik geen jeugdliteratuur meer te lezen: al jarenlang geef ik geen les meer aan de onderbouw van de middelbare school. Familiematig hoeft het ook niet: mijn kinderen zijn uit de kinderboeken en mijn kleinkind is blij met af en toe een prentenboek. Maar de hedendaagse jeugdliteratuur is wel interessant en er is zoveel moois dat ik het af en toe niet kan laten een kinder- of jeugdboek te kopen.
Van Benny Lindelauf had ik tot voor kort nog niets gelezen, terwijl hij al heel wat geschreven heeft en een groot deel van die boeken is ook nog eens bekroond. Voor Hele verhalen voor een halve soldaat ontving hij dit jaar een Zilveren Griffelen, en de illustrator, Ludwig Volbeda, kreeg het Gouden Penseel. Twee redenen om het boek te kopen. En te lezen.
Betalen met verhalen
Het verhaal speelt zich af in een fictief land. Daardoor kan het elk land zijn. In dat land leeft een gezin dat bestaat uit zes broers, die een voor een worden opgeroepen ten oorlog en bij de grens moeten ze ook nog betalen, voor de vrede. Hun enige kapitaal bestaat uit verhalen en daarmee betalen ze.
De broers hebben geen namen, maar worden oudstebroer, tweede oudstebroer enzovoort genoemd. De jongste heet wel jongstebroer. Van alle broers heeft hij een geschenk gekregen voordat ze wegtrokken en eigenlijk heeft hij daarmee de rest van het gezin om zich heen. Ook hij moet naar het front en hij komt bij dezelfde slagboom en dezelfde wacht, die overigens van de broers de opdracht heeft om deze jongen niet door te laten.
Daarmee begint het boek: Jongstebroer komt bij wachtpost 7787 en daarna krijgen we de voorgeschiedenis, die vol verhalen zit, want vertellen dat kunnen de broers wel. Omdat die verhalen in het raam van de vertelling over de broers zitten, heb je de neiging om ze te lezen als symbolisch of als parabels waaruit we een boodschap zouden kunnen puren, maar het zijn in de eerste plaats goede verhalen en ze laten zien wat (ook binnen die verhalen) de kracht van het vertellen is. Er komt bijvoorbeeld een poppenspeler in voor die nog een enkele keer wil schitteren en iedereen wil maar al te graag meegaan in wat hij laat zien.
Sprookjesachtig
De setting van de verhalen is sprookjesachtig, al zijn het niet per definitie sprookjes. Maar het geeft ze wel het tijdloze dat het raamwerk zelf ook heeft. Het lijkt alsof de tijd geen vat heeft op deze verhalen: ze zijn van alle tijden en dus ook van nu.
Het is niet zo vreemd dat de wachtpost graag wil luisteren naar de verhalen, want ze zijn bijzonder sterk. Het gegeven is steeds origineel en de stijl sprankelt en is suggestief. Je laat je maar al te graag meevoeren naar een werkelijkheid waarin kinderen in een put wonen of zo klein zijn dat ze niet groter zijn dan een marionet.
Het mooie is dat de verhalen niet dichtgemetseld zijn, dat ze niet een moraal hebben zoals fabels die kunnen hebben. Het verhaal is meer dan de boodschap en als er al een boodschap is, dan is niet altijd helder.
De oorlog verdrijven
Het is mooi dat er verhalen zijn, maar helpen ze ook? Volgens de brief die de broers ontvangen is de vrede al erg dichtbij, maar helpen verhalen de oorlog te verdrijven? Of moeten we er maar van uitgaan dat er altijd oorlog zal zijn en dat er gelukkig nog verhalen zijn waarin we een tijdje kunnen schuilen? Zolang we in het verhaal zijn, zijn we niet in de oorlog. Maar ook het beste verhaal is ooit afgelopen.
Hele verhalen voor een halve soldaat is een krachtig boek, maar het heeft ook iets zachts en iets dromerigs. Dat zal ook komen door de werkelijk schitterende tekeningen van Ludwig Volbeda. Het zijn tekeningen om heel lang naar te kijken. Net als in de verhalen kun je in de tekeningen verdwijnen. Aan de getekende enveloppen kun je zien met welke zorgvuldigheid de broers worden opgeroepen voor de oorlog. De slagboom bij de grenspost staat in een desolaat landschap. Het laat de absurditeit zien van zo'n grenspost: je kunt er aan alle kanten omheen en erachter is alleen maar leegte: eigenlijk is er geen enkele reden om deze post te passeren.
Iemand die in een dergelijk landschap loopt is maar klein. Hij heeft geen idee waar hij heen gaat en het enige wat hij kan doen is doorlopen naar een ander nergens. Voor je het weet wordt het een beeld van ons leven. Hoopvol is dat niet, maar gelukkig is er de troost van verhalen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten