vrijdag 22 november 2019

De smokkelaar (Milan Hulsing)


Fake news en complotdenken zijn overal. Of is dit al nepnieuws en ben ik dus een complotdenker? De verschijnselen zijn overigens niet nieuw. In alle tijden hebben mensen het beeld van wat er gebeurde gemanipuleerd om zo de geschiedschrijving te beïnvloeden.

In de graphic novel De smokkelaar van Milan Hulsing krijgen we een casus uit het verleden: een Hongaar, Laslo Rados, ontvlucht in 1957, na de Russische inval dus, Hongarije. Hij smokkelt een kist met strips mee. Het betreft hier de strip Z.O.L.T.A.N., over een kosmonaut. Professor Kalman, huistekenaar van het Hongaars Natuurhistorisch Museum is de auteur.

Laslo zal proberen de strips aan de man te brengen en hij stuurt brieven van over de hele wereld naar Kalman om te vertellen hoe goed dat lukt. In werkelijkheid zit hij al die tijd in Hamburg en gebeurt er niets met de strips.

Duiker

In 1959 treffen we Laslo aan als duiker op de Cariben, op het schip van Lourdes, die met haar dochter Naomi ook aan boord van het schip is. Naomi wil schrijfster worden.

In de krant Caribbean Chronicle komt een strip van Laslo (die eigenlijk van Kalman is), maar in een compleet andere context. De naam is veranderd in Z.O.L.T.A.N. of U.S.S.R. en er zijn symbolen aan toegevoegd, waardoor de hoofdpersoon veranderd lijkt in een Sovjetheld.

Laslo komt in contact met Farkas, een Hongaar die twee keer ingehaald is door het communisme (eerst in Hongarije, later in Cuba). Samen met Laslo verzint hij dat Z.O.L.T.A.N. een product is van een groot anti-communistisch kunstenaarsnetwerk in verschillende landen van het Oostblok. Daarbij wordt Laslo gepresenteerd als cultureel antropoloog.

Hoewel de autoriteiten weten dat het fake is, is het een mooie aanleiding om allerlei mensen in Hongarije te arresteren. Professor Kalman moet toezien wat het gevolg is van zijn werk, zonder dat hij er invloed op heeft.

Zdeněk Burian

Zo had het kunnen gebeuren, maar het is fictie. Nou ja, niet helemaal. Milan Hulsing baseerde zich op het leven van de Tsjechische illustrator Zdeněk Burian, maar verplaatste het verhaal naar Hongarije, waarbij hij van de Praagse Lente de Hongaarse Opstand moest maken. Maar het verhaal blijft geloofwaardig genoeg. Daar gaat het immers om: om het verhaal, of om 'het narratief' zoals we tegenwoordig schijnen te moeten zeggen.

Je zou dus kunnen zeggen dat Hulsing hetzelfde doet als wat Farkas en Laslo doen: een verhaal naar zijn hand zetten. Wat de personages deden, deugde niet en dat wisten ze en het had bovendien een funeste uitwerking, maar Hulsing brengt iets moois tot stand. Hij laat de kracht van verhalen zien.

Natuurlijk is Hulsing de schepper op de achtergrond, maar in het boek is het Naomi, de dochter van Lourdes, met wie De smokkelaar eindigt: op de slotpagina is ze de enige mens in een verder lege wereld. Maar in die leegte klinkt het geluid van schrijven: 'krabbel, krabbel, krabbel'.

Krab, krab

Dat doet een beetje denken aan 'krab, krab, krab', het geluid dat de jonge Laslo maakte als hij krabde aan de jeukende plekken op zijn lichaam. Ook Naomi heeft die plekken. Voor Laslo betekenden ze afzondering: door die plekken mocht hij niet met de jongens mee op zomerkamp. Naomi zoekt juist de afzondering, om te kunnen schrijven. Misschien horen jeukende plekken bij het vertellen en het fabuleren. Misschien is een goed verhaal wel het gekrab aan wat er jeukt in de maatschappij.

Toen Laslo aan boord van hetzelfde schip was als Naomi, heeft ze al geprobeerd biografische notities te maken over de personen aan boord. Daarin geeft Hulsing een vette knipoog naar zijn vorige boek, de verstripping van De Aanslag. Aan boord is namelijk Korteweg, de buurman van Anton, de hoofdpersoon van de roman van Mulisch. Deze Korteweg sleepte met zijn dochter het lijk van een neergeschoten NSB'er weg naar de straat voor Antons huis. Later bleek dat hij dat deed om zijn hagedissen te beschermen. Hulsing gaat met het personage aan de haal en plaatst hem in zijn nieuwe boek op het schip.

