dinsdag 19 november 2019

Jelmer: Wie dienen wij hiermee? (Josse Pietersma / Roelof Wijtsma)


De kruistochten waren vroeger een bron voor spannende jongensboeken; later werd er eerder met enige gêne over die episode in de geschiedenis gesproken. Wat hadden westerlingen eigenlijk te zoeken daar in het Oosten? Werden zij door geloof gedreven of door moordzucht?

De stripmakers Josse Pietersma (scenario) en Roelof Wijtsma (tekeningen) hebben juist zo'n kruistocht (de vijfde) tot onderwerp van hun strip Jelmer gekozen. Het eerste deel (Wie dienen wij hiermee?) is verschenen, het tweede en laatste volgt in 2020.

Jelmer van Bedum

Jelmer van Bedum is een Fries, die in het begin van het verhaal niet veel moet hebben van de predikers die het christendom proberen te verspreiden. Hij is een rouwdouwer, die zich wel eens te buiten gaat aan huiselijk geweld. Juist deze man, die ook een zeker aanzien binnen zijn gemeenschap heeft, komt tot bekering en besluit mee te gaan op kruistocht. Die bekering komt wel wat plotseling (en is ook niet helemaal te verklaren), maar misschien is dat altijd met bekeringen het geval.

De Friezen gaan zo op in hun geloofsdrift dat ze zelfs menen dat er kruisen te zien zijn in de lucht. Die zijn dan ook getekend, als waren ze daar werkelijk. Dat is voor een hedendaagse lezer niet zo geloofwaardig. Hier had misschien wat meer ruimte voor de twijfel gemaakt moeten zijn. Het ligt meer voor de hand dat zulke kruisen ontstaan in de verhalen achteraf.

Het kruis aan de hemel (met excuses voor het iets te krap afsnijden van de afbeelding aan de linkerkant).

Jelmer is, voor zover ik weet, niet een historische figuur. Over deze kruistocht is aardig wat informatie en er zijn ook namen bekend van Friezen die eraan hebben deelgenomen, zoals Hayo van Wolvega en Roorda van Genum. Door een Fries te nemen die niet werkelijk heeft bestaan, maar die wel representatief is voor een deel van de kruisvaarders, geven de stripmakers zichzelf ruimte om er een verhaal van te maken.

Naast Jelmer speelt ook zijn kameraad Hendrik de bouwmeester een rol. Zijn inventiviteit zal nog nodig zijn bij de verovering van Damiate, een Egyptische stad.

Lettering

Het verhaal begint met een schrijvende monnik, die ons de geschiedenis van deze kruistocht en van Jelmer vertelt. Dat is ook te zien aan het lettertype, dat afwijkt van dat in de tekstballonnen. In beide gevallen is de lettering (door Wijtsma) fraai. De monnikentekst geeft de indruk van historiciteit, waardoor de lezer makkelijker zal geloven wat er volgt.

Aan het begin van dit eerste deel is er meteen actie: een tevergeefse aanval op de stad Damiate. Daarna komen we, stukje bij beetje, de voorgeschiedenis te weten. Dat werkt op zich wel goed. De spanning zit voor een deel in de gebeurtenissen: zal de stad ingenomen worden? Maar als dat het belangrijkste was, was de aanloop wel erg lang.

Minstens net zo belangrijk is dan ook hoe Jelmer zich ontwikkelt: hij stort zich bijna blind in de kruistocht en hij wil graag naar het beloofde land om Jeruzalem te bevrijden. Zijn omgeving ziet hem als een uitverkorene die heldere inzichten heeft in hoe er strijd geleverd moet worden. Maar zelf begint hij steeds meer te twijfelen, wat ook al duidelijk wordt uitgedrukt in de titel: Wie dienen wij hiermee? Wordt God werkelijk gediend met deze oorlog? Jelmer stelt zichzelf de vragen die een hedendaagse lezer ook over de kruistochten heeft.

Daarmee wordt hij een interessant personage en tegelijkertijd wordt het onderwerp daarmee verteerbaar. Verder zitten we volop in de middeleeuwen en het hele verhaal ademt godsdienst, door de teksten met geloofsinhoud. Voor hedendaagse lezers doet de hoeveelheid daarvan misschien overdadig aan, maar ik kan me voorstellen dat je zo'n door het geloof ingegeven missie juist met die teksten gaande moet houden. Die godsdienstige atmosfeer laat weinig ruimte voor twijfel. De twijfelende Jelmer wordt daardoor nog meer bijzonder.
Voor de helft geïnkte pagina als extraatje

Tekenwerk

Het tekenwerk is traditioneel. De figuren bewegen op een natuurlijke manier en de gezichtsuitdrukkingen worden vaak iets aangezet voor de duidelijkheid. Soms had dat iets minder gemogen, als er uit een huilend oog een beekje over een wang stroomt.

Veel tekeningen staan in stroken, maar soms is de plaatsing van de verschillende afbeeldingen speelser. Ook wordt soms het kader achterwege gelaten. Altijd functioneel, altijd in dienst van het verhaal, maar het zorgt tegelijkertijd voor aangename afwisseling. De inkleuring (met stiften) maakt soms de indruk geschilderd te zijn.

Het geheel ziet er in ieder geval goed uit. Tekenen kan Wijtsma wel, zoals hij ook liet zien in de strip Roel Dijkstra en de indrukwekkende beeldroman Doolhof van Eeden, waarover ik hier schreef.

Achter in het album krijgen we ook nog een heus dossiertje, 'Making of Jelmer deel 1': een pagina in potlood die voor de helft geïnkt is en dubbele pagina's over respectievelijk de scenarist, de tekenaar en het werk.

Wie dienen wij hiermee? is een interessante strip, door het gecompliceerde hoofdpersonage, maar ook door te laten zien hoe de kruistochten nog steeds een onderwerp van fictie kunnen zijn, waarbij zowel de historie recht gedaan wordt als de manier waarop wij die periode nu bekijken.

Serie: Jelmer
Deel 1: Wie dienen we hiermee?
Scenario: Josse Pietersma
Tekeningen: Roelof Wijtsma
Uitgever: Personalia
Leens 2019, softcover, 56 blz. € 8,95

Naschrift

Josse Pietersma heeft gereageerd op de recensie. Daarin vermeldde ik dat er namen bekend zouden zijn van Friezen die deelnamen aan de Vijfde Kruistocht. Dit is niet het geval. De door mij genoemde Hayo van Wolvega blijkt een vijftiende-eeuws verzinsel, die door de familie in hun stamboom gefabuleerd is.

Verder vertelt hij dat Jelmer is geïnspireerd op een Friese 'kampvechter' uit een exempel/wonder uit de dertiende eeuw en Hendrik is gebaseerd op een bouwmeester Hendrik die enkele jaren voor de kruistocht een reis van Groningen naar Rome en terug maakte.

Ik buig deemoedig het hoofd. Wat ik over de Vijfde Kruistocht beweerde had ik hier en daar opgesnoven. Als er een kenner spreekt, zwijg ik natuurlijk. Dank, Josse Pietersma!

Het vallen van de personen in het midden van de pagina wordt gespiegeld
door de plaatsing van de bovenste drie plaatjes

Geen opmerkingen:

Een reactie posten