dinsdag 5 november 2019

De nachtstemmer (Maarten 't Hart)


Wie een boek van Maarten 't Hart leest, weet zo ongeveer wat hij krijgt: een hoofdpersoon die wat op zichzelf is, maar veel kennis heeft van de Bijbel, klassieke muziek en de natuur, er speelt een vrouw een rol, de taal is af en toe wat oubollig en er zijn altijd humoristische momenten. Plaats van handeling is in veel gevallen Maassluis.

De nieuwe roman, De nachtstemmer, voldoet wat dat betreft aan de verwachtingen. Het verhaal speelt zich af in een stadje dat niet bij name wordt genoemd, maar waar alle straatnamen verraden dat weer Maassluis betreft. Wie wil weten waar in Maassluis de Zure Vissteeg of het Wijde Slop zich bevindt (of bevond) kan terecht bij het Nationaal Documentatiecentrum Maarten 't Hart, dat digitaal nog bestaat. Of het nog iets meer is dan een website, is me niet duidelijk. De site loopt duidelijk achter; verschillende doden hebben nog steeds zitting in het Comité van Aanbeveling.

Gabriël Pottjewijd

Hoofdpersoon is Gabriël (Gabe) Pottjewijd, orgelstemmer van beroep. De namen in de roman zijn alle ongebruikelijk, bijvoorbeeld Joop Boetekees, IJzerhard Paalvast. Dat alleen al zorgt ervoor dat je het verhaal minder serieus neemt. Alsof het zich afspeelt in een soort Rommeldam. Dat komt ook door de eigenaardigheden van de personen. Zo draagt Boetekees, blijkbaar zonder reden, een brilmontuur zonder glazen.

We worden teruggeplaatst naar de jaren tachtig. Exact is het niet te zeggen. Thatcher is in Groot Brittannië aan de macht en de Falklandoorlog is al voorbij. Het lijkt niet van belang. Tien jaar later had ook gekund, zonder dat het verhaal geweld wordt aangedaan. Vroeger kan weer niet, omdat sommige herinneringen (aan bijvoorbeeld die Falklandoorlog of de aan de treinkapingen) dan niet meer kloppen. Maar misschien is dit vooral een verhaal dat de context in de tijd niet zo erg nodig heeft.

Braziliaanse schone

Gabe moet het orgel in de Groote Kerk stemmen. Daarvoor heeft hij een hulpje nodig, die de toetsen van het orgel een voor een indrukt. Deze keer blijkt dat een meisje van zestien te zijn, dat niet (of heel weinig) spreekt, maar het werk uitzonderlijk goed uitvoert. Deze Lanna is de dochter van Gracinha, een Braziliaanse vrouw, die gebrekkig Nederlands spreekt, maar sommige ongebruikelijke woorden opmerkelijk genoeg wel kent. Ze is weduwe. Ooit was ze getrouwd met een zeeman, Edelenbos.

De schoonheid van Gracinha is opmerkelijk. Verschillende keren noemt 't Hart die ook, zonder duidelijk te maken wat er dan zo mooi aan haar is. Mannen raken gemakkelijk 'verkikkerd' op haar. Zo'n woord is typisch voor 't Hart. Hij laat Gabe veel archaïsche woorden gebruiken ('terstond', 'heimelijk', 'schreiend', 'gene zijde', 'gezwind') en veel personages, vaak sprekend met een accent, gebruiken uitdrukkingen die niet meer in zwang zijn ('Neem een zit en ga stoelen').

Gabe gaat vaak eten bij Gracinha, die het vooral waardeert dat hij zo goed met haar dochter omgaat. Misschien kan die later ook orgelstemmer worden. Gracinha staat te boek als onbereikbaar en dat Gabe haar zomaar kan naderen levert dan ook scheve ogen op, tot aan een doodsbedreiging toe.

Luchtig

Heel geloofwaardig is de ontwikkeling van het verhaal niet, maar dat lijkt er minder toe te doen. 't Hart vertelt een luchtig verhaal, waarbij hij zich verder niet zo veel lijkt te bekommeren om de vorm. Veel herhalingen, veel uitleggerigheid, uitweidingen over klassieke muziek en over de Bijbel (waarin Pottjewijd allerlei onvolkomenheden aantreft). Bijna alles kan een aanleiding zijn om even flink uit te pakken over de onderwerpen die de stemmer na aan het hart liggen.

De hele roman door spreekt Gracinha een gebrekkig soort Nederlands, wat niet zo prettig leest. Gabe verbetert haar geregeld, wat ze soms wel en soms niet op prijs stelt. Als dat voor de zoveelste keer is gebeurd, weten we het onderhand wel, maar 't Hart gaat gewoon door.

Op een dag dringt iemand zijn kamer binnen als hij slaapt. De indringer bindt Pottjewijds veters aan elkaar vast. Juist dan zou je verwachten dat er verwezen wordt naar David die in de grot komt waar zijn vijand koning Saul ligt te slapen. David spaart hem en snijdt alleen een slip van zijn mantel. De associatie ligt voor de hand, maar 't Hart noemt die niet.

Onderhoudend

Een goed boek kun je De nachtstemmer eigenlijk niet noemen, maar bij het vorige boek van 't Hart waarover ik schreef, Magdalena, was dat eigenlijk niet veel anders. Vermakelijk is het wel en het is ook onderhoudend, niet alleen door het verhaal, maar ook door de rare feitjes waar 't Hart steeds mee komt.

Indertijd keerde 't Hart zich nogal tegen het Revisorproza, dat hij bloedeloos en cerebraal vond en veel te veel gefixeerd op de vorm. Hij hield meer van een natuurlijke manier van vertellen en desnoods van een rommelige vorm. Dat soort boeken schrijft hij dan ook keer op keer. Ook deze keer weer. Het levert niet een heel goed boek op, maar wel een boek dat je wilt lezen en dat is ook wat waard.

2 opmerkingen:

  1. Hoi Teunis, mooi geschreven. Ik lees de boeken van Maarten 't Hart veel liever dan die van bijvoorbeeld Hermans, Mulisch of Reve, zonder dat ik mijzelf een echte fan durf te noemen. Het gewoon vertellen van een goed verhaal in begrijpelijke woorden wordt in de Nederlandse letteren zwaar ondergewaardeerd. Groetjes, Erik

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ondanks de vaste elementen mag ik 't Hart graag lezen. Misschien ook wel dankzij. De ouderwetse woorden zijn voor mij juist een pre. Uit je blog begrijp ik dat deze op mijn lijstje moet.

    BeantwoordenVerwijderen