Alle mensen op het schip hebben een pijnlijk verleden, waaraan ze proberen te ontkomen. Mensen die hard aan het werk zijn in een afgebakende ruimte - dat deed me denken aan literaire werken als Het leven en de dood in den ast van Stijn Streuvels of Suiker van Hugo Claus. De mensen zijn niet alleen tot elkaar veroordeeld, maar ook tot hun eigen verleden en hun eigen dromen.

Lijntjes

Door het hele boek heen trekt Hulsing subtiele lijntjes. Zoals het krabbelen met een lijntje verbonden is met het krabben, lijkt het uiterlijk van de kosmonaut in de strip op dat van de duiker die Laslo een tijdje is. En gezien het duiken is het niet voor niets dat we Naomi aan het eind van het boek terugvinden bij Marineland, 'world's largest oceanarium'.

Laslo krijgt nog meer achtergrond door zijn oorlogsverleden, waaraan hij een litteken in zijn hand heeft overgehouden. Hij zegt dat hij dat opgelopen heeft in de Hongaarse Opstand, maar het was dus van veel eerder. In die scène heeft Hulsing overigens een menora (een zevenarmige kandelaar) met te veel armen getekend, maar dat is een kleinigheid. Het oorlogsverleden maakt duidelijk dat Laslo, net als de andere mannen aan boord van het schip, een getormenteerd figuur is, worstelend met zijn verleden.

Structuur

De smokkelaar begint in 1961 als het blad Life een reportage brengt over Z.O.L.T.A.N. en het hele verhaal over de zogenaamde organisatie aan het rollen brengt. Daarna springt het verhaal slim van de ene tijdlaag in de andere. Dat vereist aandacht van de lezer, maar de verteller neemt hem gemakkelijk mee.

In zo'n beetje elk boek gebruikt Hulsing een andere stijl van werken. In Stad van klei waren er geen getekende lijnen, in De aanslag zijn de tekenlijntjes dun en in De smokkelaar zijn ze fors. Ze zijn aangebracht met penseel, zodat er veel leven in de lijn zelf zit. Ik moest daarbij denken de lijnvoering van Hugo Pratt en van Mark Hendriks in sommige tekeningen in Yap.

De forse lijnen zorgen voor robuuste afbeeldingen. In sommige onderwaterscènes, bij het duiken, zijn er juist helemaal geen lijnen, waardoor het vloeiende benadrukt wordt, ondersteund door de inkleuring. Die inkleuring is uitgekiend gedaan, waarbij veel tekeningen 'vol' zijn gekleurd; er wordt dan dus weinig plaats ingeruimd voor achtergrondwit. De angstdromen zijn allemaal in rood en soms kondigen ze zich al aan in kleine rode wolkjes rond het hoofd van Laslo.

Naomi is altijd gekleed in een zonnig geel shirtje. Zij lijkt de onbevangen vertelster, die niet zo'n zwaar verleden met zich meedraagt als veel andere personages. Bij haar bevindt zich niets onder water wat nog opgedoken kan worden.

Hoe meer je je verdiept in De smokkelaar, hoe duidelijker het wordt hoe geraffineerd het boek in elkaar zit en hoe goed het dus is. Het is een boek over het schrijverschap (Naomi), maar ook een boek over de kracht van verhalen, die soms ook destructief is. Over het verleden dat mensen met zich meezeulen en over wat dat met hen kan doen.

Er zijn veel thema's dit boek binnengesmokkeld, wat De smokkelaar tot een rijk boek maakt. Ondanks dat het over een gefingeerde gebeurtenis uit het verleden gaat, is het ook actueel. We krijgen in het boek immers een helder geval van framing en van nepnieuws. Misschien is dat wel een mooi antwoord op twitterhoaxes en roddelwaarheden: gewoon een goed verhaal vertellen dat je aan het denken zet.



Titel: De smokkelaar
Tekst en tekeningen: Milan Hulsing
Uitgever: Scratch Books
Amsterdam 2019, hardcover, 182 blz. €29,90

Geen opmerkingen:

Een reactie posten